FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDEDeze airbag is opgenomen in een speciale ruimte in het dashboard
fig. 115.
Bij ingeschakelde passagiersairbag, mag NOOIT een
kinderzitje tegen de rijrichting op de passagiersstoel
worden gemonteerd. Bij een ongeval, hoe klein ook, kan
de airbag ernstig letsel en zelfs de dood van de baby tot
gevolg hebben. Schakel dus altijd de passagiersairbag uit
wanneer een kinderzitje op de passagiersstoel wordt geplaatst.
Bovendien moet de passagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in
aanraking komt met het dashboard. Ook als is het niet wettelijk
verplicht, moet de airbag onmiddellijk weer ingeschakeld worden
zodra geen kinderen meer vervoerd worden, om een betere
bescherming van de volwassenen te garanderen.
Uitschakeling airbags aan
passagierszijde: frontairbag en in de
stoel gemonteerde zijairbag ter
bescherming van bekken, borst en
schouders (zijairbag)Als een kind in een kinderzitje dat achterstevoren op de voorstoel is
geplaatst vervoerd moet worden, schakel dan de frontairbag en
zijairbags voor bescherming van bekken, borst en schouders aan
passagierszijde (zijairbag) uit.
Bij uitgeschakelde airbags gaat het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden.
Voor het uitschakelen van deze airbags, raadpleeg de
paragraaf “Menuopties” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
fig. 115
A0K0135
138WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG)De auto is uitgerust met frontairbags voor bestuurder en passagier
voor bescherming van bekken-borst-schouders (zijairbags) en
hoofdairbags voor bescherming van de hoofden van de inzittenden
voor- en achterin.
Zijairbags beschermen de inzittenden bij middelzware/zware
zijdelingse aanrijdingen, door de airbag tussen de inzittende en de
interieurdelen van de zijdelingse structuur van de auto op te blazen.
Als de zijairbags niet worden opgeblazen bij andere soorten
aanrijdingen (frontale botsingen, kop-staartaanrijdingen, over de kop
slaan enz.), betekent dit niet dat het systeem slecht functioneert.ZIJAIRBAGS VOORIN (ZIJAIRBAGS)Deze bestaan uit twee soorten kussens die zich in de rugleuning van
de voorstoelen bevinden fig. 116 en die het bekken, de borst en
schouders van de inzittenden bij middelzware zijdelingse botsingen
beschermen.HOOFDAIRBAGS (WINDOW BAGS)Deze bestaan uit twee gordijnairbags die in de zijkant van de
dakbekleding zijn opgenomen en zijn afgedekt met
afwerkingselementen fig. 117. De hoofdairbags bieden bescherming
aan het hoofd van de inzittenden voorin en achterin bij een zijdelingse
botsing, dankzij het grote oppervlak dat zij in opgeblazen toestand
beslaan.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de bescherming van de
omgelegde gordel volstaat) worden de airbags niet opgeblazen. Om
die reden moeten veiligheidsgordels steeds worden omgelegd.Het systeem biedt de beste bescherming bij een zijdelingse botsing als
de passagier correct op zijn stoel zit, zodat de hoofdairbag zo goed
mogelijk opgeblazen kan worden.
Hang geen harde voorwerpen aan de kledinghaken of
de steunhandgrepen.
fig. 116
A0K0081
139WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen
tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de
hoofdairbag om mogelijke verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen.Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het
raam.
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder druk (met de hand of
in een automatisch wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen geactiveerd worden bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige
botsing tegen drempels of stoepranden, grote gaten of verzakkingen in
het wegdek etc.).Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt een kleine hoeveelheid
poeder: dit poeder is niet schadelijk en duidt niet op het begin van een
brand. Dit poeder kan echter de huid en ogen irriteren: was ze in dit
geval met neutrale zeep en water.
Alle werkzaamheden aan airbags (controle, reparatie en vervanging)
moeten door het Alfa Romeo Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet het airbagsysteem onbruikbaar
gemaakt worden door het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op verschillende manieren
geactiveerd, afhankelijk van het type botsing. Als een of meerdere van
deze voorzieningen niet in werking treden, dan duidt dat niet op een
storing in het systeem.
Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het
lampje
gaat niet branden of blijft branden tijdens
het rijden (samen met de melding op de display), dan
is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen. In dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, op
verkeerde wijze geactiveerd worden. Laat het systeem
controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder
te rijden.
De vervaldata van de explosieve lading en de
klokveer staan vermeld op een specifiek etiket in het
dashboardkastje. Neem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk als de vervaldata naderen.
fig. 117
A0K0035
140WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst
en houd niets in de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan
ernstig letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.Laat bij diefstal of poging tot diefstal, vandalisme of
overstromingen het airbagsysteem door het Alfa
Romeo Servicenetwerk controleren.Als de contactsleutel in stand MAR staat of wanneer de
motor is uitgezet, kunnen de airbags ook geactiveerd
worden als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Om die reden mogen kinderen nooit op de
voorstoel worden geplaatst, ook als de auto stilstaat. Vergeet
ook niet dat als de sleutel in de stand STOP staat, er bij een
ongeval geen enkel veiligheidssysteem (airbag of
gordelspanners) wordt geactiveerd. In dat geval duidt de
niet-activering niet op een storing van het systeem.
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het waarschuwingslampje
(bij
actieve frontairbag aan passagierszijde) enkele
seconden knipperen, om eraan te herinneren dat de
passagiersairbag bij een botsing geactiveerd wordt. Hierna moet
het lampje doven.
De activeringsdrempel van de frontairbag is hoger dan
die van de gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden alleen de
gordelspanners in werking.De airbag vervangt niet de veiligheidsgordels, maar
verhoogt hun doeltreffendheid. Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale botsingen bij lage
snelheden, zijdelingse botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de inzittenden uitsluitend
door de zijairbags en de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.
141WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als een hoofdzekering (MAXI-FUSE, MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt, neem dan contact op met het
Alfa Romeo Servicenetwerk.Alvorens een zekering te vervangen, moet men
controleren of de contactsleutel uit het slot is genomen
en of alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
Als een hoofdzekering voor veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of stuurinrichting
doorbrandt, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
175WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CBC (Cornering Brake Control)
systeem ............................................. 103
Centrale portiervergrendeling................ 76
CO2-emissie ........................................ 239
Code-card ........................................... 34
Contactslot........................................... 42
– Stuurslot ......................................... 42
Cruise-control ...................................... 70Dagverlichting (DRL) ........................... 64
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............................. 173
Dashboard .......................................... 3
De auto langdurig stallen ...................... 150
De motor starten .................................. 142
De motor starten .................................. 151
– Rollend starten ................................ 152
– Starten met hulpaccu ....................... 151
Derde remlicht
– lamp vervangen .............................. 170
De sleutels ........................................... 34
– Code-card ...................................... 34
– Sleutel met afstandsbediening........... 35
– Sleutel zonder afstandsbediening ..... 35
Diefstalalarm ....................................... 40
Dieselfilter ........................................... 201
Dimlicht– lamp vervangen .............................. 167
Display................................................ 18
DST systeem
(Dynamic Steering Torque) .................. 104
Dual pinion stuurbekrachtiging .............. 112
Een lamp vervangen ........................... 163
– Algemene instructies ........................ 163
Een wiel vervangen .............................. 152“Electronic Q2” (“E-Q2”) .................... 104Elektrische ruitbediening ...................... 90
– Bedieningselementen ....................... 90
EOBD-systeem ..................................... 112
ESC (Electronic Stability Control)
systeem ............................................. 102
Extra verwarming................................. 64Fix&Go Automatic kit .......................... 158"Follow me home" systeem .................. 66Frontairbag bestuurderszijde ............... 137
Frontairbag passagierszijde .................. 138
Frontairbags ........................................ 137G
ear Shift Indicator ............................ 20
Gebruik van de versnellingsbak............. 145
Geprogrammeerd onderhoudsschema ... 187
Gewichten ........................................... 230Gordelspanners ................................... 125
– Krachtbegrenzers ............................ 125
Grootlicht ............................................ 66
– lamp vervangen .............................. 166
Grootlichtsignaal .................................. 66
H
andbediende airconditioning ............ 53
Handrem ............................................. 144
Herconfigureerbaar multifunctioneel
display .............................................. 19
Hill Holder ........................................... 102
Hoofdairbags (window bags) ................ 139
Hoofdsteunen....................................... 46
– “Anti-Whiplash” voorziening............ 46
– Hoofdsteunen achter ........................ 47
– Hoofdsteunen voor .......................... 46
Identificatiegegevens
– Chassisnummer ............................... 211
– identificatieplaatje carrosserielak ...... 211
– motorcode ...................................... 211
– typeplaatje met
