Page 37 of 358

35
Hybridesysteem
Hybrid4-keuzeschakelaar
Met de keuzeschakelaar kunt u een keuzemaken uit vier aandrijfstanden.
Draai de knop naar rechts of links: de geselecteerde stand wordt aangegeven door het branden van het desbetreffende
controlelampje.
Stand ZEV
: 100% elektrisch rijden. V
Stand Sport: voor maximale prestaties.
Stand 4WD
: aandrijving van zowel de
voorwielen als de achterwielen.
Stand AUTO
: voor normale rijomstandigheden
en een zo laag mogelijk brandstofverbruik. Starten van de auto: trap ter wijl de selectiehendel in de stand Nstaat het rempedaal in en druk de
knop STA R T/STOP in om het hybridesysteem in
te schakelen.
Dit controlelampje gaat branden zodra de auto
klaar is om te rijden (standaard is de stand "Auto" geselecteerd) en de bestuurder het gaspedaal
kan intrappen om weg te rijden.
Het controlelampje zal gewoonlijk vrijweldirect gaan branden, maar onder bepaalde
omstandigheden (wanneer bijvoorbeeld bij koud
weer de dieselmotor moet voorgloeien, ...) kan het
voorkomen dat u enkele seconden moet wachten.
Controlelampje Ready
Wanneer u de auto hebt stilgezet, dient uvoordat u uitstapt de knop STA R T/STOP in tedrukken en te wachten tot het controlelampjeReady
uitgaat. Wanneer u dit niet doet, yblijft het hybridesysteem ingeschakeld.Zie de paragraaf "Voorzorgsmaatregelen/waarschuwingen motorruimte".
Page 39 of 358

37
Hybridesysteem
Stand Sport
(diesel en
elektrisch)
Stand 4WD **
(diesel en
elektrisch)
Deze stand maakt een spor tievere rijstijl
mogelijk dankzij extra prestaties.De auto accelereert sneller doordat devolledige capaciteit van de elektromotor is gekoppeld aan het vermogen van de dieselmotor.
Voor de progressiviteit van het gaspedaal, de aansturing van de EGS-versnellingsbak en het door de elektromotor geleverde vermogen zijn in deze stand specifieke regelingen van
toepassing.
In de stand Sport:
- Assisteert de elektromotor de dieselmotor
tot 120 km/h.
In deze stand is bij lage snelheden extra tractie***ebeschikbaar dankzij de permanente aandrijving
van de voor- en achterwielen van de auto: dedieselmotor (aandrijving van de voor wielen) en
de elektromotor (aandrijving van de achter wielen)
werken gelijktijdig en permanent.
De dieselmotor en de elektromotor wordenelektronisch op elkaar afgestemd, zodat de
tractie van de auto op een wegdek met weinig grip wordt verbeterd.
In de stand 4WD:
- Wordt de achterin geplaatste elektromotor
indien nodig gevoed door de dynamo/startmotor van de voorin geplaatstedieselmotor. De dieselmotor werkt permanent.
- Assisteert de elektromotor de dieselmotor
tot 120 km/h. In
de stand ZEV:
- Werkt het intrappen van het gaspedaalprogressief.
- Zijn de actieradius en de prestaties
beperkt. De maximumsnelheid in deze
stand is ongeveer 60 km/h.
- Wanneer veel vermogen wordt gevraagd
of de omstandigheden het starten van de
dieselmotor vereisen, schakelt het systeem
automatisch over op de stand AUTO.
Als niet aan de voorwaarden
voor deze stand wordt voldaan,
verschi
jnt een melding dat de stand ZEV niet beschikbaar is op het
display. Het controlelampje ZEV zal enkele seconden knipperen en ver volgens
uitgaan en het controlelampje AUTO van de
keuzeschakelaar gaat branden.
Deze stand dient gekozen te worden wanneer u op gladde wegen of op onverhard terrein (bijvoorbeeld modder en zand) rijdt.
Raadpleeg voor meer informatie over
het "Automatisch opnieuw starten van de dieselmotor" de desbetreffendeparagraaf.
**
4WD: 4 Wheel Drive (vierwielaandrijving).
***
Deze stand komt optimaal tot zijn recht als
de auto is voorzien van banden die geschikt
zijn voor de desbetreffende ondergrond (bijv. w i nte r b a n d e n).
Page 42 of 358
Weergave van de energiestromen van het hybridesysteem
Standen hybridesysteem
1.
Geselecteerde stand van het hybridesysteem(AUTO, ZEV, SPORT, 4WD).2.
Meldingen, bijv.: "Zero Emission" als de dieselmotor is uitgeschakeld (0 g/km CO2).
Werking/energiestromen
6.
De dieselmotor voedt de tractiebatterij (afhankelijk van de
laadtoestand
).
7.Pijl van links naar rechts: de tractiebatterij voedt de elektromotor (als de elektromotor in werking is).
Pijl van rechts naar links: de elektromotor/generator laadt de
tractiebatterij op (regeneratie van energie). 8. De dieselmotor drijft de voor wielen aan. 9.De elektromotor drijft de achter wielen aan.
Infrastructuur van de auto
3.
Dieselmotor.4.
Laadtoestand van de tractiebatterij.5.
Elektromotor/generator. De actuele informatie met betrekkin
g tot de geselecteerde stand van het hybridesysteem, de pijlen van de energiestromen en de laadtoestand van de
tractiebatterij worden weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
Page 250 of 358
Identificatie
A.Serienummer onder de motorkap.Dit nummer is ingeslagen in de carrosserie, bij de schokdempersteun.
Controleer de bandenspanning minimaal één keer per maand, bij koudebanden.
Een te lage bandenspanningveroorzaakt een hoger brandstofverbruik.
B.Serienummer op de onderste
voorruittraverse.Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.
C.Constructeurssticker. Dit nummer staat op een eenmaligesticker op de por tiersponning, aan
passagierszijde.
D.Sticker bandenspanning/kleurcode van
de lak. Deze sticker is op de middenstijl aan
bestuurderszijde bevestigd, en bevat de vol
gende informatie:
- bandenspanning zonder en met volle
belading,
- velgmaat en bandenmaat,
- door de constructeur aanbevolen bandenmerken,
- bandenspanning van het reservewiel,
- kl
eurcode van de lak.
Er mogen alleen sneeuwkettingen opde voor wielen worden gemonteerd. De keuzeschakelaar moet in de stand4WD staan.