Page 230 of 358

  Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van CITROËN voorkomen,kan leiden tot storingen in het elektronischsysteem van uw auto en een verhoogdstroomverbruik veroorzaken.  
Houdt u rekening met deze te nemen voorzorgmaatregel. Wij raden u aan contact op te nemen met een ver tegenwoordiger van het merk CITROËN om u te laten informerenover het assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van een artikelnummer.   
 
 
 
Installeren vanradiocommunicatiezenders 
 
Voordat u radiozenders als uitrustingachteraf monteert, kunt u bij het CITROËN-netwerk informerennaar de technische gegevens(frequentieband, maximaal uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke installatievoorschriften) vande voor montage geschikte zenders ter beschikking, volgens de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit(2004/104/EG).  
 
 
 
 
Afhankelijk van de lokale wetgevingkan de aanwezigheid van een veiligheidsvest, een gevarendriehoek en een set reser velampen en -zekeringen in de auto verplicht zijn.    
In het CITRO
ËN-netwerk kunt u ook reinigings- en onderhoudsproducten kopen (interieur en buitenkant) - waaronder milieuvriendelijke 
producten uit de serie "TECHNATURE" - 
bijvulmiddelen (ruitensproeiervloeistof...), 
stiften en spuitbussen voor het bijwerken 
van lakschades voor de exacte kleur 
van uw carrosserie, vulpatronen voor bandenreparatieset....  
 
"Multimedia":
audio-installaties, stuurkolombediening voor de autoradio, luidsprekers, HiFi-module, Bluetooth handsfree-set, losse navigatiesystemenmet houder, radarverklikker, USB-box,achteruitrijcamera, los videoscherm met steun,
230V/50Hz stekker, adapter voor 230V/12Vstopcontact, Wifi... 
         
        
        
     
        
        Page 252 of 358
        
        
        
     
        
        Page 257 of 358
255
   
Dit s
ysteem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend inuw auto functioneert.
eMyWay
 
 
01  Basisfunctie - Bedieningspaneel  
 
 Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingendie zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto. 
  Wanneer de eco-mode is 
geactiveerd, schakelthet systeem zichzelf na het afzetten van de motor automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
 
 
INHOUD  
   
02 Stuurkolomschakelaars   
   
03 Werking   
   
04 Navigatie   
   
05 Verkeersinformatie   
   
06 Telefoneren   
   
07  Index - ADDR BOOK   
   
08 Radio   
   
09 Multimediaspelers   
   
10 Audio-instellingen   
   
11 Configuratie   
   
12 Menustructuur   blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
blz.  
 256
 258
 259
 261
 274
277
 285
 2
88
 291
 297
 298
 300
   
Veelgestelde vragen   blz.   303
 
 
GPS-NAVIGATIE 
  MULTIMEDIA-AUTORADIO/BLUETOOTH-
TELEFOON  
         
        
        
     
        
        Page 258 of 358

01  BASISFUNCTIES 
Kort indrukken: selecteren vaneen in het geheugen opgeslagen 
radiozender.  
Lang indrukken: de radiozender waar u op dat moment naar luistert
opslaan als voorkeuzezender. 
   
Functie TA (verkeersinformatie) 
aan/uit.   Weer
gave van de lijst met ontvangen radiozenders,nummers of CD/MP3/Apple®-speellijsten. 
  Lan
g indrukken: beheer van de structuur van de MP3/WMA-bestanden/bijwerken van de lijst met 
ontvangen radiozenders.  
   
To e
gang tot de " Audio-instellingen": klankkleur, bassen, hoge tonen,loudness, geluidsverdeling, 
balans links/rechts,
balans voor/achter,snelheidsafhankelijke
volumeregeling.      
Selecteren van het golfbereik FM/DAB * 
.      
 
In
gedrukt houden: 
resetten van het systeem.
   Selecteren van de geluidsbron: CD, USB, AUX,
Apple®-speler, Bluetooth Streaming, Radio.  
 
 Annuleren van de bewerking,
omhoog in de menustructuur.
  Lan
g indrukken: terug naar 
de permanente weergave.      
Aan/uit.
   
T
oets  MODE 
: selecteren
van het type permanente 
weergave.    
Draaien: volumere
geling (voor elke geluidsbron afzonderlijk,
inclusief de TA-meldingen ennavigatie-aanwijzingen).  
Selecteren:
-   van het vorige/volgende item in een lijst of in een menu. 
-   van de vorige/volgende afspeellijst van de mediadrager. 
-  stapsgewijs zoeken naar een radiozender met een 
hogere/lagere frequentie. 
-   van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
De kaart omhoog/omlaag verplaatsen, met de functie"De kaart verplaatsen".
Selecteren:-   automatisch zoeken naar radiozenders in aflopende/oplopende volgorde.-   van het vorige/volgende nummer op de CD,MP3-bestand of mediabestand.gggg
De kaart naar links/naar rechts verplaatsen in de stand"De kaart verplaatsen".
 
 Display uitschakelen.  
   
K
ort indrukken: onderbreken/herstellen 
van het geluid.  
* 
 
 Vo lgens uitvoering.   
         
        
        
     
        
        Page 280 of 358

1
2
5
6
3
4
06
   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
BLUETOOTH-TELEFOON KOPPELEN  
EERSTE KOPPELING    
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze handeling de
volledige aandacht van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uit
gevoerd als de auto stilstaat . 
   
