XI
164
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Autoradio in-/uitschakelen.
Volume verlagen/verhogen.
CD-speler/CD-wisselaar
selecteren.
Automatisch
afl opend
zoeken naar zenders.
Vorige track selecteren.
Audio-instellingen
kiezen en regelen
(BASS, TREBLE, ...).
Handmatig omhoog en
omlaag zoeken naar
zenders/PTY.
Functie-instellingen
(AF/REG/TP/SCV/...).
Vorige/volgende MP3-map
zoeken.
Eén of meer CD's
uitwerpen.
CD-compartiment.
Eén of meerdere
CD's plaatsen.
AUDIO-CD-SYSTEEM
Radio selecteren
.
Band selecteren
(FM, MW, LW).
Automatisch zenders
opslaan (autostore).
Automatisch
vooruit zoeken naar
zenders.
Volgende track
selecteren.
XI
166
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
STUURKOLOMSCHAKELAARS
1.
Aan/Uit en selecteren van
geluidsbron, radio of CD
2.
Volume verlagen
3.
Volume verhogen
4.
Zoeken naar radiozenders in
oplopende frequentie/ Volgende
track/ Snel vooruitspoelen
5.
Zoeken naar radiozenders in
afl opende frequentie/ Vorige
track/ Snel terugspoelen
Uitschakelen
Druk meer dan twee seconden op
toets 1
.
Bron selecteren
Druk op toets 1
.
De bron verandert in de volgende
volgorde: FM1/FM2/FM3/MW/LW/CD/
FM1...
Zoeken naar radiozenders
Druk op de toets 4
of 5
om respectieve-
lijk in oplopende of afl opende frequen-
tie te zoeken.
Zoeken op CD
Druk op de toets 4
of 5
om respectieve-
lijk de volgende of vorige track van de
CD te selecteren.
Houd de toets 4
of 5
ingedrukt om de
track die wordt afgespeeld respectieve-
lijk snel vooruit of achteruit te spoelen.
Inschakelen
Druk meer dan twee seconden op
toets 1
.
De laatst geselecteerde audiobron
voordat het systeem werd uitgescha-
keld, wordt weer ingeschakeld.
Volume regelen
Houd toets 2
of 3
ingedrukt om respec-
tievelijk het volume te verlagen of te
verhogen. Druk, tijdens het afspelen van een
track, op toets 5
om terug te gaan
naar het begin van deze track.
Deze toetsen kunnen worden gebruikt
wanneer het contact in de stand "ON"
of "ACC" staat.
XI
167
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
ALGEMENE FUNCTIES
Inschakelen
Druk op de toets "PWR".
De laatst gebruikte geluids-
bron wordt automatisch in-
geschakeld.
Volumeregeling
Draai de knop "VOL" naar
links om het volume te ver-
lagen en naar rechts om het
volume te verhogen.
Uitschakelen
Druk nogmaals op de toets "PWR".
Audio-instellingen
Druk meerdere keren op de
knop "SOUND" om de au-
dio-instellingen te wijzigen.
De volgorde van de audio-
instellingen is als volgt:
SUB PUNCH / TYPE / FIELD /
BASS / MID / TREBLE / FA-
DER / BALANCE / OFF.
Snel opslaan vanvoorkeursinstellingen
Om uw voorkeursinstellingen op te
slaan houdt u de knop ingedrukt terwijl
u draait. Wanneer de gewenste instel-
ling is bereikt, laat u de knop los.
De autoradio onthoudt vervolgens uw
voorkeursinstelling.
Stand "Hold"
Als u deze knop ten minste 2 seconden
lang ingedrukt houdt, schakelt het sy-
steem over naar de stand "Hold".
De audio-instellingen worden dan in
het geheugen opgeslagen, totdat u de
knop opnieuw langer dan 2 seconden
indrukt.
Geluidssfeer instellen met"TYPE"
Draai aan de knop "SOUND"
om één van de volgende
geluidssferen in te stellen:
CLASSIC / JAZZ / POP /
ROCK / HIP-HOP.
Wanneer u uw geluidsvoorkeur hebt
bepaald, bevestigt u deze door de knop
"SOUND" in te drukken.
"CLASSIC": verdeelt het geluid evenre-
dig voor de beste weergave van klas-
sieke muziek.
"JAZZ": benadrukt lage, midden- en
hoge tonen voor de beste weergave
van jazz.
