2012 YAMAHA FZ1 S Instructieboekje (in Dutch)

Page 25 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
●
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, wordt automatisch de koel-
vloeistoftemperatuur weergegeven,
zelfs als de luchtaanzuigtemperatuur
wer

Page 26 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
Regelmodus voor de helderheid van het
LCD-display en de toerenteller
Met deze functie regelt u de helderheid van
het LCD-display en de toerenteller in o

Page 27 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU1234A
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12380
Lichtsignaalschakelaar “ ” 
Druk deze schakelaar in om met de koplam-
pen een lichtsignaal te geven.

Page 28 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU12820
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
La

Page 29 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU12941
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU26794

Page 30 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU13074
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wor

Page 31 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-dellijk af.  LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de br

Page 32 of 104

YAMAHA FZ1 S 2012  Instructieboekje (in Dutch) FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
FZ1-SA
Alvorens de motorfiets te gebruiken:●
Controleer alle slangaansluitingen.
●
Controleer alle slangen op scheuren of
beschadiging en vervang in