Page 57 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU22581
Controleren van remvloeistofni-
veau Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van het
reservoir horizontaal staat. Vul indien nodig
remvloeistof bij.
VoorremAchterrem
WAARSCHUWING
DWA15990
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:●
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
●
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uitslui-
tend DOT 4 remvloeistof uit een on-
aangebroken verpakking.
●
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
●
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
●
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-
belvorming kan optreden.
LET OP
DCA17640
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
1. Merkstreep minimumniveauZAUM0665
MIN
1
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4ZAUM0666MIN
1
MIN
U5B2D4D0.book Page 20 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 58 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22721
Remvloeistof verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en de
remslang vervangen volgens de intervalpe-
rioden of wanneer ze lekken of zijn bescha-
digd.●
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
●
Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23095
Kabels controleren en smeren De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizing van ka-
bels kan leiden tot interne roestvorming
en storing veroorzaken met de beweging
van kabels. Vervang beschadigde ka-
bels zo snel mogelijk om onveilige om-
standigheden te voorkomen.
[DWA10711]
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha Chain and Cable Lube of
motorolie
U5B2D4D0.book Page 21 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 59 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU23114
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Zelfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend wa-
ter. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan schoon
met een vochtige doek.
DAU23172
Smeren van voor- en achterrem-
hendels De scharnierpunten van de voor- en achter-
remhendels moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
DAU23213
Middenbok en zijstandaard con-
troleren en smeren De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten indien nodig worden gesmeerd. Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
ZAUM0061
1. Zijstandaard
1. MiddenbokZAUM0667
1
1
ZAUM0668
U5B2D4D0.book Page 22 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 60 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
WAARSCHUWING
DWA10741
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. Een slecht
functionerende middenbok of zijstan-
daard kan het wegdek raken en u aflei-
den, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23272
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-
leren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
ZAUM0669
U5B2D4D0.book Page 23 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 61 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU45511
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU23396
Accu De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 6-8.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel van belang om de
accustekker te controleren en indien nodig
stevig aan te drukken.
WAARSCHUWING
DWA10760
●
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
ZAUM0670
1. Accu
1
ZAUM0671
U5B2D4D0.book Page 24 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 62 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
●
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
●
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het model langer
dan een maand niet wordt gebruikt,
laad hem volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek. LET OP:
Als u de accu verwijdert. draait u
eerst de sleutel naar “ ” en haalt u
daarna de stekker los.
[DCA16322]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Als u de accu in-
stalleert, draait u eerst de sleutel
naar “ ” en sluit u daarna de stek-
ker aan.
[DCA16930]
LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU23526
Zekeringen vervangen De hoofdzekeringhouder en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits bevin-
den zich achter paneel A. (Zie pagina 6-8.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “ ” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
1. Hoofdzekering
2. Reservezekering
12
ZAUM0672
U5B2D4D0.book Page 25 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 63 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
3. Draai de contactsleutel naar “ ” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUM2182
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Zekeringenkastje
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering elektronische regeleenheid
4. Backup-zekering
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Zekering ontstekingssysteem
8. Reservezekering
9. Reservezekering
10.Reservezekering
1
ZAUM0673
23
8910456 7
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering ECU (elektronische rege-
leenheid):
5.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Backup-zekering:
5.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
U5B2D4D0.book Page 26 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM
Page 64 of 82

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
Koplampgloeilamp voor grootlicht ver-
vangen
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-8.)
2. Verwijder de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los door
deze linksom te draaien en verwijder
de doorgebrande gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder door rechtsom te draaien.
5. Breng de gloeilampkap aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
Koplampgloeilamp voor dimlicht ver-
vangen
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-8.)
2. Verwijder de gloeilampkap.3. Maak de koplampstekker los.
4. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
5. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
6. Sluit de koplampstekker aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1
ZAUM0674
1. GloeilamphouderZAUM0675
1
1. Gloeilampkap
1. Koplampgloeilamp
2. Koplampstekker
1
ZAUM0677 ZAUM0678
1
2
U5B2D4D0.book Page 27 Wednesday, May 30, 2012 5:05 PM