FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
DAU10977
Startblokkeersysteem Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:●
een codeersleutel (met een rood bo-
vendeel)
●
twee standaardsleutels (met een zwart
bovendeel) die opnieuw kunnen wor-
den gecodeerd
●
een transponder (die is geïntegreerd in
de codeersleutel)
●
een startblokkeereenheid
●
een ECU
●
een controlelampje van de startblok-
kering (Zie pagina 3-6.)De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voertuig
daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
LET OP
DCA11821
●
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT
CONTACT OP MET UW DEALER
ALS U HEM VERLOREN HEBT! Als
de codeersleutel verloren is, kun-
nen de standaardsleutels niet op-
nieuw gecodeerd worden. U kunt
het voertuig dan nog steeds starten
met de standaardsleutels, maar als
ze opnieuw gecodeerd moeten wor-
den (d.w.z. als er een nieuwe stan-
daardsleutel is gemaakt of als alle
sleutels verloren zijn), dient het ge-
hele startblokkeersysteem vervan-
gen te worden. Daarom wordt u
sterk aangeraden een van de stan- daardsleutels te gebruiken en de
codeersleutel op een veilige plek te
bewaren.
●
Dompel de sleutels nooit in water.
●
Stel de sleutels nooit bloot aan ex-
treem hoge temperaturen.
●
Leg de sleutels nooit vlakbij magne-
tische voorwerpen (zoals bijvoor-
beeld speakers enz.).
●
Plaats nooit voorwerpen die elektri-
sche signalen uitzenden vlakbij de
sleutels.
●
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
●
U mag de sleutels nooit slijpen of de
vorm ervan wijzigen.
●
U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.
●
Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelfde
sleutelring.
●
Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een an-
dere plek dan de codeersleutel van
het voertuig.
●
Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kun-
nen ze signaalstoring veroorzaken.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)21
2
U2S3D3D0.book Page 1 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
DAU51670
ABS Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pulsatie worden ge-
voeld in de remhendel of het rempedaal. Ga
in dat geval door met remmen en laat het
ABS-systeem het werk doen. Ga niet “pom-
pend” remmen, dit vermindert de remeffec-
tiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16050
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.●
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
●
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sys-
teem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING●
Het ABS-systeem voert een zelfdia-
gnosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van onder de zitting
en wanneer u de remhendel of het
rempedaal licht bedient, kan een tril-
ling in de hendel of het pedaal voel-
baar zijn. Dit duidt niet op een storing.
●
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sys-
teem actief is. Er is echter speciaal ge-
reedschap vereist, dus neem voor het
uitvoeren van deze test contact op met
uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA16120
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoor
het ABS-systeem niet meer goed werkt.
1. Voorste wielnaaf
1. Achterste wielnaaf
11
U2S3D3D0.book Page 20 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
3. Verwijder de bouten van de accukapen beweeg de accukap (samen met de
ECU) omhoog en vervolgens opzij.
4. Verwijder de hoofdzekering (samen met de bevestigingsband) uit de hou-
der.
5. Koppel de kabelstekker A los. 6. Verwijder het stootrubber.
7. Vouw de warmtewering uit, zie de af-
beelding. 8. Trek de accu uit de accubak.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
1. Bevestigingsbout accukap
2. Accukap
1
2
1. Hoofdzekering
2. Bevestigingsband
3. Kabelstekker A
1. Dempingrubber2
1
3
1
1. Warmtewering
2. Accu1
2
U2S3D3D0.book Page 32 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
Installeren van de accuOPMERKINGDe accu moet volledig geladen zijn.1. Plaats de accu in de accubak.
2. Vouw de warmtewering weer in de oorspronkelijke positie. LET OP: De
warmtewering moet op de oor-
spronkelijke positie zitten en goed
zijn uitgevouwen.
[DCA16550]
3. Breng het stootrubber aan.
4. Sluit de kabelstekker A aan.
5. Breng de hoofdzekering (samen met
de bevestigingsband) op de houder
aan.
6. Plaats de accukap (samen met de
ECU) in de oorspronkelijke positie en
breng dan de bouten aan.
7. Sluit eerst de pluskabel en daarna de
massakabel van de accu aan door de
bouten aan te brengen. LET OP:
Draai voordat u de accu plaatst de
sleutel naar “OFF” en sluit vervol-
gens eerst de positieve kabel en
daarna de negatieve kabel aan.
[DCA16840]
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.
LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
1. Warmtewering1
U2S3D3D0.book Page 33 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
SPECIFICATIES
8-2
8
Eindoverbrenging:As
Secundaire reductieverhouding: 3.082 (22/23 x 29/09)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 5 versnellingen
Bediening: Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e: 2.375 (38/16)
2e: 1.810 (38/21)
3e:
1.400 (35/25)
4e: 1.115 (29/26)
5e: 0.935 (29/31)Chassis:Type frame:Diamantframe
Spoorhoek: 31.00 graad
Naspoor:
148 mm (5.8 in)Voorband:Type:Tubeless
Maat:
120/70R18M/C 59V
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT028F
Achterband:Type:Tubeless
Maat:
200/50R18M/C 76V
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT028RBelading:Maximale belasting:
190 kg (419 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):Gewichtsverdeling:0–90 kg (0–198 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Gewichtsverdeling: 90–190 kg (198–419 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Rijden met hoge snelheid: Voor:
290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm², 42 psi)Voorwiel:Type wiel:
Gietwiel Velgmaat:
18M/C x MT3.50
Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat: 18M/C x MT6.00Voorrem:Type:
Dubbele schijfrem
Bediening: Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem:Type:Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophanging:Type:Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 120.0 mm (4.72 in)Achterwielophanging:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype: Schroefveer/gas-oliedemper
U2S3D3D0.book Page 2 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM