RITINFORMATIE
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag tot "Vehicle Speed" (voertuig-
snelheid) wordt verlicht op het EVIC.
Druk kort op de toets SELECT om de
volgende drie ritfuncties te tonen in
het volgende scherm:
Trip A (Rit A)
Trip B (Rit B)
Elapsed Time (Verstreken tijd)
Druk op de toetsen Omhoog/Omlaag
om door alle functies van de tripcom-
puter te lopen of druk op de toets
BACK om terug te keren naar hethoofdmenu.
De modus Tripfuncties toont de vol-
gende informatie:
Trip A (Rit A)
Toont de totale afstand voor Trip A
die werd afgelegd sinds de laatste re-set.
Trip B (Rit B)
Toont de totale afstand voor Trip B die
werd afgelegd sinds de laatste reset.Elapsed Time (Verstreken tijd)
Geeft de totale reistijd aan die is ver-
streken sinds de laatste reset. De ver-
streken tijd wordt aangepast wanneer
het contactslot in de stand ON of
START staat.
Functie terugstellen informatie
Rit A
Om een van deze drie ritinformatie-
functies terug te stellen, selecteert u
de functie die u wilt terugstellen met
de toets Omhoog of Omlaag. Druk op
de toets SELECT totdat de functie nul
weergeeft.
BANDENSPANNING
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag tot "Tire BAR" (bandenspan-
ning) wordt verlicht op het EVIC.
Druk kort op de toets SELECT en één
van de volgende berichten verschijnt:
Als de spanning van alle banden
goed is, wordt een voertuigpicto-
gram getoond waarin op elke hoek
de bandenspanning wordt aange-geven. Als één of meer banden een te lage
spanning hebben, verschijnt "Tire
Pressure LOW" (bandenspanning
te laag) met het voertuigpictogram
waarin op elke hoek de banden-
spanning wordt aangegeven.
Als het bandenspanningssysteem onderhoud nodig heeft verschijnt
het bericht "Service Tire PressureSystem".
De bandenspanningsfunctie geeft al-
leen informatie en kan niet worden
teruggesteld. Druk kort de toets
BACK in om terug te gaan naar hethoofdmenu.
VOERTUIGINFORMATIE
(INFORMATIEFUNCTIES
VOOR DE KLANT)
Druk kort op de toets Omhoog of Om-
laag tot "Vehicle Info" (voertuiginfor-
matie) wordt verlicht op het EVIC.
Druk kort op de toets SELECT zodat
de koelvloeistoftemperatuur wordt
getoond. Druk op de toets Omhoog of
Omlaag om door de volgende infor-
matieschermen te bladeren.
156