Page 122 of 262
WEGWIJS IN UW AUTO121
1INBOUWVOORBEREIDING
VOOR AUTORADIO
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als de auto niet is uitgerust met een autoradio, beschikt u op het
dashboard over een dubbel opbergvak fig. 78.
De inbouwvoorbereiding voor de autoradio bestaat uit:
❍kabels voor voeding van de autoradio, de luidsprekers voor
en achter en de antenne;
❍een inbouwplaats voor de autoradio;
❍een antenne op het dak van de auto.
fig. 78A0J0087m
De autoradio wordt ingebouwd op de plek van het opbergvak
A-fig. 78. U verwijdert het vakje door de twee borglippen in het
vak in te drukken: de voedingskabels zijn nu bereikbaar.
Wendt u voor de aansluiting van de autoradio opde inbouwvoorbereiding tot het Alfa Romeo Ser-vicenetwerk, zodat mogelijke storingen die de vei-
ligheid in gevaar kunnen brengen, worden voorkomen.
Page 139 of 262

138VEILIGHEID
KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzitten-
den zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde vei-
ligheidssystemen. Dit geldt met name voor kinderen. Dit is een wet-
telijk voorschrift volgens richtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten van
de Europese Unie. Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding
met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van vol-
wassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ont-
wikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen
beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
De resultaten van het onderzoek over de optimale bescherming
van kleine kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-voor-
schriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld
in vijf groepen:
Groep 0 gewicht tot aan 10 kg
Groep 0+ gewicht tot aan 13 kg
Groep 1 gewicht: 9-18 kg
Groep 2 gewicht: 15-25 kg
Groep 3 gewicht: 22-36 kg
Alle systemen moeten zijn voorzien van de typegoedkeuring en
van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat ab-
soluut niet mag worden verwijderd. Kinderen met een lengte van
meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssys-
temen, gelijkgesteld met volwassenen en moeten dan ook nor-
maal de veiligheidsgordels omleggen.
Als het absoluut noodzakelijk is een kind op depassagiersstoel voor te vervoeren, in een kinder-zitje dat achterstevoren is geplaatst, moeten de air-bags aan passagierszijde worden uitgeschakeld(frontairbag en zij-airbag voor de bescherming van
borstkas/bekken (sidebag)) in het setup-menu. Contro- leer direct of de airbags daadwerkelijk zijn uitgeschakeld:het waarschuwingslampje
“op het instrumentenpaneel
moet continu branden. Bovendien moet de stoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomendat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met hetdashboard.
In het Alfa Romeo Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes op-
genomen voor elke gewichtsgroep. Deze zijn speciaal ontworpen
en ontwikkeld voor de Alfa Romeo-modellen.
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevorenop de passagiersstoel voor als de airbag aan pas- sagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de
airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig let- sel en zelfs de dood tot gevolg hebben, ongeacht dezwaarte van het ongeluk. Wij raden u aan kinderen altijdin een kinderzitje op de zitplaatsen achter te vervoeren,omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescher-ming bieden.
Page 147 of 262

146VEILIGHEID
FRONTAIRBAGS
De auto is uitgerust met meertraps-frontairbags („Smartbags”) aan
bestuurders- en passagierszijde en een knie-airbag aan bestuur-
derszijde.
„SMARTBAGS”
(MEERTRAPS-FRONTAIRBAGS)
De frontairbags (bestuurder en passagier) en de knie-airbag aan
bestuurderszijde beschermen de inzittenden voor bij middelzware
en zware frontale botsingen, door het opblazen van een luchtkussen
tussen de inzittende en het stuurwiel of het dashboard.
De airbags zijn geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar
een aanvulling. Draag dus altijd veiligheidsgordels. Bij een onge-
val kan een inzittende die geen veiligheidsgordel heeft omgelegd,
in contact komen met een airbag die nog niet volledig opgebla-
zen is. Hierdoor wordt de inzittende minder door de airbag be-
schermd.
Het is mogelijk dat de frontairbags in de volgende gevallen niet
worden geactiveerd:
❍bij frontale botsingen, met een ander deel van de auto dan het
front, tegen makkelijk vervormbare objecten (bijv. als het voor-
spatbord tegen de vangrail komt);
❍als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzieningen
schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of de vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt geboden op
de veiligheidsgordels. Als de airbags in deze gevallen niet geacti-
veerd worden, betekent dit niet dat het systeem niet goed func-
tioneert.
FRONTAIRBAG AAN BESTUURDERSZIJDE
fig. 15
Deze is in een daarvoor bestemde ruimte in het midden van het
stuurwiel is geplaatst.
Plaats geen stickers of andere objecten op het stuurwiel, op het deksel van de airbag aan pas-sagierszijde of op de zijkant van de hemelbekle-
ding. Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan pas- sagierszijde, omdat deze het correct openen van de airbagaan passagierszijde kunnen hinderen en de inzittendenernstig kunnen verwonden.
fig. 15A0J0047m
Page 148 of 262

VEILIGHEID147
2
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 16
Deze is in een daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
Rijd altijd met beide handen op de stuurwielrand,zodat bij het in werking treden van de airbag, hetsysteem niet wordt gehinderd door obstakels. Rijd
niet met voorover gebogen lichaam, maar ga goed recht- op zitten en steun tegen de rugleuning.
fig. 16A0J0050m
Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevorenop de passagiersstoel voor als de airbag aan pas-sagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval deairbag in werking treedt (opblaast), kan dit ern-stig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, on-
geacht de zwaarte van het ongeluk. Als er geen andere mogelijkheid is, moet altijd de airbag aan passagierszij-de uitgeschakeld worden als het kinderzitje op de passa-giersstoel voor wordt geplaatst. Bovendien moet de pas-sagiersstoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschovenom te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aan-raking komt met het dashboard. Ook als het niet wette-lijk verplicht is, raden wij u aan, voor een optimale be-scherming van de volwassenen, de airbag onmiddellijkweer in te schakelen zodra er geen kinderen meer ver-voerd worden.
Page 152 of 262

VEILIGHEID151
2
De geldigheidsduur van de pyrotechnische ladingen die van het spiraalmechanisme zijn vermeld ophet betreffende plaatje in het dashboardkastje.
Wendt u vóór het verstrijken van deze periode tot het Alfa Romeo Servicenetwerk om de gordelspanner te la-ten vervangen.
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor deborst en houd vooral geen pijp, potlood enz. inde mond. Bij een ongeval waarbij de airbag in wer-
king treedt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij be- schadiging of als de auto bij een overstroming on-der water is geweest, het airbagsysteem door het
Alfa Romeo Servicenetwerk controleren.
Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR staat, ook bij uitgezette motor de airbags geacti-veerd kunnen worden als de auto wordt aange-
reden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiers-stoel voor worden geplaatst. Als de contactsleutel echterin stand STOP staat, wordt bij een ongeval geen enkel be-veiligingssysteem (airbag of gordelspanners) geactiveerd;als een systeem niet in werking treedt, betekent dit nietdat het systeem niet goed werkt.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaathet lampje
“(met ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde) enige seconden branden en ver-
volgens enige seconden knipperen, om aan te geven dat de airbag aan passagierszijde bij een ongeval wordt ge-activeerd. Hierna moet het lampje doven.
De frontairbag treedt in werking als de botsingzwaarder is dan een botsing waarbij alleen de gor-delspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee drempelwaarden in liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
Page 174 of 262

NOODGEVALLEN173
4
Reparatieset „Fix&Go Automatic”
Deze bevindt zich in de bagageruimte. In de reparatieset bevindt
zich ook de schroevendraaier en het sleepoog. De set bestaat uit:
❍een spuitbus A-fig. 13 met afdichtvloeistof, die voorzien is van:
een vulbuis B en een sticker C met het opschrift „max. 80
km/h”. Na het repareren van het wiel moet deze sticker op
een voor de bestuurder goed zichtbare plaats worden aange-
bracht (op het dashboard);
❍een compressor D met manometer en verbindingsstukken;
❍een informatiefolder fig. 14, voor een correct gebruik van de
snelle reparatieset. De folder moet overhandigd worden aan
het personeel dat de band die behandeld is met de bandenre-
paratieset, moet repareren;
❍een paar werkhandschoenen dat in het zijvak van de com-
pressor is te vinden;
❍adapters voor het oppompen van diverse voorwerpen. BELANGRIJK De afdichtvloeistof werkt bij buitentemperaturen tus-
sen –20°C en +50°C. De afdichtvloeistof heeft een houdbaar-
heidsdatum.
fig. 13A0J0112mfig. 14A0J0113m
Overhandig de informatiefolder aan het personeel
dat de band repareert die behandeld is met de
reparatieset Fix&Go Automatic.
Als u een lekke band krijgt, kan de band gerepa-
reerd worden als de diameter van het lek niet gro-
ter is dan 4 mm.
Page 180 of 262
NOODGEVALLEN179
4
5/21W–
55W
55W D1S
21W
21W 5W –
–
5W
55W
21W
21W
10W 5W
5W
5WA
– D
D
–
B
BA
–
– AE
B
B CA
C AW21/5W LEDH7
H7 F
WY21W P21WW5W LED
LED
W5W H1
P21W
P21W
C10W W5W C5W
W5W
Lampen TypeVermogen Figuur
Buitenverlichting voor/dagverlichting
Achterlichten
Dimlicht
Grootlicht
Grootlicht/Dimlicht
(uitvoeringen met Bixenon koplampen
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Richtingaanwijzer voor
Richtingaanwijzer achter
Richtingaanwijzer op voorspatbord
Remlicht
Derde remlicht
Kentekenplaatverlichting
Mistlampen voor
Mistachterlicht
Achteruitrijlicht
Plafondverlichting voor
Bagageruimteverlichting
Verlichting dashboardkastje
Dorpelverlichting
Page 186 of 262
NOODGEVALLEN185
4
❍open het beschermdeksel B-fig. 34 en vervang de lamp;
❍sluit het beschermdeksel B op het lampenglas;
❍monteer de verlichtingsunit A-fig. 33 door deze eerst aan een
zijde in de juiste stand te plaatsen en vervolgens de andere zij-
de aan te drukken, totdat de borging inklikt.
VERLICHTING DASHBOARDKASTJE
Gloeilamp vervangen:
❍open het dashboardkastje en verwijder de verlichtingsunit
A-fig. 35;
❍maak de lamp B los uit de veercontacten en vervang hem; con-
troleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten.
fig. 34A0J0118mfig. 35A0J0122m