"POP": benadrukt het stemgeluid en de
hoge en lage tonen voor de beste weer-
gave van popmuziek.
"ROCK": benadrukt de middentonen en
het ritme voor de beste weergave van
rockmuziek.
"HIP-HOP": benadrukt de bas en geeft
een krachtig geluid voor de beste weer-
gave van hiphop.
Op het moment dat de "TYPE"-in-
stelling gewijzigd wordt, wordt de ge-
luidsweergave kort onderbroken. De functie audio-instellingen wordt
uitgeschakeld als de radio of CD-
speler wordt ingeschakeld, of
wanneer u gedurende ten minste
10 seconden geen toets indrukt. De autoradio kan worden gebruikt als
het contact in de stand "ON" of "ACC"
staat.
XI
169
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
RADIO
Radiofunctie selecteren
Druk op de toets "PWR" of
op de toets "AM/FM" om de
radio in te schakelen.
Wanneer de accukabels worden los-
genomen, worden de voorkeuzezen-
ders gewist uit het geheugen.
Een band selecteren
Druk herhaaldelijk op de
toets "AM/FM" om de ge-
wenste band te selecteren:
FM1/FM2/FM3/MW/LW/
FM1...
Automatisch zenders zoeken
Druk op de toets "SEEK
"
of "SEEK
" om te zoeken
naar lagere of hogere fre-
quenties.
Handmatig zenders zoeken
Draai de knop "TUNE" naar
links om lagere frequenties
te zoeken of naar rechts om
hogere frequenties te zoe-
ken.
Handmatig opslaan van
voorkeuzezenders
Druk op één van de zes toetsen die ge-
nummerd zijn van 1 tot en met 6, totdat
een geluidssignaal klinkt.
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave van de radio kort onderbro-
ken.
Het nummer van de toets en de opge-
slagen frequentie verschijnen op het
display.
Automatisch opslaan vanvoorkeuzezenders
Druk minimaal twee secon-
den op de toets "AM/FM".
Voorkeuzezenders selecteren
Druk op één van de zes toetsen "1" t/m
"6". Op het display verschijnt de zender
die op de huidige band onder die toets
is opgeslagen. Het zoeken begint automatisch, en
stopt wanneer de eerstvolgende zen-
der gevonden wordt. De zes sterkste zenders worden opge-
slagen onder de zes genummerde toet-
sen, in oplopende sterkte. U kunt op elke band zes voorkeuzezen-
ders opslaan.
Als u een nieuwe voorkeuzezender op-
slaat, vervangt deze de vorige zender
onder die toets. Het automatisch opslaan van voorkeu-
zezenders kan uitsluitend op de FM3,
MW en LW band.
Als u een nieuwe voorkeuzezender op-
slaat, vervangt deze de vorige zender
onder die toets.
Automatisch opslaan kan worden ge-
start vanuit elke geselecteerde band.
Druk kort (minder dan 2 seconden)
op een van de zes toetsen om een
eerder ingestelde voorkeuzezender
te selecteren.
XI
170
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
RDS
Alternatieve frequenties (AF)
Als een radiozender via meerdere fre-
quenties uitzendt, schakelt de autora-
dio automatisch naar de frequentie met
de beste ontvangst.
De frequentie van een radiozender
heeft een dekking van ongeveer 50 ki-
lometer. Wanneer de radio overscha-
kelt naar een andere frequentie kan de
ontvangst van een zender tijdelijk weg-
vallen.
Als de zender geen dekking heeft in
de regio waar u zich bevindt, kunt u de
"AF"-functie uitschakelen.
Verkeersinformatie (TP)
Met de functie "Traffic Program" (TP)
is het mogelijk automatisch over te
schakelen naar een FM-zender die ver-
keersinformatie uitzendt.
De huidige radiozender of audiobron
wordt dan tijdelijk onderbroken.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, schakelt de radio terug naar de oor-
spronkelijke radiozender of audiobron.
Regionale functie (REG)
Sommige gekoppelde zenders zenden
op bepaalde tijdstippen op dezelfde
frequentie verschillende, regionale pro-
gramma's uit.
Met deze functie kan een regionaal pro-
gramma worden beluisterd.
U kunt hiermee:
- een specifi eke regionale zender blij-
ven volgen,
- naar het gekoppelde netwerk luiste-
ren, waarbij het mogelijk is dat de
radio overschakelt naar een ander
programma.
