Page 257 of 324

VOORBEREIDING VOOR
HET STARTEN MET
STARTKABELS
De accu bevindt zich onder een deksel
in de kofferruimte. De hulppolen van
de accu voor het starten met startka-
bels bevinden zich aan de rechterkant
van het motorcompartiment. OPMERKING:
U kunt de hulppolen van de accu
zien als u aan de rechterkant van
het voertuig staat en over het spat-
bord kijkt.
Locatie hulppolen
WAARSCHUWING!
Pas op voor de radiatorventilatorwanneer de motorkap omhoog
staat. Als de contactschakelaar
aan staat, kan deze ventilator op
elk moment gaan draaien. Er be-
staat gevaar voor verwonding
door draaiende ventilatorbladen.
Verwijder alle metalen sieraden
zoals horloges of armbanden die
onbedoeld elektrisch contact kun-
nen maken. U kunt ernstig ge-
wond raken.
Accu's bevatten zwavelzuur dat in
uw huid en ogen kan branden en
ze produceren waterstofgas dat
ontvlambaar en explosief is. Houd
open vuur of vonken daarom al-
tijd uit de buurt van de accu.
1. Trek de handrem aan, zet de auto-
matische transmissie in de stand
PARK (parkeren) en zet de contact-
schakelaar in de stand LOCK (ver-
grendelen).
2. Schakel de verwarming, de radio
en alle overbodige stroomverbruikersuit. 3. Wanneer u een ander voertuig auto
gebruikt voor het starten met behulp
van startkabels, parkeer dit voertuig
dan zo dat accu met de startkabels
bereikbaar is, trek de handrem aan en
zorg ervoor dat de contactschakelaar
in de stand OFF staat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen
geen contact kunnen maken. Hier-
door kan een massaverbinding ont-
staan met mogelijk persoonlijk letsel
als gevolg.
STARTEN MET
STARTKABELSWAARSCHUWING!
Het niet opvolgen van deze proce-
dure kan door een exploderende
accu leiden tot persoonlijk letsel of
schade aan eigendommen.
1 — Positieve (+) hulppool
2 — Negatieve (-) hulppool
251
Page 262 of 324

SLEPEN VAN EEN DEFECTE AUTO
Sleepmethode Wielen LOS van de grond ALLE MODELEN
Slepen met alle wielen op de grond Geen Als de transmissie werkt:
Transmissie in
NEUTRAL
max snelheid 48 km/u
max afstand 24 km (vijftraps transmissie)
max afstand 48 km (achttraps transmissie)
Wiellift
Voor
Achter OK
Autoambulance ALLE BESTE METHODE
Het juiste sleep- of takelgereedschap
is vereist om schade aan uw auto te
voorkomen. Gebruik uitsluitend
sleepstangen en andere apparaten
welke voor dit specifieke doel zijn ont-
wikkeld. Volg hierbij altijd nauwgezet
de instructies van de fabrikant. Het
gebruik van veiligheidskettingen is
verplicht. Bevestig sleepstangen of
andere sleepmiddelen altijd aan een
dragend deel van het voertuig, nooit
aan bumpers of hieraan bevestigde
beugels. De nationale en plaatselijke
wetten m.b.t. het slepen van voertui-
gen moeten worden opgevolgd.
Wanneer u tijdens het slepen accessoi-
res wenst te gebruiken (ruitenwissers,
ruitontdooier, enz.), dient de contact- schakelaar in stand ON/RUN te staan
en niet in stand ACC.
Wanneer de accu van het voertuig leeg
is, raadpleeg "Keuzehendel ontgren-
delen" in "Wat te doen in noodgeval-
len" voor instructies hoe de automati-
sche versnellingsbak uit de PARK-
stand te schakelen voor het afslepen.
LET OP!
Gebruik geen takelsysteem met
sleeplus om de auto te slepen. Dit
kan de bumper beschadigen.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Bij het vastmaken van de auto op
een sleepwagen mogen de onder-
delen in de wielophanging vóór of
achter niet worden vastgemaakt.
Door een foutieve sleepwijze kan
uw auto worden beschadigd.
Duw of sleep deze auto niet met
een andere auto aangezien schade
aan de bumper en de versnelling
kan worden toegebracht.
Als het gesleepte voertuig be-
stuurd moet worden, moet het
contactslot in de stand ON/RUN
staan en niet in de stand LOCK ofACC.
256
Page 278 of 324

Probeer de auto niet te starten doordeze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien terwijl een of meerdere
bougies zijn losgekoppeld of verwij-
derd, zoals tijdens diagnosetests of
gedurende langere perioden wan-
neer de auto zeer onregelmatig sta-
tionair draait of sprake is van ge-
stoorde bedrijfscondities.
KOELSYSTEEMWAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat ver- richten in de buurt van de radia-
torventilator, moet u de ventila-
tormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand
LOCK zetten. De ventilator is
temperatuurgeregeld en kan op
elk moment gaan draaien indien
de contactschakelaar in de stand
ON staat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Hete koelvloeistof (antrivries) en
stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiator voldoende is af-
gekoeld. Open nooit de vuldop
van het expansiereservoir als de
radiator heet is.
Controle van koelvloeistof
Controleer het antivries elk jaar (bij
voorkeur voordat de vorst invalt). Als
de koelvloeistof (antivries) vuil of
roestig lijkt, moet het systeem worden
afgetapt en doorgespoeld en daarna
met nieuwe koelvloeistof worden ge-
vuld. Controleer of de voorzijde van
de aircocondensor vrij is van insecten-
resten, bladeren, enz. Spuit de voor-
zijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de boven-
kant schoon met een tuinslang.
Controleer de slangen van het expan-
siereservoir op brosheid, scheurtjes,
insnijdingen en vloeistofdichte aan- sluiting aan reservoir- en radiateur-
zijde. Controleer het hele systeem oplekkage.
Controleer, wanneer de motor op be-
drijfstemperatuur is (en uitstaat), of
de radiatordop luchtdicht afsluit door
een kleine hoeveelheid koelvloeistof
(antivries) via de aftapopening van de
radiator te laten uitstromen. Als de
dop goed afsluit, begint de koelvloei-
stof (antivries) uit het expansiereser-
voir te stromen. VERWIJDER DE
RADIATORDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Koelsysteem – leegmaken,
spoelen en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als
er veel bezinksel aanwezig is. Voer
daarna een grondige spoelbeurt uit
om alle afzettingen en chemicaliën te
verwijderen. Voer afgewerkte koel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijzeaf.
Raadpleeg "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
272
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24