RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons,
CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag
alleen in het voertuig worden
gebruikt met een aparte antenne die
aan de buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze
apparaten in het voertuig (zonder
buitenantenne) kan, behalve
potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers,
storingen in de elektrische systemen
van het voertuig veroorzaken, wat
de veiligheid van het voertuig in
gevaar brengt.
Tevens kan de zend- en
ontvangstkwaliteit beperkt worden
door het afschermingseffect van de
carrosserie.
Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS,
UMTS) met het officiële EU-
keurmerk, wordt verwezen naar de
gebruiksaanwijzingen van de
fabrikant van de mobiele telefoon.TANKEN
Tank met de auto nooit
benzine: niet in
noodgevallen en ook
niet een klein beetje. De
katalysator kan hierdoor
onherstelbaar beschadigd raken.
Een beschadigde
katalysator veroorzaakt
schadelijke
uitlaatgassen, met
milieuvervuiling tot gevolg.
Tank uitsluitend
dieselbrandstof voor
motorvoertuigen die
voldoet aan de Europese
specificatie EN590. Het gebruik
van andere producten of
mengsels kan de motor
onherstelbaar beschadigen en
derhalve de garantie voor de
veroorzaakte schade ongeldig
maken. Als per ongeluk andere
brandstofsoorten worden
getankt, mag de motor niet
gestart worden en moet de
brandstoftank afgetapt worden.
Als de motor ook maar zeer
kortstondig heeft gewerkt, moet
behalve de tank het complete
brandstofcircuit geledigd
worden.
102
135
ZEKERINGENTABEL
Stroomverbruiker Nr. Zekering Ampère Plaats
F12
F13
F31
F32
F35
F37
F38
F39
F42
F43
F44
F47
F48
F49
F50
F51
F5315A
15A
7,5A
15A
10A
10A
20A
15A
7,5A
30A
20A
30A
30A
7,5A
7,5A
7,5A
10A
Rechter dimlicht
Linker dimlicht, koplampverstelling
Voeding voor achteruitrijlicht, relaisspoelen op zekeringenkast
motorruimte, handbediend klimaatregelsysteem
Voeding +30 bediening buitenverlichting
Voedin schakelaar remlichten (NC-signaal)
Remlichten, regeleenheid instrumentenpaneel
Centrale portiervergrendeling
Voeding +30 plafondverlichting, verlichting dashboardkastje, autoradio
ABS-regeleenheid
Ruitenwissers, bidirectionele pomp
Stopcontact - aansteker
Elektrische ruitbediening linksvoor
Elektrische ruitbediening rechtsvoor
+15 stroomverbruikers voeding voor autoradio, elektrisch
verstelbare spiegels, verlichting midden- en zijconsole, verlichting
bediening elektrische spiegels
Airbagsysteem
+ voeding voor kentekenverlichting, verlichting bediening
verwarming, verlichting stopcontact - aansteker, verlichting autoradio
Richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, regeleenheid instrumentenpaneelfig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
fig. 143
156
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in
acht om het snel ontladen van de
accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
– wanneer het voertuig wordt
geparkeerd, controleer dan of de
portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat
de interieurverlichting blijft
branden;
– schakel de interieurverlichting uit:
het voertuig is in ieder geval
uitgerust met een systeem voor
automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
– houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te
lang ingeschakeld wanneer de
motor is uitgezet;
– maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de
minpool op de accu los;
– trek de accuklemmen stevig aan.BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50%
blijft, raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen
de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van
–10°C gebeuren).
Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, zie dan “Langdurige stilstand
van de auto” in het hoofdstuk
“Correct gebruik van de auto”.Als men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die
constante elektrische voeding nodig
hebben (diefstalalarm, enz.) of veel
stroom verbruiken, dient men
contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het
Fiat Servicenetwerk. Zij kunnen het
totale stroomverbruik beoordelen
en controleren of de elektrische
installatie hierop berekend is en of
het noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij
afgezette motor stroom blijven
verbruiken en op deze manier de
accu ontladen.
190
- code......................................................................................... 166
- koelvloeistofniveau .............................................................. 150
- koelvloeistoftemperatuurmeter ......................................... 28
- motorruimte uitspuiten ...................................................... 162
- technische gegevens............................................................. 168
Motorcode .................................................................................... 166
Motorkap openen.........................................................................85-86
Motorkoelvloeistof
- controle van vloeistofniveau .............................................. 150
- temperatuurmeter................................................................ 28
Motorkoelvloeistofniveau .......................................................... 150
Motorolie bijvullen ...................................................................... 149
Motorolie
- controle van het niveau ...................................................... 149
- specificaties.......................................................................178-179
- verbruik .................................................................................. 150
Motorolieniveau ........................................................................... 149
Motorolieverbruik ....................................................................... 150
Motorruimte ................................................................................. 148
- reiniging .................................................................................. 162
Multifunctionele display .............................................................. 42
- bedieningsknoppen .............................................................. 42
- set-up menu .......................................................................... 44
Niveau stuurbekrachtigingsolie ............................................... 152
Noodgeval
- alarmknipperlichten.............................................................. 73
- noodgevallen ......................................................................... 117
Noodgevallen ............................................................................... 117
Onderhoud van de auto ............................................................ 143
- geprogrammeerd onderhoud ............................................ 143
- geprogrammeerd onderhoudsschema ............................ 144
- intensief gebruik.................................................................... 147
- periodieke controles ........................................................... 147
Open dak........................................................................................ 81
Opkrikken van de auto ..........................................................138-139
Originele onderdelen ................................................................. 1-2
Parkeren ...................................................................................... 108
Periodieke controles .................................................................. 147
Plafondverlichting achter
- bediening ................................................................................ 77
- lamp vervangen ..................................................................... 131
Plafondverlichting voor
- bediening ................................................................................ 76
- lamp vervangen ..................................................................... 130
Pollenfilter ..................................................................................... 153
Portieren (openen/sluiten) ......................................................... 79
Radio (inbouwvoorbereiding) .................................................. 100
- speakers.................................................................................. 100
Radiozendapparatuur .................................................................. 102
Rechter hendel ............................................................................. 70
Remlichten
- lamp vervangen ...............................................................128-129