De functies "AF", "REG" en
"TP" kunnen met de knop
"TUNE" in- en uitgescha-
keld worden. Druk op de toets "TP".
Op het display verschijnt
"TP". Als de zender gebruik
maakt van RDS, verschijnt
dit eveneens op het display.
Zodra de radio verkeersinformatie ont-
vangt, verschijnt "TRAF INF" op het
display, gevolgd door de naam en fre-
quentie van de zender.
Het volumeniveau van de verkeersin-
formatie kan afwijken van het oorspron-
kelijke volume.
Zodra de verkeersinformatie afgelopen
is, wordt het oorspronkelijke volume
hersteld.
Wanneer "TP" wordt weergegeven
op het display, schakelt de radio al-
leen over naar verkeersinformatie op
zenders met RDS. Wanneer de ontvangst van een zen-
der verslechtert, zoekt de radio naar
een alternatieve frequentie (AF). Als
deze niet beschikbaar is, schakelt de
radio over naar een andere, gekop-
pelde, regionale zender (REG). Als
deze ook niet beschikbaar is, scha-
kelt de radio terug naar de voorkeu-
zezender in het geheugen. De RDS-functie (Radio Data System)
op de FM-band biedt de volgende mo-
gelijkheden:
- weergave van informatie, zoals de
naam van een radiozender, ...
- dezelfde zender ontvangen in ver-
schillende regio's,
- tijdelijk overschakelen naar ver-
keersinformatie.
De meeste FM-radiozenders maken
gebruik van RDS en zenden naast pro-
gramma's ook niet-hoorbare tekstinfor-
matie uit.
Dankzij deze informatie kunt u de naam
van de radiozender afl ezen op het dis-
play, een radiozender automatisch blij-
ven volgen of tijdelijk overschakelen
naar verkeersinformatie.
De RDS-functie biedt de mogelijkheid
om naar een zender te blijven luisteren,
ongeacht de verschillende frequenties
die voor deze zender gebruikt worden
in de diverse regio's.Er kunnen ech-
ter storingen optreden in de ontvangst
door een onvolledige dekking van een
zender.
XI
171
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
Programmatype (PTY)
Sommige radiozenders bieden de mo-
gelijkheid om programmavoorkeuren
vast te leggen aan de hand van één
van de volgende thema's:
NEWS, AFFAIRS, INFO, SPORT, EDU-
CATE, DRAMA, CULTURE, SCIENCE,
VARIED, POP M, ROCK M, EASY M,
LIGHT M, CLASSICS, OTHER M,
WEATHER, FINANCE, CHILDREN, SO-
CIAL, RELIGION, PHONE IN, TRAVEL,
LEISURE, JAZZ, COUNTRY, NATION M,
OLDIES, FOLK M, DOCUMENT
Waarschuwingsberichten
"ALERT"
Wanneer een waarschuwingsbericht
wordt uitgezonden, wordt de huidige
weergave van een radiozender of an-
dere audiobron tijdelijk onderbroken.
Op het display verschijnt de tekst
"ALERT" en het volume wordt aan-
gepast.
Na het waarschuwingsbericht verdwijnt
deze tekst en het oorspronkelijke vo-
lume wordt hersteld.
Zoeken naar een zender met "PTY"
Druk op de toets "PTY".
Draai aan de knop "TUNE"
om het gewenste thema te
selecteren.
Na twee seconden start de radio het
zoeken naar zenders met het gewenste
thema; het gekozen thema knippert op
het display.
Wanneer de zender gevonden is, ver-
schijnt de naam van de zender op het
display.
U kunt op de toets "SEEK
" of "SEEK
" drukken om een andere zender te zoe-
ken.
Als er geen programma met het ge-
wenste thema gevonden wordt, ver-
schijnt gedurende vijf seconden de
melding "NONE" op het display.
U kunt maximaal 6 PTY-programma's
in het geheugen opslaan.
Als u een nieuw programma opslaat
wordt het vorige gewist.
Opslaan van een
"PTY"-programma Druk kort (minder dan twee secon-
den) op de toets om de opgeslagen
instellingen weer op te roepen.
Taalkeuze PTY
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de instellingen te wijzigen.
