9.25
06
1
2
1
AUDIO/VIDEO
GEBRUIK VAN USB-POORT *
USB-stick (1.1, 1.2 en 2.0):
- de
USB-stick moet FAT16- of
FAT32- geformatteerd zijn (NTFS wordt niet ondersteund),
- navigatie door de bestanden is mogelijk via
de bedienin
g op het stuurwiel. De bestanden op de USB-stick worden over
gebracht
op uw autoradio en via de luidsprekers van de auto
wordt de muziek weergegeven.
Sluit geen externe harde schijf of andere USB-apparaten dan een FTA16- of FAT32-geformatteerde USB-stick aan (NTFS wordt
niet ondersteund); de audio-installatie zou anders
beschadigd kunnen raken.
Sluit
geen externe harder schijf of andere USB-apparaten dan
audioapparatuur op de USB-poort aan; de audio-installatie zou
an
ders beschadigd kunnen raken.
Sluit de USB-stick direct of via een verlen
gsnoer aan op de poort. Als de autoradio is ingeschakeld,
wordt de USB-bron gedetecteerd zodra deze wordtaangesloten. Het lezen begint automatisch na een
bepaalde tijd, afhankelijk van de capaciteit van de USB-stick.
De herkende bestands
formaten zijn .mp3 (uitsluitend
mpeg1 layer 3).
Een lijst met geschikte uitrustingen is beschikbaar bij hetCITROËN-netwerk.jg
AANSLUITEN VAN EEN USB-STICK
*
Beschikbaar volgens uitvoering.
9.33
07
1
2
3
4
BLUETOOTH-TELEFOON
EEN BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN
Activeer de functie Bluetooth van uw telefoon.
De laatst
gekoppelde telefoon wordt automatisch
opnieuw gekoppeld.
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set
van het s
ysteem mag om veiligheidsredenen en vanwege het feitdat deze handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt,
uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto.
Druk op de toets MENU, selectee
r "Datacommunicatie" en vervolgens "Functies Bluetooth". Druk op de
draaiknop om iedere handeling te
bevestigen.
Herhaal, om de naam van de CITROËN-radiotelefoon te kennen
en te wijzigen, stap 2 en selecteer "Naam van de radiotelefoon
wijzigen".
Selecteer "Wijze van activeren
Bluetooth" en vervolgens "Actief enzichtbaar". Druk op de draaiknop om
iedere handeling te bevestigen.
Selecteer op uw telefoon de naam van de CITROËN-radiotelefoon. Voer de toegangscode inp
(standaard 0000).
De beschikbare functies van de telefoon zi
jn afhankelijk van het netwerk,
de SIM-kaart en de compatibiliteit met de gebruikte Bluetooth-apparatuur. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest gg jggg jg
geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk.
9.34
07BLUETOOTH-TELEFOON
EEN BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN
Herhaal, om de gekoppelde telefoon te wijzigen, stap 2, selecteer
"Lijst gekoppelde telefoons" en druk op OK om te bevestigen. De
lijst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 10) verschijnt.Selecteer de telefoon van uw keuze, bevestig, selecteer "Koppelen" en druk op de draaiknop om te bevestigen.
Herhaal, om de toe
gangscode te wijzigen, stap 2, selecteer "Toegangscode" en sla de code van uw keuze op.
De
gesprekkenlijst bevat uitsluitend gesprekken die zijn gevoerd
met de radiotelefoon van de auto.
Als de tele
foon is gekoppeld kan het systeem het adresboek en degesprekkenlijst synchroniseren. Herhaal stap 2 en selecteer "Wijze
van synchroniseren index". Selecteer de synchronisatie van uw
keuze en druk op de draaiknop om te bevestigen.
De s
ynchronisatie kan enkele minuten duren.
