1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Melding
weergave
Oorzaak
Oplossing - actie
Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrolesysteem
(ASC)
Continu Storing in het
dynamische stabiliteitsc
ontrolesysteem(ASC). Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Vierwielaandrijving
Continu Storing in de
vierwielaandrijving. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Temperatuur van
vierwielaandrijving
Continu De temperatuur van de
vierwielaandrijving is te
hoog. Stop de auto en
raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats. De auto schakelt
automatisch over naar
voorwielaandrijving.
(2WD).
Correctiesysteem
automatische
verlichting
Continu De automatische
regeling van de
ontsteking van de
koplampen is defect. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats. Alleen bij auto's met
xenonlampen.
Laden accu
Continu Storing bij het laden van
de accu. Stop de auto en
raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Buitentemperatuur
Continu De buitentemperatuur is
3°C (37 °F) of lager. Gladheid.
Let goed op en rijd
voorzichtig. Voorzichtig: Kans op
gladheid, ook wanneer
het display dit niet
weergeeft.
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
De totale kilometerstand
wordt weergegeven in
deel 1
van het display en
de stand van de dagtel-
ler in deel 2
(zie hoofd-
stuk "Kilometertellers").
Kilometerteller (A en B)
INFORMATIE DISPLAINFORMATIE DISPLAY
INSTRUMENTENPANEEL
Weergave van de informatie
Druk, als het contact aan gezet is, op
de knop INFO
op het dashboard links
van het instrumentenpaneel om de vol-
gende gegevens achter elkaar weer te
geven:
- de kilometerteller A,
- de kilometerteller B,
- de onderhoudsindicator,
- de koelvloeistoftemperatuur,
- de actieradius,
- de boordcomputer,
- het instellingenmenu.
Deze geeft de afstand
en het aantal reste-
rende maanden weer
tot de volgende onder-
houdscontrole over-
eenkomstig het onder-
houdsscherma van de
fabrikant (zie hoofdstuk
"Onderhoudsindicator").
Onderhoudsindicator
Bij draaiende motor
geeft deze de tempera-
tuur van de koelvloei-
stof weer (zie hoofdstuk
"Indicator koelvloeistof-
temperatuur").
Koelvloeistoftemperatuur Bij een draaiende mo-
tor geeft deze het aan-
tal kilometers weer dat
nog afgelegd kan wor-
den met de resterende
brandstof in de tank, af-
hankelijk van het gemid-
delde verbruik over de
laatste gereden kilometers ( zie hoofd-
stuk "Actieradius").
Actieradius
Deze geeft het gemid-
delde verbruik, de ge-
middelde snelheid en
het momentele verbruik
weer (zie hoofdstuk
"Boordcomputer").
Boordcomputer
Als de auto
stilstaat
,
kunnen de volgende
parameters gewijzigd
worden (zie hoofdstuk
"Parameters van de
functies"):
- de taalweergave,
- de eenheid voor de
temperatuurweergave,
- de eenheid voor het brandstofverbruik,
- de keuze voor het opnieuw initiali-
seren van het gemiddelde verbruik
en de gemiddelde snelheid,
- weergave-interval van de herinne-
ring voor pauze (rusten).
Instellingenmenu
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
De totale kilometerstand
wordt weergegeven in
zone 1
van het display
en de gedeeltelijke kilo-
meterstand in zone 2
.
KILOMETERTELLERS (A/B)
Systeem om de totaal afgelegde af-
stand door de auto tijdens de levens-
duur te meten, evenals de dagelijkse
of andere afstanden tot aan nulstelling
door de bestuurder.
Nulstelling
Druk, met het contact aan, langer dan
2 seconden op de knop INFO
tot de
nullen verschijnen. Bij draaiende motor
geeft deze de tempera-
tuur van de koelvloeistof
weer.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Als de wijzer het kritieke
gebied aan
de rechterzijde nadert, is de tempera-
tuur te hoog.
Als de motor te heet wordt, gaat het pic-
togram knipperen.
Stop zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Zet de motor niet meteen af, maar
laat deze nog enkele minuten draai-
en.
Wacht, indien koelvloeistof moet
worden bijgevuld, tot de motor is
afgekoeld. Het koelcircuit staat
onder druk.
Bij draaiende motor
wordt weergegeven
hoeveel kilometer u nog
met de resterende hoe-
veelheid brandstof kunt
rijden, aan de hand van
het gemiddelde brand-
stofverbruik tijdens de
laatste kilometers.
ACTIERADIUS ERADIUS
Zodra de actieradius minder dan 50 km
bedraagt, worden streepjes weergegeven.
Ga zo snel mogelijk tanken. De weer-
gave van de actieradius wordt bijge-
werkt.
Draai de vuldop eerst twee sla-
gen los en laat de druk ontsnap-
pen, om elk risico op brandwon-
den te vermijden.
Verwijder de vuldop pas als de
druk van het systeem is, en vul
indien nodig koelvloeistof bij.
Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk of een gekwalifi ceerde
werkplaats. De afstand kan plotseling wijzi-
gen door een verandering van
rijstijl of helling, als die een aan-
zienlijke verlaging van het mo-
mentele brandstofverbruik tot
gevolg heeft.
Als u slechts enkele liters tankt,
zal niet de juiste waarde worden
weergegeven. Vul de tank dus
zo vol mogelijk.
Wanneer u de accukabels los-
neemt wordt het vorige brandstof-
verbruik gewist, de aangegeven
waarde zal dan afwijken van de
vorige, voor het losnemen van de
accukabels. De weergegeven af-
stand dient slechts als indicatie.
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
BOORDCOMPUTER
Gemiddeld
brandstofverbruik
(l/100km of km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde
verbruik sinds de laatste
nulstelling van de boord-
computer.
Dit getal kan verhoogd worden
door een verandering in de rij-
stijl of van het landschap, die
een aanzienlijke variatie van het
momentele verbruik tot gevolg
heeft.
Gemiddelde
snelheid (km/h of
mph)
Dit is de gemiddelde
snelheid sinds de laat-
ste nulstelling van de
boordcomputer.
Nulstelling
Bij inschakeling van het contact, wordt
bij de nulstelling overgeschakeld van
de handmatige naar de automatische
stand.
Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk of een gekwalifi ceerde
werkplaats wanneer er tijdens
het rijden horizontale streepjes
in plaats van cijfers op het dis-
play verschijnen.
Huidige
brandstofverbruik
(l/100 km of km/l of
mpg)
Dit is het brandstofver-
bruik dat geregistreerd
is tijdens de laatste se-
conden.
Weergave
Druk bij ingeschakeld contact herhaal-
delijk op de knop INFO
aan de linkerzij-
de van het dashboard om de verschil-
lende informatie weer te geven:
- gemiddeld brandstofverbruik,
- gemiddelde snelheid,
- momenteel brandstofverbruik. Druk minimaal twee seconden op de
knop INFO
zodra gewenste informatie
op het display verschijnt om alle gege-
vens te resetten.
Automatisch
Als de contactsleutel langer dan 4 uur
in de stand OFF staat wordt alle infor-
matie automatisch gereset.
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Keuze geluidssignaal
richtingaanwijzers
U kunt uitsluitend in combinatie met in-
strumentenpaneel type 2 het geluid van
de richtingaanwijzers kiezen.
In het display van de menu's:
)
druk op de knop INFO
om geluid
1 of 2 te selecteren (in menu 2/3)
.
Inschakelen / uitschakelen van
het huidige verbruik
U kunt uitsluitend in combinatie met
instrumentenpaneel type 2 het huidige
verbruik in of uitschakelen.
In het display van de menu's:
)
druk op de knop INFO
om het sym-
bool voor het inschakelen / uitscha-
kelen van het huidige verbruik te
selecteren (in menu 2/3)
.
Fabrieksinstellingen herstellen
(RESET)
U kunt de fabrieksinstellingen van alle
functies herstellen.
Functie
Fabrieksinstelling
Wissen gemiddeld
brandstofverbruik
en gemiddelde
snelheid
1
(automatisch)
Eenheid
brandstofverbruik
L/100 km
Eenheid
temperatuurweergave
°C
Taalkeuze
ENGLISH
Geluidssignaal
van de knop INFO
ON
(ingeschakeld)
Weergave
melding "REST
REMINDER"
OFF
(uitgeschakeld)
In het menuscherm:
)
druk op de knop INFO
om " RESET
"
(in menu 2/2 of 3/3 afhankelijk
van het instrumentenpaneel)
te
selecteren.
)
druk op de knop INFO
en houd deze
ten minste 5 seconden ingedrukt.
Een geluidssignaal klinkt en de fa-
brieksinstellingen worden hersteld voor
alle functies.
)
druk op de knop INFO
en houd deze
gedurende enkele seconden inge-
drukt om de keuzes elkaar te laten
opvolgen (ON, OFF).
De fabrieksinstellingen zijn:
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
MONOCHROOM DISCHROOM DISPLAY
Dit display kan de volgende informatie
weergeven:
- de tijd,
- de weergave van de autoradio (zie
hoofdstuk "Audio en Telematica").
Tijd instellen
U kunt de digitale klok automatisch
of
handmatig
instellen.
Instelkeuze
Selecteer de automatische
of hand-
matige stand
op de volgende manier:
)
Druk op de knop A
"PWR" om het
audiosysteem in te schakelen.
)
Ga naar de instelstand door de knop
B
"TUNE" gedurende ongeveer
2 seconden in te drukken.
)
Druk de knop B
"TUNE" een paar
keer in om de verschillende me-
nu's weer te geven en selecteer het
menu CT ( klok ) .
De volgorde van de menu's is
de volgende: AF/CT/REG/TP-S/
Taalweergave/PTY/SCV/PHONE/
Instellen functies OFF.
