Page 183 of 307

bandenspanning, vermeld in de paragraaf
"Bandenspanning" in het hoofdstuk
"Technische gegevens", is bereikt. Controleer de
bandenspanning op de drukmeter B fig. 125;
doe dit bij uitgeschakelde compressor om een
preciezere aflezing te verkrijgen;❒als het na 5 minuten nog steeds niet mogelijk is
om minstens 1,8 bar te krijgen, koppel dan de
compressor van het ventiel en het stopcontact af
en verplaats vervolgens de auto ongeveer 10
meter naar voren of naar achteren, zodat de
afdichtvloeistof zich gelijkmatig in de band kan
verdelen; pomp de band vervolgens weer op.
❒als na deze handeling nog steeds geen 1,8 bar
wordt verkregen binnen 5 minuten na
inschakeling van de compressor, rij dan niet
verder maar neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk;
BELANGRIJK
Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats aan,
om eraan te herinneren dat de band
behandeld is met de snelle
bandenreparatiekit. Rijd voorzichtig, met
name in bochten. Rijd niet harder dan 80
km/h. Vermijd bruusk accelereren en
remmen.
❒stop na ongeveer 10 minuten en controleer
opnieuw de bandenspanning;trek de handrem
aan;Volg voor de veiligheid van de geparkeerde
auto de aanwijzingen in de paragraaf
"Parkeren" in het hoofdstuk "Starten en
rijden".
fig. 125
L0F0181
fig. 126
L0F0178
181WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 184 of 307

BELANGRIJK
Rij niet verder als de
bandenspanning onder 1,8 bar is
gedaald: de snelle bandenreparatiekit kan
de vereiste afdichting niet garanderen omdat
de band te ernstig beschadigd is. Raadpleeg
het Lancia-servicenetwerk.
❒als een spanning van minstens 1,8 bar wordt
gemeten, herstel dan de correcte
bandenspanning (bij draaiende motor en
aangetrokken handrem), ga weer rijden en rijd
zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde garage
van een Lancia dealer.
BELANGRIJK
Informeer de dealer dat de band
gerepareerd is met de snelle
bandenreparatiekit. Overhandig de
informatiefolder aan het personeel dat de
behandelde band moet repareren.BANDENSPANNING CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook gebruikt worden voor het
controleren en eventueel herstellen van de
bandenspanning. Maak de snelkoppeling A fig.
127 los en verbind deze rechtstreeks met de
ventieldop van de op te pompen band.
fig. 127
L0F0180
182WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 189 of 307
De plaatsing van de lampen is als volgt fig. 139:ARichtingaanwijzersBRemlichten
RICHTINGAANWIJZERS/REMLICHTEN
Draai de lamphouder in de richtingO(open) om
de lampen te vervangen. Draai na de lamp te
hebben vervangen de lamphouder in de richtingC
(gesloten).
STADSLICHT
Dit zijn led lampjes. Raadpleeg het Lancia-
servicenetwerk voor het vervangen.
3eREMLICHT
Het derde remlicht zit in de achterklep verwerkt
en bestaat uit led lampjes. Raadpleeg het
Lancia-servicenetwerk voor het vervangen.fig. 138
L0F0208
fig. 139
L0F0034
187WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 195 of 307

Voor een overzicht van de zekeringen wordt
verwezen naar de zekeringentabel in de volgende
pagina’s.
BELANGRIJK
Als de zekering opnieuw doorbrandt,
neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Vervang een doorgrande zekering
nooit door metalen draden of ander
materiaal.
BELANGRIJK
Vervang een zekering nooit door een
exemplaar met een hogere
stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR
BELANGRIJK
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDIFUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt,
neem dan contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Alvorens een zekering te vervangen,
moet men controleren of de
contactsleutel uit het slot is genomen en of
alle stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Als een hoofdzekering voor
veiligheidsinrichtingen
(airbagsysteem, remsysteem), motorsystemen
(motorsysteem, transmissiesysteem) of
stuurinrichting doorbrandt, neem dan
contact op met het Lancia Servicenetwerk.
193WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 206 of 307

ACCU OPLADENBELANGRIJK De beschrijving voor het opladen
van de accu geldt slechts ter informatie.
Raadpleeg bij voorkeur het Lancia Servicenetwerk
om deze werkzaamheden te laten uitvoeren.
Het verdient aanbeveling aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende ongeveer 24
uur op te laden. De accu langer opladen, kan de
accu beschadigen.
VERSIES ZONDER Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒maak de minklem los van de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de
accupolen; let daarbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒schakel na het opladen eerst de acculader uit
alvorens de accu los te koppelen;
❒sluit de minklem aan op de accu.
VERSIES MET Start&Stop SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Ga voor het opladen van de accu als volgt te werk:
❒koppel de stekker A fig. 159 van de accusensor
C op de minklem D van de accu los;
fig. 159
L0F0229
204WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 210 of 307

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk voor een
lange levensduur van de auto onder optimale
omstandigheden.
Lancia heeft een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die elke 30.000
kilometer (benzineversies) of elke 35.000
kilometer (dieselversies) uitgevoerd moeten
worden.
Vóór 30.000/35.000 km en vervolgens tussen elke
twee servicebeurten is het sowieso nodig om
bepaalde items van het Geprogrammeerde
Onderhoudsplan te controleren (bijv. periodieke
controle van het niveau van de vloeistoffen,
bandenspanning, etc.).
De servicebeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud worden volgens een vast tijdsschema
door het Lancia Servicenetwerk uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het
uitvoeren van de diverse inspecties en controles
van het geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na toestemming van
de klant. Als de auto dikwijls gebruikt wordt
voor het trekken van aanhangers, dan moet een
korter interval tussen de onderhoudsbeurten
worden aangehouden.WAARSCHUWING
Op 2000 km vóór de volgende servicebeurt zal de
display een melding tonen.
De servicebeurten van het Geprogrammeerde
Onderhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Lancia Servicenetwerk
onmiddellijk te informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de volgende
servicebeurt.
208WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD EN ZORG
Page 211 of 307

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMABENZINE-UITVOERINGEN
De servicebeurten moeten elke 30.000 km of om de 24 maanden uitgevoerd worden.km x 1000 30 60 90 120 150 180
Maanden 24 48 72 96 120 144
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarmknip-
perlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak, lampje instrumen-
tenpaneel, enz.) controleren●●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers
afstellen.●●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controleren●●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie, bodemp-
laatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem)
en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●●
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage controleren●●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage con-
troleren●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem, remmen/
hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Spanning van aandrijfriem(en) hulporganen controleren (versies zonder
automatische riemspanner) (of elke 24 maanden)●●
209WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 213 of 307

DIESELUITVOERINGEN
De servicebeurten moeten elke 35.000 km of omde 24 maanden uitgevoerd worden.km x 1000 35 70 105 140 175
Maanden 24 48 72 96 120
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers, alarmknip-
perlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak, lampje instrumen-
tenpaneel, enz.) controleren●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de sproeiers
afstellen.●●●●●
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers voor/achter controleren●●●●●
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie, bodemp-
laatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem)
en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)●●●●●
Remblokken van schijfremmen voor op conditie en slijtage controleren●●●●●
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage con-
troleren●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (koelsysteem, remmen/
hydraulische koppeling, ruitensproeiers, accu enz.)●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●●
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen●●●●●
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren●●●●●
211WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER