127
4
Rijden
Parkeerhulp
Deze functie is een hulpsysteem: de bestuurder dient altijd aler t te blijven enis zelf verantwoordelijk.
Parkeerhulp achter
Deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in denabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen hetdetectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden door dode hoeken in het detectiebereik mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich
vlak bij de auto bevinden.
Geluidssignalen
De bestuurder wordt via een onderbroken geluidssignaal gewaarschuwd bij het
naderen van obstakels. De frequentie van het
geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.
Binnen een bepaalde afstand tussen de auto
en het obstakel klinkt het geluidssignaalononderbroken.
De functie wordt
geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbijklinkt een geluidssignaal.
Het controlelamp
je in de toets gaat branden om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.