9
PRAKTISCHE INFORMATIE
"Comfort" :
parkeerhulp achter, zonneschermen
opzij, koelbox...
"Style" :
"Veiligheid" :
"Bescherming" :
"Multimedia" :
PVC-dorpellijsten, spatlappen achter,
18 inch lichtmetalen velgen, chromen
handgrepen, sproeiers op achterbum-
per, lijst bagageruimte in geborsteld
aluminium look... inbraakalarm, graveren van ruiten,
wielbouten met slot, verbandtrom-
mel, gevarendriehoek, veiligheids-
vest, lokalisatiesysteem gestolen auto,
stoelverhogers en kinderzitjes, banden-
spanningsdetectie, anti-sliphoezen...
matten * , portierlijsten...
autoradio's MP3/USB, audio-/telefoon-
systeem, versterkers, navigatiesy-
stemen, handsfree set, luidsprekers,
DVD-speler, kit voor de aansluiting van
een MP3- of draagbare CD-speler...
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders als uit-
rusting achteraf monteert, kunt u
bij het PEUGEOT-netwerk infor-
meren naar de technische gege-
vens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie an-
tenne, specifi eke installatievoor-
schriften) van de voor montage
geschikte zenders ter beschik-
king, volgens de Richtlijn Elek-
tromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
"Transport" :
kunststof bak bagageruimte, honden-
rek, allesdragers, fi etsendrager voor
bevestiging op allesdragers, skidra-
gers, dakkoffer...
Trekhaak. Deze moet door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwali-
fi ceerde werkplaats worden gemon-
teerd.
ACCESCESSOIRES
Een ruime keuze aan accessoires en
originele onderdelen wordt u aangebo-
den door het PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien van
bedrijfszekerheid en veiligheid.
Ze zijn volledig aangepast aan uw auto,
zijn voorzien van een artikelnummer
en beschikken over de garantie van
PEUGEOT.
Afhankelijk van de lokale wetge-
ving kan de aanwezigheid van
een veiligheidsvest, een geva-
rendriehoek en een set reser-
velampen en -zekeringen in de
auto verplicht zijn.
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer in
het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan leiden tot storin-
gen in het elektronisch systeem
van uw auto en een verhoogd
stroomverbruik veroorzaken.
Houdt u rekening met deze te
nemen voorzorgmaatregel. Wij
raden u aan contact op te nemen
met een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT om u te la-
ten informeren over het assorti-
ment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
*
Om te voorkomen dat de pedalen ge-
blokkeerd raken:
- zorg ervoor dat de matten goed
geplaatst en bevestigd zijn,
- leg nooit meerdere matten boven
op elkaar.
11
AUDIO en TELEMATICA
Autoradio in-/uitschakelen.
Volume verlagen/verhogen.
CD-speler/CD-wisselaar
selecteren.
Automatisch
afl opend
zoeken naar zenders.
Vorige track selecteren.
Audio-instellingen kiezen
en regelen (BASS,
TREBLE, ...).
Handmatig omhoog en
omlaag zoeken naar
zenders/PTY.
Functie-instellingen
(AF/REG/TP/SCV/...).
Vorige/volgende MP3-map
zoeken.
Eén of meer CD's
uitwerpen.
CD-compartiment.
Eén of meerdere CD's
plaatsen.
AUDIO-CD-SYSTEEMAUDIO-CD-SYSTEEM
Radio selecteren.
Band selecteren
(FM, MW, LW).
Automatisch zenders
opslaan (autostore).
Automatisch vooruit
zoeken naar zenders.
Volgende track selecteren.
11
AUDIO en TELEMATICA
Informatie weergeven
per pagina.
Weergave
CD-Text/MP3/ID3-Tag.
Herhaald afspelen
(track/MP3-map/disc).
Handmatig zenders opslaan
en selecteren/PTY
(12 t/m 17).
Willekeurig afspelen
(tracks/MP3-map/disc).
Multifunctioneel display.
Versneld achteruit zoeken.
Versneld vooruit zoeken.
Verkeersinformatie
zoeken (TP).
PTY inschakelen/
uitschakelen
.
Begin afspelen van elke
track (map MP3/Disc).
Vorige disc selecteren.
Volgende disc selecteren.