9.41
10MENUSTRUCTUUR DISPLAY
rondom de auto
op de route
verkeersinformati
e
4
4
3
trafi c info
afsluiting van wegen
beperkin
g van afmetingen
staat van de weg
4
4
4
4
weerbericht en zicht
stadsinlichtin
gen
4
3
parkeren
open
baar vervoer
evenementen
4
4
4
de berichten lezen3
nieuwe berichten weerg.3
DE AANKONDIGING VAN BERICHTEN
INSTELLEN 2
TMC automatisch volgen3
TMC handmatig volgen3
lijst van TMC-stations3
KEUZE VAN HET TMC-STATION 2
AUDIOFUNCTIES
frequentie invoeren
VOORKEURSINSTELLINGEN RADIO
1
2
3
inschakelen / uitschakelen RDS-functie3
inschakelen / uitschakelen REG-functie3
radio text weergeven / verbergen3
introscan inschakelen / uitschakelen (SCN)
VOORKEURSINSTELLINGEN CD, USB, JUKEBOX 2
3
willekeurig afspelen inschakelen / uitschakelen (RDM)3
herhaling inschakelen / uitschakelen(RPT)3
tonen van CD-details inschakelen / uitschakelen3
CD naar Jukebox kopiëren CD
complete
CD kopiëren
m
eerdere keuzes
huidige album
4
3
2
4
4
huidige nummer 4
CD uitwerpen3
kopiëren van USB naar Jukebox
USB
volledi
ge disc
meervoudi
ge selectie
huidi
g album
4
3
2
4
4
huidig nummer 4
USB verwijderen3
beheer Jukebox
JUKEBOX2
3
9.43
10
automatisch
handmatig
5
5
duur gesprekken
beschikbare netwerken
3
4
op nul zetten4
PIN-code beheren3
activeren/deactiveren
PIN-code o
pslaan 4
4
PIN-code wijzigen 4
belopties3
telefoongesprekken confi gureren
tonen van m
ijn nummer
automatisch opnemen na x keer over
gaan
5
5
4
opties beltonen
voor
gesprekken
voor
SMS-berichten
5
5
4
nummer voicemail
geluidssignaal SMS 6
3
de gesprekkenlijst wissen3
wijze van activeren3
BLUETOOTH FUNCTIES 2
niet actief
actief en zichtbaar
actief en niet zichtbaar
4
4
4
lijst met gekoppelde randapparatuur3
de naam van de radiotelefoon wijzigen3
identifi catiecode3
wijze van synchroniseren van de index3
geen synchronisatie
de index van de telefoon zien
de index van de SIM-kaart zien
4
4
4
alle indexen zien
4
CONFIGURATIE
de kleur kiezen
CONFIGURATIE DISPLAY
1
2
3
lichtsterkte regelen3
datum en tijd instellen3
eenheden kiezen3
gesproken berichten instellen
GELUIDEN2
3
instellingen spraaksturing3
volume van de instructies
v
olume andere berichten
4
4
een vrouwelijke/mannelijke stem kiezen4
AUX-ingang activeren/deactiveren3
TAALKEUZE
2
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN*2
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
9.44
10
VIDEO
afmetingen weergave
PARAMETERS VIDEO
1
2
3
lichtsterkte regelen3
kleuren instellen3
contrast instellen3
INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE2
BOORDCOMPUTER
STATUS VAN FUNCTIES *
1
2
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN 2
RESET DETECTIESYSTEEM TE LAGE
BANDENSPANNING *
2
DIAGNOSE RADIOTELEFOON
NOODENERGIEVOORZIENIN
G
1
2
DEKKING GPS2
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL2
LIJST STEMCOMMANDO'S 1
CONFIGURATIE DIENSTEN1
NAVIGATIEDEMONSTRATIE 1
Druk langer dan 2 seconden op de
toets MENU voor toegang tot het
volgende schermmenu.
Druk herhaalde malen op de toetsmet de muzieknoot voor toegang tot de volgende instellingen.
GELUIDSSFEER
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
BASSEN
HOGE TONEN
CORRECTIE LOUDNESS
FADER
V
ersie menustructuur 8.2
BALANS
AUTOMATISCHE CORRECTIE VOLUME
Elke
geluidsbron (radio, CD, MP3,Jukebox) kan afzonderlijk worden ingesteld. * De parameters variëren afhankelijk van de auto.
9.45
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen(radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, muziekstijl, loudness) zijnafgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, fader, balans) in de middelste standte zetten, de muziekstijl "Geen" te selecteren ende functie Loudness in de stand "Actief" te zettenals de CD-speler is geselecteerd, en in de stand"Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteemdat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel isbeschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, muziekstijl) zijn niet op deCD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonenop 0, zonder een muziekstijl te selecteren. In de onderstaande tabel vindt u de antwoorden op de meest
gestelde vragen.
9.46
VRAAGANTWOORDOPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of devoorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostationof er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Laat de antenne controleren door het CITROËN-netwerk.
Het geluid van de radiovalt 1 tot 2 secondenweg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radiona enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestandvan de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradiois geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De optie VERKEERSINFORMATIE is aangevinkt, maar de fi les op de route wordenniet direct gemeld.
Bij het opstarten heeft het systeem enkele minuten nodig om deverkeersinformatie te ontvangen.
Wacht tot de verkeersinformatie goed wordtontvangen (weergave van de pictogrammen van de verkeersinformatie op de kaart).
In bepaalde landen is alleen voor de hoofdwegen (autosnelwegen, ...) verkeersinformatie beschikbaar.
Dit is een normaal verschijnsel. Het systeem is afhankelijk van de beschikbare verkeersinformatie.
Het berekenen van deroute lijkt soms langer te duren dan normaal.
Het systeem kan tijdelijk trager worden als gelijktijdig met het berekenen van de route een CD naar de Jukebox gekopieerd wordt. Wacht met het starten van de navigatie tot het kopiëren van de CD is voltooid of breek hetkopiëren af.