Page 3 of 328

WELKOM
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwingen weer die u absoluut dient te respecteren omwille van uw veiligheid en die van anderen en om schade aan uw auto te voorkomen.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht opaanvullende informatie die u helpt de gebruiksmogelijkheden van uw autooptimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu.
Verwijzing:
dit symbool ver wijst naar de bladzijde
waar meer informatie over de desbetreffende functie is te vinden.
Wi
j danken u voor uw keuze voor de 208.
Dit instructieboek
je is ontwikkeld om u
in de gelegenheid te stellen onder alle
omstandigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw auto.
In het eerste deel van het boekje is de
belangrijkste informatie samengevat om u inkorte tijd ver trouwd te maken met de bedieningvan uw auto.
Ver volgens komen alle details van uw auto
op het
gebied van comfort, veiligheid enpraktische informatie uitgebreid aan bod, zodat
u en uw passagiers maximaal van de auto
kunnen genieten.
Uw auto kan, a
fhankelijk van het
uitrustingsniveau en de specifieke kenmerken
voor het land waarvoor uw auto bestemdis, slechts van een deel van de in dit boekje
vermelde uitrustingen zijn voorzien.
Page 5 of 328
.
.
Inhoud
Richtingaanwijzers 121
Alarmknipperlichten 121
Urgence-oproep of Assistance-oproep 122
Claxon 122
ESP 123
Veiligheidsgordels 126
Airbags 129
Kinderzitjes 133
ISOFIX-kinderzitjes 139
Kinderbeveiliging 142
Veiligheid
Bandenreparatieset 143
Wiel verwisselen 149
Een lamp vervangen 156
Zekering ver vangen 163
12V-accu 169
Eco-mode 172
Wisserbladen ver vangen 173
Slepen van de auto 174
Trekken van een aanhanger 176
Allesdragers monteren 178
Onderhoudstips 179
Accessoires 180
Praktische informatie
Motorkap 183
Benzinemotoren 184
Dieselmotoren 185
Brandstoftank 186
Vulpistoolrestrictie (diesel) 188
Brandstoftank leeg (diesel) 190
Niveaus controleren 191
Controles 194
Onderhoud
Benzinemotoren 196
Gewichten (benzine) 198
Dieselmotoren 201
Gewichten (diesel) 203
Afmetingen 206
Identifi catie 207
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 209
Touchscreen 211
Autoradio / Bluetooth 271
Autoradio 297
Audio en telematica
Visuele index
Index
Page 9 of 328

.
7
In één oogopslag
Interieur
2Tronic versnellingsbak
Met dit systeem kunt u tijdens het rijden kiezen
tussen automatisch en handmatig schakelen.
5 versne
llingen
Sfeerverlichting interieur
Het gedimde licht van de sfeer verlichting verbetert
bij weinig buitenlicht het zicht in het interieur. De
verlichting bestaat uit een aantal lampen die zichbevinden onder het instrumentenpaneel, in de
beenruimte, in de plafonnier en aan beide zijden
van het
panoramadak.
Automatische airconditioningmet gescheiden regeling
Deze functie maakt het mogelijk de airconditioning op een bepaald comfortniveau in te stellen. Aan de hand
van deze instellin
g en de weersomstandigheden wordt
de airconditioning ver volgens automatisch geregeld.
Audio- en communicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van de nieuwste technologie: autoradio met MP3 -
afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting, Bluetoothhandsfree set, navigatiesysteem met kleurenscherm,
AUX-aansluitingen, hifi-audiosysteem, ...
85
120
70
271
211
Autoradio Bluetooth
297 Autoradi
o
To u c h s c r e e n
6 versnellin
gen
88
Page 17 of 328
.
15
In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
Wanneer u het contact aanzet, slaan allemeters uit en keren ver volgens terug naar de '0"-stand.A.Als het contact wordt aangezet, moet de meter het resterende brandstofniveau
weergeven.B.Bij draaiende motor moet het
verklikkerlampje laag brandstofniveau
uitgaan.
Instrumentenpanelen
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden.2.Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er
lampjes blijven branden.
Verklikkerlampjes
23, 28
C.
Als het contact wordt aangezet, wordt op
het display van het instrumentenpaneel het
motorolieniveau weergegeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
21
Page 23 of 328

1
21
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel met LCD-display
1.
Koelvloeistoftemperatuurmeter. 2.Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),schaalverdeling afhankelijk van de motoruitvoering (benzine of diesel). 3.Motorolieniveaumeter. 4.
Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie selectiehendel (2Tronic versnellingsbak of automatische transmissie).
5. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
Door lang op de toets B te drukken kan
deze functie worden uitgeschakeld.
A. Dimmer verlichting. B.Informatie over het onderhoud.
Resetten van de geselecteerde functie(onderhoudsindicator of dagteller).
Instellen van de tijd.
Inschakelen/uitschakelen van de digitale snelheidsmeter.
6. Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of de snelheidsbegrenzer. 7.
Onderhoudsindicator, vervolgens kilometerteller (km of miles).
Deze functies worden na het aanzetten van
het contact achter elkaar weergegeven.8. Dagteller (km of miles).
9. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
10.Brandstofniveaumeter.
Meters en displays
Bedieningstoetsen
Page 24 of 328
22
Controle tijdens het rijden
Instrumentenpaneel met matrixdisplay
Meters en displays
Bedieningstoetsen
1.
Koelvloeistoftemperatuurmeter. 2.
Toerenteller (x 1000 t/min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de motoruitvoering (benzine of diesel). 3. Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.4. Opschakelindicator (handgeschakelde
versnellingsbak) of weergave positie
selectiehendel (2Tronic versnellingsbak of automatische transmissie). 5. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph).
A.Dimmer verlichting.B.Sfeerverlichting van het
instrumentenpaneel.
C.Informatie over het onderhoud.
Resetten van de geselecteerde functie(onderhoudsindicator of dagteller). 6
. Onderhoudsindicator, vervolgens kilometerteller (km of miles).
Deze functies worden na het aanzetten van
het contact achter elkaar weergegeven.
7.Dagteller (km of miles). 8. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).9.Brandstofniveaumeter.
Page 30 of 328

28
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeemen moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt
weergegeven.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOPpermanent,
in combinatiemet een ander
waarschuwingslampje.Dit waarschuwin
gslampje brandt bij een te lage motoroliedruk of bij een tehoge koelvloeistoftemperatuur. Zet de auto zo snel mo
gelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het
PEUGE
OT-netwerk of met een gekwalificeerde
werkplaats.
Servicetijdelijk. Er is een kleine storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display zoals bijvoorbeeld:
- het motorolieniveau,
- de mate van ver vuilin
g van het roetfilter (diesel),
- de stuurbekrachtiging,
- een kleine elektrische storing, - ...Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT- net wer k
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.
Er is een ernstige storing
opgetreden waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identi
ficeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 31 of 328

1
29
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Remsysteempermanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer van PEUGEOT.
Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT- netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS. Er is een storin
g in de elektronische
remdrukregelaar (REF). Zet de auto zo snel mo
gelijk stil op een veilige plaats.
Laat het s
ysteem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te hogekoelvloeistoftemperatuurpermanent, met de
wijzer in het rode gebied. De temperatuur van de koelvloeisto
f
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.