11
AUDIO en TELEMATICA
STUURKOLOMSCHAKELAARSSTUURKOLOMSCHAKELAA
1.
Aan/Uit en selecteren van
geluidsbron, radio of CD
2.
Volume verlagen
3.
Volume verhogen
4.
Zoeken naar radiozenders in
oplopende frequentie/ Volgende
track/ Snel vooruitspoelen
5.
Zoeken naar radiozenders in
afl opende frequentie/
Vorige track/ Snel terugspoelen
Deze toetsen kunnen worden gebruikt
wanneer het contact in de stand "ON"
of "ACC" staat.
Inschakelen
Druk meer dan twee seconden op toets 1
.
De laatst geselecteerde audiobron
voordat het systeem werd uitgescha-
keld, wordt weer ingeschakeld.
Bron selecteren
Druk op toets 1
.
De bron verandert in de volgende volg-
orde: FM1 / FM2 / FM3 / MW / LW /
CD / FM1...
Zoeken naar radiozenders
Druk op de toets 4
of 5
om respectieve-
lijk in oplopende of afl opende frequen-
tie te zoeken.
Druk, tijdens het afspelen van
een track, op toets 5
om terug
te gaan naar het begin van deze
track.
Volume regelen
Houd toets 2
of 3
ingedrukt om respec-
tievelijk het volume te verlagen of te
verhogen.
Uitschakelen
Druk meer dan twee seconden op
toets 1
.
Zoeken op CD
Druk op de toets 4
of 5
om respectieve-
lijk de volgende of vorige track van de
CD te selecteren.
Houd de toets 4
of 5
ingedrukt om de
track die wordt afgespeeld respectieve-
lijk snel vooruit of achteruit te spoelen.
11
AUDIO en TELEMATICA
ALGEMENE FUNCTIES
Inschakelen
Druk op de toets "PWR".
De laatst gebruikte geluids-
bron wordt automatisch in-
geschakeld.
De autoradio kan worden
gebruikt als het contact in de stand
"ON" of "ACC" staat.
Volumeregeling
Draai de knop "VOL" naar
links om het volume te ver-
lagen en naar rechts om het
volume te verhogen.
Uitschakelen
Druk nogmaals op de toets "PWR".
Audio-instellingen
Druk meerdere keren op de
knop "SOUND" om de au-
dio-instellingen te wijzigen.
De volgorde van de audio-
instellingen is als volgt:
SUB PUNCH / TYPE / FIELD /
BASS / MID / TREBLE / FADER /
BALANCE / OFF.
Snel opslaan van
voorkeursinstellingen
Om uw voorkeursinstellingen op te
slaan houdt u de knop ingedrukt terwijl
u draait. Wanneer de gewenste instel-
ling is bereikt, laat u de knop los.
De autoradio onthoudt vervolgens uw
voorkeursinstelling.
Stand "Hold"
Als u deze knop ten minste 2 seconden
lang ingedrukt houdt, schakelt het systeem
over naar de stand "Hold". De audio-instel-
lingen worden dan in het geheugen opge-
slagen, totdat u de knop opnieuw langer
dan 2 seconden indrukt.
Geluidssfeer instellen met
"TYPE"
Draai aan de knop "SOUND"
om één van de volgende
geluidssferen in te stellen:
CLASSIC / JAZZ / POP /
ROCK / HIP-HOP.
Wanneer u uw geluidsvoorkeur hebt
bepaald, bevestigt u deze door de knop
"SOUND" in te drukken.
"CLASSIC": verdeelt het geluid evenre-
dig voor de beste weergave van klas-
sieke muziek.
"JAZZ": benadrukt lage, midden- en
hoge tonen voor de beste weergave
van jazz.
"POP": benadrukt het stemgeluid en de
hoge en lage tonen voor de beste weer-
gave van popmuziek.
"ROCK": benadrukt de middentonen en
het ritme voor de beste weergave van
rockmuziek.
"HIP-HOP": benadrukt de bas en geeft
een krachtig geluid voor de beste weer-
gave van hiphop.
Op het moment dat de "TYPE"-
instelling gewijzigd wordt, wordt
de geluidsweergave kort onder-
broken. De functie audio-instellingen wordt
uitgeschakeld als de radio of CD-
speler wordt ingeschakeld, of
wanneer u gedurende ten minste
10 seconden geen toets indrukt.