A
ctiveer de Bluetooth-functie van uw 
telefoon en stel deze zo in dat detelefoon "gezien" wordt.  
Druk o
p deze toets.  Selecteer het 
gewenste apparaat in delijst, kies dan " Verbinden 
" en bevestiguw keuze.  
Het systeem stelt voor: 
-  het pro
fiel " Handsfree functie " (alleen telefoon), 
-  het pro
fiel " Audio 
" (streaming: lezen van
muziekbestanden van de telefoon), 
-   of beide profielen " 
Alle".
Selecteer met "OK" en bevestig uw keuze.  
Selecteer "Bluetooth-functies" en bevestig uw keuze.  
Selecteer "Randapparatuur zoeken" en 
bevestig uw keuze.
Er verschi
jnt een overzicht van deapparatuur die waargenomen is. Wacht
tot de knop "Verbinden" verschijnt.  
TELEFONEREN 
 Ga voor meer informatie (compatibiliteit, extra hulp, enz.) naar www.citroen.nl.   
         
        
        
     
        
        Page 285 of 358

1
2a
2b
2c
2d
06
SRC
SR
C
283
TELEFONEREN 
   
OPTIES TIJDENS EEN GESPREK *  
 
 
Druk tijdens het gesprek een paar keer 
op de toets  MODE 
 om het telefoonmenute selecteren en druk vervolgens op " 
OK " om naar het contextmenu te gaan. 
Selecteer " Privé-modus" en bevestig uw keuze om het gesprek rechtstreeks 
via de telefoon te voeren.
Of selecteer " Hands-freefunctie 
" en 
bevestig uw keuze om het gesprek via 
de luidsprekers van de audio-installatie
weer te 
geven.  
Selecteer en bevestig " In de wacht
zetten" om het gesprek in de wacht te 
zetten.
Of selecteer "Gesprek hervatten 
" en
bevestig uw keuze om een gesprek dat
in de wacht is gezet, voort te zetten.
Selecteer "DTMF-tonen " om het
numerieke toetsenbord te kunnen
gebruiken voor het kiezen van eventuele
opties die u in een 
gesprek worden aangegeven.
   
Selecteer " Verbreken" om het gesprek 
te beëindigen. 
*   
Afhankelijk van het type telefoon en het abonnement.  
U kunt ook een conference-call met 3 deelnemers houden. Start daarvoor eerst 2 afzonderlijke gesprekken* en selecteer dan "Conference 
" in hetcontextmenu dat verschijnt als u deze
toets op het stuur indrukt.    
Of druk deze toets even in. 
         
        
        
     
        
        Page 292 of 358

1
2
3
08
1
2
3
   
Druk op  RADIO.
 
 
 
 
 
 
 
RDS INSCHAKELEN EN UITSCHAKELEN 
 
 Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar 
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven
luisteren zonder dat u zelf de frequentie hoeft te wijzigen. SommigeRDS-zenders zijn echter niet in het hele land te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat 
de zender tijdens het rijden kan wegvallen.  
 
 Selecteer " Opties 
" en bevestig uw
keuze.
   
Selecteer " RDS inschakelen/uitschakelen " en bevestig uw keuze.
RADIO
 Selecteer "RDS inschakelen/uitschakelen".
 
 
Druk, als de radiogegevens worden weergegeven op "OK" om het contextmenu op te vragen.     
Druk o
p "RADIO".
 
 
DAB *  (Digital Audio Broadcasting)  
DIGITALE RADIO 
   
Digitale radio zorgt voor een betere geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid grafische informatie weer te geven met actualiteiten 
van de geselecteerde radiozender, wanneer u "Videomodus" hebt geselecteerd onder "Voorkeursinstellingen radio". 
  Vi
a de verschillende kanalen hebt u de keuze uit een aantal radiozenders die in alfabetische volgorde zijn gerangschikt.
   
Selecteer " Golfbereik wijzigen 
" en
bevestig.  
   
Selecteer " DAB" en bevestig.  
 
 
Het Volgsysteem digitale zender/FM biedt de mogelijkheid om bij slechte ontvangst 
van het digitale signaal automatisch over te schakelen op de analoge radio zodat 
u naar uw favoriete zender kunt blijven luisteren. Zodra het digitale signaal weer stabiel genoeg is, schakelt de radio automatisch weer over op digitale ontvangst.  
 
 
*   
In de loop van het jaar. 
         
        
        
     
        
        Page 294 of 358

09
   
CD, MP3-CD, USB-SPELER 
 
 
De autoradio speelt bestanden met de extensie "m4a, .wma, .m4b,.aac, .flac, .ogg, .mp3" met een bitrate van 32 kbps tot 320 kbps af. 
 
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld. 
 
Geluidsbestanden met een andere extensie (.mp4, .m3u, ...) kunnenniet worden afgespeeld.
  WMA-bestanden moeten van het t
ype WMA9 Standaard zijn.
  De bemonsterin
gsfrequenties (sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 
48 kHz.  
   
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of de
weergave te voorkomen.  
   
Selecteer bi
j het branden van een CD-R of CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen. 
 
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld. 
  Het is raadzaam voor één 
CD niet meer dan één standaard voor het 
branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal
4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
  V
oor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.    
INFORMATIE EN ADVIEZEN  
 
Het systeem is geschikt voor externe geluidsdragers(USB of iPod via USB-kabel - niet meegeleverd). 
 
U kunt deze apparatuur bedienen via de audio-installatie van de auto.
 
Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de Jack-plug worden aangesloten.
  Een U
SB-stick moet geformatteerd zijn naar FAT 16 of 32 om te
kunnen worden afgespeeld.