Automatisch
Met behulp van het signaal van RDS-
zenders kan automatisch de juiste tijd
worden ingesteld.
Het pictogram "CT"
verschijnt op het
scherm.
Handmatig
In deze stand kunt u de plaatselijke tijd
handmatig instellen met de knoppen
van de autoradio.
Deze stand kan ook worden gebruikt
indien de automatische stand een on-
juiste tijd weergeeft wanneer de regio-
nale RDS-zenders vanuit een andere
tijdszone uitzenden.
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
KLEURENDISPLAY KLEURENDISPLAY
Het kleurendisplay geeft de volgende
hoofdmenu's weer: Druk op de toets B (SET)
op het
front, voor toegang tot het menu
" Instellingen
" en selecteer één van de
volgende functies:
- "Weergave uitschakelen"
om het
scherm uit te schakelen,
- "Geluidsinstellingen"
om geluids-
verdeling, volume, muziekstijl en
geluidsweergave (surround) in te
stellen,
- "Beeldregeling"
om kleur, licht-
sterkte, helderheid, contrast en
zwartbalans in te stellen,
- "Systeem"
om tijdzone, taal, een-
heden en overigen in te stellen,
- "Breedbeeld"
voor weergave van
DVD in de formaten 4/3, breed-
beeld, gecentreerd of zoom,
- "Uitrusting"
voor het instellen van
bepaalde apparatuur of uitrusting in
de auto,
- "
Contrast"
om het contrast van het
scherm af te stemmen op het omge-
vingslicht (Dag, Nacht of Auto),
- "TP Standby"
om verkeersinforma-
tie in of uit te schakelen.
Menu "Audio-video"
Menu "Navigatie-routeplanning"
Druk op de toets A (MODE)
op het front,
voor toegang tot het menu "MODE AV"
en selecteer één van de volgende func-
ties:
- radio (FM, MW, LW),
- CD (audio, MP3 of WMA),
- Music Server,
- DVD.
Menu "Instellingen"
Druk op de toets C (MENU)
op het front,
voor toegang tot het " Menu
"-scherm en
selecteer één van de volgende func-
ties:
- "Adres/knooppunt"
om een be-
stemming te selecteren met behulp
van een adres of straatnaam,
- "Naam POI"
om een bestemming
te kiezen met behulp van een Point
Of Interest (POI),
- "Geavanceerd zoeken"
om ge-
avanceerd te zoeken naar een be-
stemming gebaseerd op een POI,
- "20 Laatste bestemmingen"
om
één van de 20 laatstgebruikte be-
stemmingen te selecteren,
- "Adresboek"
om een bestemming
te kiezen waarvan het adres eerder
is opgeslagen,
- "Thuis"
voor de terugreis naar
huis,
- "Navigatieinstellingen"
om de na-
vigatieinstellingen te wijzigen,
- "Navigatietools"
om basisgege-
vens of routedemo te tonen.
De toetsen "CD" en "DVD" wer-
ken alleen wanneer een CD of
DVD in de speler is geplaatst.
1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Datum en tijd instellen
De digitale klok wordt automatisch
in-
gesteld.
Met het signaal van RDS-zenders kan
het systeem automatisch de lokale tijd
instellen.
)
Druk op de toets A
(SET) op het
front, voor toegang tot het menu
"
Instellingen
"
.
)
Druk op de toets B
op het touch-
screen, voor toegang tot het menu
"Systeem"
.
Op het display verschijnen de sy-
steeminstellingen.
Menu "Informatie"
Druk op de toets D (INFO)
op het front,
voor toegang tot het menu " Info
" waar-
in u de volgende gegevens kunt raad-
plegen:
- "Help"
om de versies van systeem
en data weer te geven,
- "Positie auto"
om met behulp van
GPS de huidige positie van de auto
weer te geven,
- "Kalender"
om belangrijke gebeur-
tenissen, verjaardagen, enz. op te
slaan,
- "Trip"
om gemiddelde snelheid,
brandstofverbruik, afstand en reis-
tijd weer te geven,
- "Omgeving"
om hoogte, luchtdruk
en buitentemperatuur weer te ge-
ven (bij kans op gladheid verschijnt
het vorst-pictogram),
- "Airconditioning"
om informatie
over de airconditioning weer te ge-
ven,
- "Mobiele telefoon"
om een num-
mer in te toetsen, een teken te wis-
sen of gesprekken te starten en aan
te nemen.
Menu "Route"
Druk op de toets E (NAVI)
op het front,
voor toegang tot het menu "Menu
Route"
, en selecteer één van de vol-
gende functies:
- "Omleiding"
om een andere route
te kiezen door een bepaald gebied,
- "Route"
om de route te wijzigen,
- "Preview"
om een route op ver-
schillende manieren weer te geven,
- "Een route verwijderen"
om een
etappe te verwijderen,
- "POI in de buurt"
om te zoeken
naar POI's in de omgeving.