11
AUDIO en TELEMATICA
Surround instellen met "FIELD"
Draai aan de knop "SOUND"
om de surroundinstellingen
te wijzigen:
NORMAL / STAGE / LIVE /
HALL.
"NORMAL": benadrukt de stemmen op
de voorgrond en de instrumenten om-
ringen de luisteraar.
"STAGE": benadrukt de stemmen, alsof
de luisteraar zich voor het podium be-
vindt.
"LIVE": benadrukt het geluid als bij een
concert, waarbij het geluid uit alle rich-
tingen komt.
"HALL": benadrukt het geluid zoals in
een zaal, met lichte galm en echo.
Lagetonenregeling "BASS"
Draai aan de knop "SOUND"
om de weergave van lage
tonen aan te passen aan uw
voorkeur.
Middentonenregeling "MID"
Draai aan de knop "SOUND" om de
weergave van middentonen aan te pas-
sen aan uw voorkeur.
Hogetonenregeling "TREBLE"
Draai aan de knop "SOUND" om de
weergave van hoge tonen aan te pas-
sen aan uw voorkeur.
Geluidsverdeling voor en achter
"FADER"
Draai aan de knop "SOUND" om de ver-
deling van het geluid tussen de voorste
en achterste luidsprekers in te stellen.
Geluidsverdeling links en
rechts "BALANCE"
Draai aan de knop "SOUND" om de ver-
deling van het geluid tussen de linker
en rechter luidsprekers in te stellen.
Op het moment dat de "FIELD"-
instelling gewijzigd wordt, wordt
de geluidsweergave kort onder-
broken. Wanneer de instelling op "0"
staat, wordt het geluid gelijkma-
tig verdeeld.
Automatische volumecorrectie
"SCV"
Met deze functie kunnen de "VO-
LUME", "BASS", "MID" en "TREBLE"
regelingen automatisch worden aan-
gepast aan de snelheid van de auto.
Druk gedurende ten min-
ste 2 seconden op de knop
"SOUND" om deze instellin-
gen te wijzigen.
Druk vervolgens meerdere
keren op deze knop, totdat
de functie verschijnt die u wilt wijzigen:
AF / CT / REG / TP-S / PTY (talen) /
SCV / PHONE / OFF.
Draai de knop "SOUND" naar links
om de functie uit te schakelen of naar
rechts om de functie in te schakelen.
Op het moment dat de "SUB PUNCH"-
instelling wordt gewijzigd, wordt de
geluidsweergave kort onderbroken.
Volumeregeling van de
subwoofer "SUB PUNCH"
Draai aan de knop "SOUND" om het
volume van de subwoofer in te stellen.
De "SUB PUNCH"-regeling is alleen
beschikbaar op auto's die uitgerust zijn
met "Premium Sound".
Wanneer u uw surroundvoorkeur hebt
bepaald, bevestigt u deze door de knop
"SOUND" in te drukken.
11
AUDIO en TELEMATICA
RADIO
Radiofunctie selecteren
Druk op de toets "PWR" of
op de toets "AM/FM" om de
radio in te schakelen.
Wanneer de accukabels worden
losgenomen, worden de voorkeuze-
zenders gewist uit het geheugen.
Een band selecteren
Druk herhaaldelijk op de
toets "AM/FM" om de ge-
wenste band te selecteren:
FM1/FM2/FM3/MW/LW/
FM1...
Automatisch zenders zoeken
Druk op de toets "SEEK
"
of "SEEK
" om te zoeken
naar lagere of hogere fre-
quenties.
Handmatig zenders zoeken
Draai de knop "TUNE" naar
links om lagere frequenties
te zoeken of naar rechts om
hogere frequenties te zoe-
ken.
Handmatig opslaan van
voorkeuzezenders
Druk op één van de zes toetsen die ge-
nummerd zijn van 1 tot en met 6, totdat
een geluidssignaal klinkt.
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave van de radio kort onderbro-
ken.
Het nummer van de toets en de opge-
slagen frequentie verschijnen op het
display.
Automatisch opslaan van
voorkeuzezenders
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "AM/FM".