identificatiegegevens ....................... 210
Imperiaal/skidrager ............................. 99
Inbouwvoorbereiding voor autoradio ..... 113
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar navigatiesysteem ............... 114
276WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
– lamp vervangen .............................. 166
Parkeerlichten ...................................... 65
Parkeer-/remlichten .............................. 168
Parkeersensoren ................................... 115
Parkeren .............................................. 144
– Handrem ........................................ 144
Plafondverlichting achter
– lamp vervangen .............................. 171
Plafondverlichting................................. 72
– Bagageruimteverlichting .................. 74
– Dashboardkastverlichting ................. 74
– Instapverlichting .............................. 73
– Plafondverlichting achter .................. 73
– Plafondverlichting voor .................... 72
Plafondverlichting voor
– lamp vervangen .............................. 171
Pollenfilter............................................ 201
Portieren .............................................. 87
– Centrale portiervergrendeling ........... 87
– Kinderslot ....................................... 88
Prestaties ............................................. 229RAB systeem (Ready Alert Brakes)........ 104
Radiozenders en mobiele telefoons ........ 115
Regensensor ........................................ 68
Reiniging en onderhoud– auto-interieur .................................. 209
– carrosserie ...................................... 207
– koplampen...................................... 208
– kunststof en gecoate interieurdelen.... 209
– lederen interieurdelen ...................... 209
– lederen stoelen ................................ 209
– motorruimte .................................... 208
– ruiten ............................................. 208
– stoelen en stoffen bekleding.............. 209
Remmen .............................................. 220
– remvloeistofniveau ........................... 200
Richtingaanwijzers .......................... 66-168
– lamp vervangen .............................. 167
– "Lane change"-functie...................... 66
Ruiten reinigen ..................................... 67
Ruiten (reinigen) ................................... 208
Ruitensproeier
– vloeistofniveau ruitensproeier ........... 200
Ruitensproeiers van achterruit................ 206
Ruitensproeiers van vooruit ................... 206
Ruitensproeier/-wisser voorruit .............. 67
– Automatische wis-/wasfunctie .......... 68
Ruitenwissers
– wisserbladen................................... 204
– wisserbladen vervangen .................. 205
Safe Lock systeem ............................... 38
SBR-systeem (Seat Belt Reminder) .......... 123
Schemersensor ..................................... 65
Schuifdak ............................................ 84
Setup-menu ......................................... 21
Skivak ................................................. 81
Slepen van de auto .............................. 184
– Montage van het sleepoog ............... 184“Smart Bag” systeem (Meertraps
frontairbags) ..................................... 137Smeermiddelen (specificaties) .............. 235
Sneeuwkettingen .................................. 149
Snelheidsmeter..................................... 6
Stadslicht en dimlicht ............................ 65
Start&Stop systeem ............................... 108
Stoelen ................................................ 43
– Voorstoelen ..................................... 43
Stopcontact .......................................... 81
Stuurinrichting ..................................... 222
Stuurslot .............................................. 42
Stuurwiel ............................................. 47
Symbolen ............................................ 33Tankdop ............................................ 119
Tanken ................................................ 119
Technische gegevens............................. 210
278WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER
Toerenteller .......................................... 6
Transmissie .......................................... 219
Trip Computer ...................................... 30
TRIP knop ............................................ 32"Universeel" kinderzitje monteren......... 130Veiligheidsgordels .............................. 122
– Gebruik .......................................... 122
Veilig kinderen vervoeren...................... 128
Velgbescherming .................................. 225
Velgen
– afmetingen ..................................... 226
– Velgbescherming ............................. 225
– velgen en banden............................ 223
– verklaring van de velgcodes ............. 224
– wielen en banden ............................ 203
Vloeistoffen en smeermiddelen
(specificaties) ..................................... 235
Vulinhouden ........................................ 232
W
elcome movement .......................... 20
Wielen en banden
– bandenspanning ............................. 227
– een wiel vervangen ......................... 152
– Fix&Go Automatic (kit) .................... 158
– reservewiel ..................................... 223
– Wielen en banden........................... 203
Wielophanging .................................... 221
Winterbanden ..................................... 149
Zekeringen vervangen ........................ 174
Zijairbags (zijairbag - hoofdairbag) ...... 139
Zijairbags (zijairbags voorin) ................ 139
Zonnekleppen ...................................... 83
279WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENSALFABETISCH
REGISTER