Druk vervolgens herhaaldelijk op de-
zelfde toets, om de volgende functies
te kunnen wijzigen:
AF/CT/REG/TP-S/PTY (taalkeuze)/SCV/
PHONE/OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links of
naar rechts om de gewenste taal te
selecteren: ENGLISH, FRANCAIS,
DEUTSCH, SVENSK, ESPAGNOL,
ITALIANO).
Tijdens het opslaan wordt de geluids-
weergave kort onderbroken.
Het nummer van de toets en het PTY-
programma worden weergegeven op
het display.
Draai aan de knop "TUNE"
om het PTY-programma te
selecteren dat u wilt opslaan.
Druk minimaal twee secon-
den op een van de cijfer-
toetsen "1" tot en met "6".
XI
172
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
CD-SPELER
Hiermee kan een audio-CD (CD-DA,
CD-Text, CD-R/RW) of een MP3-CD
worden afgespeeld.
Selecteren van CD-speler
Druk op de toets "CD" als
de CD zich al in de CD-spe-
ler bevindt.
Op het display verschijnt
"CD", gevolgd door het nummer van de
huidige track en de speelduur.
Functie-instellingen
Hiermee kunnen verschillende functies
worden in- of uitgeschakeld.
Druk minimaal twee secon-
den op de knop "TUNE" om
de functie-instellingen in te
schakelen.
Druk vervolgens herhaalde-
lijk op dezelfde knop om de
volgende functies te wijzigen:
AF / CT/REG / TP-S / PTY (taalkeuze) /
SCV / PHONE / OFF.
Draai de knop "TUNE" naar links om
een functie uit te schakelen (OFF), of
naar rechts om een functie in te scha-
kelen (ON).
De functie "PHONE" is op dit mo-
ment nog niet beschikbaar.
De functie-instellingen worden na
tien seconden uitgeschakeld wan-
neer geen enkele toets meer wordt
ingedrukt. Het afspelen begint automatisch zodra
een CD met de bedrukte zijde naar bo-
ven in de CD-speler wordt geplaatst.
Uitwerpen van een CD
Druk op deze toets om de
CD uit te werpen. Het sy-
steem schakelt automatisch
over naar de radio.
Snelzoeken
Houd de toets "
" of "
"
ingedrukt om versneld voor-
of achteruit te zoeken.
Het afspelen begint zodra u de toets
loslaat.
Selectie van een track
Druk op de toets "
" of "
"
om de vorige of volgende
track te selecteren.
Track doorlopend afspelen
Druk op de toets "RPT" om
de huidige track continu te
herhalen. Op het display
verschijnt "RPT".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen.
In willekeurige volgorde afspelen
van de tracks van een CD
Druk op de toets "RDM"
om alle tracks op de CD in
willekeurige volgorde af te
spelen. Op het display ver-
schijnt "RDM".
Druk nogmaals op de toets om de func-
tie uit te schakelen. Gebruik alleen CD's met een ronde
vorm.
CD's met een diameter van 8 cm die-
nen in het midden van de CD-sleuf
te worden geplaatst.
Wanneer de CD niet binnen 15 se-
conden na het uitwerpen wordt uitge-
nomen, wordt deze weer ingevoerd
in de CD-speler.
Audio-CD
XI
177
AUDIO en DATACOMMUNICAT IE
FOUTMELDINGEN
Raadpleeg bij foutmeldingen op het display onderstaande tabel, voor een beschrijving van het probleem en mogelijke oplos-
singen.
FOUTMELDING
BESCHRIJVING
OPLOSSING
NO DISC Geen disc aanwezig.
Disc niet compatibel. Plaats een disc.
ERROR 01 Disc niet goed geplaatst.
Condens op de disc. Plaats de disc met de bedrukte zijde naar boven.
Maak de disc droog.
ERROR 02 Disc is vuil, vervormd of heeft krassen.
Auto trilt hevig. Maak de disc schoon of vervang deze.
Probeer opnieuw nadat de trillingen zijn
opgehouden.
ERROR 03 Fout bij het plaatsen of uitwerpen.
Lens niet goed gekalibreerd. Werp de disc uit en plaats deze opnieuw.
Wanneer de autoradio de disc niet uitwerpt, laat
de radio dan nakijken.
ERROR HOT Inschakelen van de interne beveiliging tegen
hoge temperaturen. Wacht ongeveer 30 minuten tot de autoradio
afgekoeld is.
ERROR Communicatiefout tussen de autoradio en het
externe systeem.
Fout in de invoer vanuit het externe systeem. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.