Voorkeuzezenders selecteren
Druk op één van de zes toetsen "1" t/m
"6". Op het display verschijnt de zender
die op de huidige band onder die toets
is opgeslagen. Het zoeken begint automatisch, en
stopt wanneer de eerstvolgende zen-
der gevonden wordt. De zes sterkste zenders worden opge-
slagen onder de zes genummerde toet-
sen, in oplopende sterkte. U kunt op elke band zes voorkeuzezen-
ders opslaan.
Als u een nieuwe voorkeuzezender op-
slaat, vervangt deze de vorige zender
onder die toets. Het automatisch opslaan van voorkeu-
zezenders kan uitsluitend op de FM3,
MW en LW band.
Als u een nieuwe voorkeuzezender op-
slaat, vervangt deze de vorige zender
onder die toets.
Automatisch opslaan kan worden ge-
start vanuit elke geselecteerde band.
Druk kort (minder dan 2 seconden)
op een van de zes toetsen om een
eerder ingestelde voorkeuzezen-
der te selecteren.
11
AUDIO en TELEMATICA
RDS RDS
Alternatieve frequenties (AF)
Als een radiozender via meerdere fre-
quenties uitzendt, schakelt de autora-
dio automatisch naar de frequentie met
de beste ontvangst.
De frequentie van een radiozender
heeft een dekking van ongeveer 50 ki-
lometer. Wanneer de radio overscha-
kelt naar een andere frequentie kan de
ontvangst van een zender tijdelijk weg-
vallen.
Als de zender geen dekking heeft in
de regio waar u zich bevindt, kunt u de
"AF"-functie uitschakelen.
Verkeersinformatie (TP)
Met de functie "Traffic Program" (TP)
is het mogelijk automatisch over te
schakelen naar een FM-zender die ver-
keersinformatie uitzendt.
De huidige radiozender of audiobron
wordt dan tijdelijk onderbroken.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, schakelt de radio terug naar de oor-
spronkelijke radiozender of audiobron.
Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders zenden
op bepaalde tijdstippen op dezelfde
frequentie verschillende, regionale pro-
gramma's uit.
Met deze functie kan een regionaal pro-
gramma worden beluisterd.
U kunt hiermee:
- een specifi eke regionale zender blij-
ven volgen,
-
naar het gekoppelde netwerk luisteren,
waarbij het mogelijk is dat de radio over-
schakelt naar een ander programma.
De functies "AF", "REG" en
"TP" kunnen met de knop
"TUNE" in- en uitgescha-
keld worden. Druk op de toets "TP".
Op het display verschijnt
"TP". Als de zender gebruik
maakt van RDS, verschijnt
dit eveneens op het dis-
play.
Zodra de radio verkeersinformatie ont-
vangt, verschijnt "TRAF INF" op het
display, gevolgd door de naam en fre-
quentie van de zender.
Het volumeniveau van de verkeersin-
formatie kan afwijken van het oorspron-
kelijke volume.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, wordt het oorspronkelijke volume
hersteld.
Wanneer "TP" wordt weerge-
geven op het display, schakelt
de radio alleen over naar ver-
keersinformatie op zenders met
RDS. Wanneer de ontvangst van een
zender verslechtert, zoekt de radio
naar een alternatieve frequentie
(AF). Als deze niet beschikbaar
is, schakelt de radio over naar
een andere, gekoppelde, regio-
nale zender (REG). Als deze ook
niet beschikbaar is, schakelt de
radio terug naar de voorkeuze-
zender in het geheugen. De RDS-functie (Radio Data System)
op de FM-band biedt de volgende mo-
gelijkheden:
- weergave van informatie, zoals de
naam van een radiozender, ...
- dezelfde zender ontvangen in ver-
schillende regio's,
- tijdelijk overschakelen naar ver-
keersinformatie.
De meeste FM-radiozenders maken
gebruik van RDS en zenden naast pro-
gramma's ook niet-hoorbare tekstinfor-
matie uit.
Dankzij deze informatie kunt u de naam
van de radiozender afl ezen op het dis-
play, een radiozender automatisch blij-
ven volgen of tijdelijk overschakelen
naar verkeersinformatie.
De RDS-functie biedt de mogelijkheid
om naar een zender te blijven luisteren,
ongeacht de verschillende frequenties
die voor deze zender gebruikt worden
in de diverse regio's. Er kunnen ech-
ter storingen optreden in de ontvangst
door een onvolledige dekking van een
zender.