BESCHRIJVING
2-2
2
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
12 4 67
5
3
9
11
8
10
1. Duozadel (pagina 3-24)
2. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-25)
3. Bagageriembevestiging (pagina 3-29)
4. Bestuurderszadel (pagina 3-24)
5. Zekeringenkastje 1 (pagina 6-34)
6. Radiatorvuldop (pagina 6-16)
7. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-16)
8. Kijkglas olieniveau (pagina 6-11) 9. Rempedaal (pagina 3-19)
10.Zekeringenkastje 2 (pagina 6-34)
11.Stelknop voor inveerdempi
ng schokdemperunit (pagina 3-27)U2S3D3D0.book Page 2 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
wordt de volgende cyclus herhaald totdat
de storing is opgeheven: Het waarschu-
wingslampje brandstofniveau, de brand-
stofniveaumeter en de
waarschuwingsindicator voor brandstofni-
veau knipperen acht keer en gaan dan ge-
durende 3.0 seconden uit. Als dit zich
voordoet, vraag dan een Yamaha dealer de
machine te controleren.
DAU11446
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschuwings-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING●
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
●
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-42 nadere instructies ver-
meld.
DAU42774
Waarschuwingslampje
motorstoring “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren. (Zie pagina 3-16 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschuwings-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU51661
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:●
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
●
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
●
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-20 voor uitleg over de werking
van het ABS-systeem.)WAARSCHUWING
DWA16040
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
ABS
U2S3D3D0.book Page 5 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
3. Als de koelvloeistof bij of beneden demerkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de beveiliging van
de dop van het vloeistofreservoir door
eerst de vergrendeling los te halen en
verwijder vervolgens de dop van het
reservoir.
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
5. Plaats de beveiliging van de dop van
het reservoir door de vergrendeling
aan te brengen.
DAU46423
Om de koelvloeistof te verversen1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie pagina 6-8.) 3. Verwijder het luchtinlaatkanaal door
de bouten te verwijderen.
4. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
5. Verwijder de radiatorvuldop. WAARSCHUWING! Probeer nooitom de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir
3. Bout
4. Merkstreep maximumniveau
5. Merkstreep minimumniveau
2
1
5
4
3
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
1. Bout
2. Luchtaanzuigkanaal
1 1
2
U2S3D3D0.book Page 17 Wedne
sday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
6. Verwijder het deksel van het koelvloei-stofreservoir en het koelvloeistofreser-
voir zelf door de bouten los te halen. 7. Verwijder de beveiliging van de dop
van het vloeistofreservoir door eerst
de vergrendeling los te halen en ver-
wijder vervolgens de dop van het re-
servoir.
8. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af door het reservoir om te keren.
9. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir en het reservoir door
deze in de oorspronkelijke stand te
plaatsen en breng daarna de bouten
aan.
10. Verwijder de aftapschroef voor koel- vloeistof en de o-ring om het koelsys-
teem af te tappen.
11. Spoel het koelsysteem nadat alle koel- vloeistof is uitgestroomd grondig door
met schoon leidingwater. 12. Breng de aftapschroef voor koelvloei-
stof en de nieuwe o-ring aan.
13. Houd de machine rechtop en giet de voorgeschreven hoeveelheid van de
gespecificeerde koelvloeistof in de ra-
diator en het reservoir. LET OP: Wan-
neer u de machine niet rechtop
houdt terwijl u de radiator met koel-
vloeistof vult, dan kan er lucht in het
koelsysteem blijven zitten.
[DCA16540]
14. Breng de dop van het vloeistofreser- voir aan, en plaats vervolgens de be-
veiliging van de dop van het reservoir
door de vergrendeling aan te brengen.
15. Breng de radiatorvuldop weer aan.
1. Radiatorvuldop
1. Bout
2. Dop koelvloeistofreservoir
3. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir
4. Kap koelvloeistofreservoir
5. Koelvloeistofreservoir
1
4
5
1
2
3
1
1. Aftapschroef koelvloeistof
2. O-ring
1
2
Mengverhouding antivries/water: 1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof: Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
3.75 L (3.96 US qt, 3.30 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
U2S3D3D0.book Page 18 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
16. Start de motor, laat hem een paar mi-nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
17. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koelvloei-
stof bij tot het niveau boven in de radia-
tor staat en breng dan de
radiatorvuldop aan.
18. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir. Verwijder indien nodig
de beveiliging van de dop van het koel-
vloeistofreservoir, vul koelvloeistof bij
tot aan de merkstreep voor maximum-
niveau en breng dan de beveiliging
van de dop weer aan.
19. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
20. Monteer het luchtinlaatkanaal door de bouten aan te brengen. 21. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU36764
Luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
U2S3D3D0.book Page 19 Wedne
sday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
DAU46453
Zekeringen vervangen De hoofdzekering en de zekering voor de
ABS-motor bevinden zich achter stroomlijn-
paneel A. (Zie pagina 6-8.) Zekeringenkast-
je 1 bevindt zich onder het
bestuurderszadel. (Zie pagina 3-24.)Zekeringenkastje 1
Zekeringenkastje 2 bevindt zich achter pa-
neel B. (Zie pagina 6-8.)Zekeringenkastje 2
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen1. Hoofdzekering
2. Zekering ABS-motor
3. Reservezekering ABS-pompmotor
1
3
2
1. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering
123
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Koplampzekering
4. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer-systeem)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Zekering radiatorkoelvin
7. Reservezekering
8. Zekering signaleringssysteem
9. Zekering parkeerlichten
10.Zekering rubradiatorkoelvin
1 23456
7
8
10
7
9
U2S3D3D0.book Page 34 Wedne
sday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU46462
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
Voorgeschreven zekeringen:Hoofdzekering:50.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering rubradiatorkoelvin: 7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U2S3D3D0.book Page 35 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1040
●
Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
●
Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-
om en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U2S3D3D0.book Page 42 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM