Page 197 of 244

XI
195
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Weergave in CD-modus en CD-opname
A.
Naam album.
B.
Naam artiest.
C.
Lengte huidige track.
D.
Huidige weergavemodus.
E.
Positie van de cursor en totaal aan-
tal tracks op het album.
F.
Weergave huidig item.
G.
Doorlopen van tracks, omhoog of
omlaag.
Houd de toets ingedrukt voor ver-
sneld vooruit of achteruit afspelen.
H.
Weergave nummer en naam track.
Deze functie is niet beschikbaar
tijdens het rijden en wordt niet ge-
toond.
I.
Weergave submenu.
J.
Cursor verplaatsen naar huidige track.
K.
Weergave nummer en naam hui-
dige track.
L.
Gedurende de opname verschijnt
een rood pictogram dat verdwijnt
zodra de opname voltooid is. Het
getal geeft aan welk percentage van
het totale aantal tracks op de CD is
opgeslagen op de harde schijf. Tij-
dens de opname geeft het scherm
00% weer.
M.
Niet opgenomen tracks worden
weergegeven in blauw.
Bij reeds opgenomen tracks ver-
schijnt geen pictogram.
De toets CD werkt alleen wanneer zich
een CD in de speler bevindt.
Druk op Open om het display in de ver-
ticale stand te zetten.
ABC
DE
F
GHI
J
K
L
M
Page 198 of 244

XI
196
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
CD afspelen
Druk achtereenvolgens op de toetsen MODE en CD, als er zich al een CD
in de speler bevindt. Toets Functie
Werking
Zodra u een nieuwe CD in de CD-speler plaatst, wordt deze
automatisch afgespeeld.
Druk op [
Track] om de vorige track te selecteren of terug te keren naar
het begin van de huidige track.
Houd de toets ingedrukt voor versneld achterwaarts afspelen.
Druk op [Track
] om de volgende track te selecteren.
Houd de toets ingedrukt voor versneld vooruit afspelen.
Druk op [^] om het submenu te openen.
Druk op [Repeat] om de track continu af te spelen (repeat).
Druk achtereenvolgens op [^] en [Repeat] om de functie uit te schakelen.
Druk op [Scan] om de eerste 9 seconden van elke track af te spelen
(introscan). Druk achtereenvolgens op [^] en [Scan] om de functie uit te
schakelen, of druk op de huidige track om deze volledig af te spelen.
Druk op [Random] om alle tracks in willekeurige volgorde af te spelen. Druk
achtereenvolgens op [^] en [Random] om de functie uit te schakelen.
Een track selecteren
Afspeelmodus wijzigen
Page 199 of 244

XI
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
CD opnemen in de Music Server (1/3)
Toets Functie Werking
Wanneer een CD wordt geplaatst, worden alle tracks automatisch opge-
nomen.
Deze automatische opname is standaard voorgeprogrammeerd in de fa-
briek.
Automatische opname alle tracks
Als u de opnamestand gewijzigd hebt (handmatig of eerste track) tijdens
het afspelen drukt u op [^] om het submenu te activeren.
Druk op [REC. Setting].
Druk op [Auto REC.] en bevestig met [Back].
Werp vervolgens de huidige CD uit en voer een andere CD in, waarna
alle tracks worden opgenomen.
Als u de huidige CD wilt opnemen, druk dan op [^] om het submenu te
activeren en druk op [REC. Start].
Wanneer tijdens de opname een andere reeds opgenomen track wordt geselec-
teerd, gaat de opname door en wordt de nieuw geselecteerde track afgespeeld.
Wanneer een track wordt geselecteerd die nog niet opgenomen is, wordt
de huidige opname gestaakt en begint de opname van de nieuw geselec-
teerde track. Tijdens het opnemen wordt deze track afgespeeld.
Page 200 of 244
XI
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
CD opnemen in de Music Server (2/3)
Toets Functie Werking
Losse tracks opnemen
U kunt tracks handmatig één voor één opnemen.
Druk tijdens het afspelen van een CD op [^} om het submenu te activeren.
Druk op [REC. Setting].
Druk op [Manual REC.] en bevestig met [Back].
Kies na het programmeren de track die moet worden opgenomen en druk
op [^].
Druk op [REC. Start] om de opname van de geselecteerde track te starten.
Wanneer tijdens de opname een andere track wordt geselecteerd, wordt de
opname gestaakt en de nieuw geselecteerde track afgespeeld.
Page 201 of 244
XI
199
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
CD opnemen in de Music Server (3/3)
Toets Functie Werking
Automatische opname eerste track
U kunt voorprogrammeren dat de eerste track automatisch wordt opgeno-
men zodra een CD wordt geplaatst.
Druk tijdens het afspelen van een CD op [^] om het submenu te activeren.
Druk eerst op [REC. Setting], daarna op [REC.] en bevestig met [Back].
Werp de huidige CD uit en plaats een nieuwe CD, de eerste track wordt
automatisch opgenomen.
Als u de eerste track van de huidige CD wilt opnemen, druk dan op [^] om
het submenu te activeren, en vervolgens op [REC. Start].
Wanneer u tijdens de opname een andere track selecteert, wordt de op-
name afgebroken en wordt de geselecteerde track afgespeeld.
Automatische of handmatige opnamestop
Druk tijdens de opname van een CD of track op [^] om het submenu te
activeren.
Druk vervolgens op [REC. Stop] om de opname te stoppen.
Page 202 of 244

XI
200
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Music Server Algemeen
Hoe werkt de Music Server?
Met uw Audio-Telematicasysteem kunt
u audio-CD's kopiëren in een Music
Server op een harde schijf van 10 Gb,
met een maximum van 2500 nummers.
Audio-CD tracks (geen MP3 of WMA)
kunnen op 4-speed worden opgeno-
men en opgeslagen in de Music Server
op de harde schijf.
Zie hiervoor het hoofdstuk "CD opne-
men".
In de Music Server kunt u deze tracks
beheren in groepen of playlists.
Groep "Original", nummer 01:
Playlists "Original Playlist":
Groep "My Best", nummer 02:
Groep "New Group" voor de
gebruiker, nummers 03 tot 99:
Playlist "My Favorites":
Playlist "My Frequency":
Playlist "User Playlist": Hierin staat de automa-
tisch aangemaakte play-
list die gebruikt wordt tijdens de opna-
me van een Audio-CD.
Deze groep kan niet worden verwijderd
en de naam kan niet worden gewijzigd.
U kunt in deze groep maximaal 9.999
playlists aanmaken.
Hierin staan automatisch
aangemaakte playlists, op
basis van de gegevens uit de Music Server.
Deze groep kan niet worden verwijderd
en de naam kan niet worden gewijzigd.
Hierin worden de groepen "My Favori-
tes" en "My Frequency" opgeslagen.
Hierin staan de play-
lists van de gebruiker.
U kunt in deze groep maximaal 9.999
playlists opslaan.
Deze groep kan door de gebruiker wor-
den aangemaakt of verwijderd, en de
naam kan worden gewijzigd. Deze playlists worden
automatisch aangemaakt
tijdens de opname van
een Audio-CD.
De playlists en artiesten kunnen worden
gewijzigd of verwijderd, evenals de mu-
ziekstijl.
Deze playlist bevat de
door de gebruiker gese-
lecteerde tracks uit de Original Playlist
.
Als u een track uit de Original Playlist
verwijdert, wordt deze ook verwijderd
uit de User Playlist.
De playlist en de artiest kunnen worden
gewijzigd of verwijderd.
De gebruiker kan zelf tracks toevoegen
en de afspeelvolgorde veranderen.
Deze bevat de meest
gebruikte playlists uit de
Original Playlist
.
Aan deze lijst kunnen geen tracks wor-
den toegevoegd, en de volgorde kan
niet worden gewijzigd. In deze playlist kunt u uw
favoriete tracks opslaan.
Tracks uit deze playlist kunnen worden
verwijderd, en de afspeelvolgorde kan
worden gewijzigd.
Page 203 of 244
XI
201
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Weergegeven informatie op de Music Server
A.
Het nummer en de naam van de
huidige track.
B.
Het nummer en de naam van de
huidige playlist.
C.
De naam van de artiest van de hui-
dige playlist.
D.
De speelduur van de huidige track.
E.
De geselecteerde afspeelwijze.
F.
Groepenlijst: positie van de cursor
en het totaal aantal groepen.
Playlist: positie van de cursor en het
totaal aantal playlists.
Tracklist: positie van de cursor en
het totaal aantal tracks.
G.
Groepen, playlists en tracklists.
H.
Omhoog en omlaag zoeken in een
track.
Ingedrukt houden om snel vooruit of
terug te zoeken binnen een track.
I.
Omhoog en omlaag zoeken in play-
lists.
J.
Groepenlijsten: nummer en naam
van de groep.
Playlists: nummer en naam de van
playlist.
Tracklists: nummer en naam van de
track.
K.
Submenu weergeven.
L.
Huidig item weergeven.
M.
Cursor verplaatsen naar huidige
track.
ABCD
E
F
G
HIJK
L
M
Page 204 of 244
XI
202
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Functie Werking
Selectie van een track of playlist op de Music Server
Toets
Druk achtereenvolgens op de toets MODE en op Music Server.
De playlists worden weergegeven door middel van een doorlopend menu.
De server kan tegelijkertijd een track afspelen en een andere track van
een CD opnemen. Deze kan pas worden afgespeeld als de opname vol-
tooid is.
Een track afspelen
Druk op deze toetsen om achtereenvolgens groepen, playlists of
tracks te selecteren.
U kunt niet rechtstreeks van groepen naar tracks gaan.
Druk op [
Track] om de vorige track af te spelen, of om terug te keren
naar het begin van de huidige track.
Houd de toets ingedrukt voor versneld terugspoelen.
Druk op [Track
] om de volgende track af te spelen.
Houd de toets ingedrukt voor versneld vooruitspoelen.
Een playlist selecteren
Druk op [
Playlist] om de vorige playlist te selecteren.
Druk op [Playlist
] om de volgende playlist te selecteren.