95
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS ................................. 96
GORDELSPANNERS ........................................ 99
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .................. 101
MONTAGEVOORBEREIDING VOOR
“ISOFIX UNIVERSEEL”-KINDERZITJE.......... 105
FRONTAIRBAGS .............................................. 108
ZIJ-AIRBAGS
(Sidebags – Headbags)...................................... 110
105
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Hieronder zijn de richtlijnen
voor een veilig vervoer
van kinderen aangegeven:
❒Plaats het kinderzitje bij voorkeur
op een van de zitplaatsen achter
omdat deze plaatsen bij een onge-
val de meeste bescherming bieden.
❒Als de airbag aan passagierszijde
buiten werking wordt gesteld,
moet altijd gecontroleerd worden
of het betreffende gele lampje “
op het instrumentenpaneel continu
brandt.
❒Houdt u bij de montage van het
kinderzitje strikt aan de instructies.
De fabrikant is verplicht deze in-
structies bij te leveren. Bewaar de
instructies samen met het instruc-
tieboekje in de auto. Monteer geen
gebruikte kinderzitjes waarvan de
gebruiksaanwijzingen ontbreken.
❒Controleer of de gordels goed zijn
vastgemaakt door aan de gordel-
band te trekken.❒Ieder veiligheidssysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit
twee kinderen in één systeem.
❒Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒Zorg er tijdens de rit voor dat het
kind geen afwijkende houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Vervoer kinderen nooit in uw ar-
men, ook geen pasgeboren kinde-
ren. Niemand is sterk genoeg om
ze bij een ongeval vast te houden.
❒Na een ongeval moet het zitje door
een nieuw exemplaar worden ver-
vangen.MONTAGEVOORBE
REIDING VOOR
“ISOFIX
UNIVERSEEL”-
KINDERZITJE
(voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
De auto is voorbereid op de montage
van “Isofix Universeel”-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Euro-
pees systeem voor het vervoeren van
kinderen. In fig. 14is een voorbeeld
gegeven van het kinderzitje. Het Iso-
fix Universeel-kinderzitje is er voor
drie gewichtsgroepen: 1.
Monteer absoluut geen
kinderzitje op de voorstoel
aan de passagierszijde als deze is
uitgerust met een airbag, omdat
kinderen nooit op de voorstoel ver-
voerd mogen worden.
ATTENTIE
106
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
fig. 14L0C0425m
Vanwege het verschillende bevesti-
gingssysteem, moet het kinderzitje aan
de daarvoor bestemde onderste meta-
len beugels A-fig. 15worden beves-
tigd. Deze bevinden zich tussen de rug-
leuning en zitting van de achterbank.
Bevestig daarna de bovenste gordel (bij
het kinderzitje geleverd) aan de beu-
gelD-fig. 16aan de achterzijde van de
rugleuning bij het kinderzitje.
fig. 15L0C0140m
Er kan ook een mengvorm worden
gekozen, een traditioneel kinderzitje
en een “Isofix Universeel”-kinderzitje.
Bedenk dat bij Isofix Universeel-kin-
derzitjes, alle zitjes gebruikt kunnen
worden die goedgekeurd zijn volgens
de ECE R44/03-richtlijn „Isofix Uni-
verseel”.
In het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma zijn een “Isofix Universeel”
“Duo Plus”- en een “G 0/1”-kinder-
zitje beschikbaar.
Zie voor meer informatie over de
montage en/of het gebruik van het
kinderzitje, het “Instructieboekje” dat
bij het kinderzitje wordt geleverd.
fig. 16L0C0143m
Monteer het kinderzitje al-
leen als de auto stilstaat.
Het kinderzitje is op de juiste wijze
aan de beugels bevestigd als u het
hoort vergrendelen. Houdt u in ie-
der geval aan de instructies voor de
montage, de demontage en de plaat-
sing. De fabrikant van het kinder-
zitje is verplicht deze instructies bij
te leveren.
ATTENTIE
107
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
Tegen de rijrichting in
In de rijrichting
In de rijrichting
In de rijrichtingE
E
D
C
D
C
B
B1
AIL
IL
IL
IL (*)
IL
IL (*)
IUF
IUF
IUF
IUF geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrich-
ting bevestigd moeten worden en goedgekeurd zijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.
IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voor dit type auto. Het kinderzitje
kan gemonteerd worden door de voorstoel naar voren te schuiven.
(*) Het Isofix-kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel in de hoogste stand te zetten. GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJES
In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage
van de Isofix Universeel-kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitgerust met Isofix-beugels.
Gewichtsgroep Richting Klasse- Plaats Isofix kinderzitje indeling Isofix achter aan de zijkant
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep I vanaf 9 kg
tot 18 kg
213
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
Fix&Go automatic
(snelle bandenreparatieset) . 138
FPS (Brandstofnoodschakelaar) 72
Frontairbags .......................... 108
– frontairbag
bestuurderszijde ............... 108
– frontairbag en zij-airbag
passagierszijde handmatig
uitschakelen ..................... 110
– frontairbag passagierszijde 109
Gewichten ............................ 200
Gloeilamp vervangen ............ 147
Gordelspanners ..................... 99
Grootlicht
– bediening ......................... 62
– lamp vervangen ................ 151
GSI (het systeem)................... 87
Handgeschakelde
versnellingsbak (gebruik)..... 117
Hoofdsteun ........................... 44
Identificatiegegevens ............ 188
Instrumenten ........................ 21
Instrumentenpaneel .............. 10Interieur ................................ 185
Interieuruitrusting
– bekerhouder/blikjeshouder 74
– CD-opbergvak met
blikjeshouder .................... 75
– dashboardkastjes boven .... 73
– opbergruimte op
hemelbekleding ................. 74
– opbergruimtes ................... 73
– pasjes-/kaarthouder .......... 74
– stekkerdozen ..................... 75
Interieurverlichting ................ 69
“Isofix Universeel”
-Kinderzitje ......................... 105
Kentekenplaatverlichting
– lamp vervangen ................ 154
Kinderen veilig vervoeren ...... 101
Kinderveiligheidsslot ............. 19
Koelvloeistoftemperatuurmeter 22
Koplampafstelling
(hoogteregelaar) .................. 84
Koplampen ........................... 84
Koplampverstelling ............... 84
Koppeling ............................. 192Krik ...................................... 144
Lampjes en berichten ............ 125
Lancia CODE (startblokkering) 11
Luchtroosters ........................ 48
Mechanical Brake Assist ........ 85
Milieu (bescherming) ............. 94
Mistachterlicht
– Bedieningsknoppen .......... 71
– lamp vervangen ................ 154
Mistlampen voor
– bedieningsknoppen .......... 71
– lamp vervangen ................ 153
Motor starten
– benzinemotor starten ........ 114
– motor opwarmen na het
starten .............................. 115
– motor uitzetten.................. 115
– Multijet-motor starten ...... 114
– rollend starten ................... 138
– start-/contactslot .............. 20
– starten met een hulpaccu .. 137
Motor
– brandstofsysteem .............. 192
– identificatiecode ............... 188