16
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Stel uur in (Klokinstelling)
Met deze functie kan de klok ingesteld
worden via twee submenu’s: “Uur” en
“Formaat”.
Ga als volgt te werk:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display verschijnt de twee
submenu’s “Uur” en “Formaat”;
– druk op de knop
+of −om de twee
submenu’s te doorlopen;
– selecteer de gewenste submenu en druk
op de MENU
ESCknop;
– wanneer de submenu “Uur” wordt ge-
kozen: druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “uur”;
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “minuten”;
– druk op de knop
+of −om in te stellen.OpmerkingElke druk op de knop
+of−verhoogt of verlaagt de waarde 1 een-
heid. Houd de knop ingedrukt om de
waarde automatisch snel te verhogen/
verlagen. Wanneer de gewenste waarde
wordt bereikt, kan men de instelling af-
ronden door opnieuw de knop kortston-
dig in te drukken.
– wanneer de submenu “Formaat” wordt
gekozen: druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert het eer-
der ingestelde formaat;
– druk op de knop
+of −om “24h” of
“12h” te selecteren.
Wanneer de gewenste instellingen zijn uit-
gevoerd, druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop
om terug te keren naar het standaard-
scherm zonder op te slaan.
– houd de MENU
ESCknop ingedrukt
om terug te keren naar het standaard-
scherm of het hoofdmenu in functie van
waar men zich bevindt.Stel datum in (Datum instellen)
Met deze functie kan de datum ingesteld
worden (jaar - maand - dag).
Ga als volgt te werk om de datum in te
stellen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “jaar”;
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “maand”;
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “dag”;
– druk op de knop
+of −om in te stellen.
Opmerking Elke druk op de knop
+of−verhoogt of verlaagt de waarde 1 een-
heid. Houd de knop ingedrukt om de
waarde automatisch snel te verho-
gen/verlagen. Wanneer de gewenste waar-
de wordt bereikt, kan men de instelling
afronden door opnieuw de knop kort-
stondig in te drukken.
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 16
17
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Zie radio
(Audioinformatie herhalen)
Deze functie wordt gebruikt om de in-
formatie over de autoradio weer te geven.
– Radio: frequentie van het radiostation of
RDS melding, inschakeling automatische
afstemming of AutoSTore;
– Audio CD, MP3 CD: tracknummer;
Ga als volgt te werk om de weergave van
de informatie over de autoradio in (On)
of uit (Off) te schakelen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “On” of
“Off” (op grond van wat eerder is inge-
steld);
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Autoclose (automatische centrale
portiervergrendeling tijdens het
rijden)
(voor bepaalde versies/markten)
Bij inschakeling van deze functie (On),
worden de portieren automatisch ver-
grendeld wanneer sneller dan 20 km/h
wordt gereden.
Ga als volgt te werk om deze functie in-
en uit te schakelen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om de drie submenu’s weer te ge-
ven;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “On” of
“Off” (op grond van wat eerder is inge-
steld);
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
– houd de MENU
ESCknop ingedrukt
om terug te keren naar het standaard-
scherm of het hoofdmenu in functie van
waar men zich bevindt.Meeteenheid (De meeteenheid
instellen)
Gebruik deze functie om de meeteenhe-
den in te stellen via drie submenu’s: “Af-
standen”, “Verbruik” en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de gewenste mee-
teenheid in te stellen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om de drie submenu’s weer te ge-
ven;
– druk op de knop
+of −om de drie sub-
menu’s te doorlopen;
– selecteer de gewenste submenu en druk
kortstondig op de MENU
ESCknop;
– wanneer de submenu “Afstand” wordt
gekozen: druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display verschijnt “km”
of “mi” (op grond van wat eerder is inge-
steld);
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– wanneer de submenu “Verbruik” wordt
gekozen: druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display verschijnt “km/l”,
“l/100km” of “mpg” (op grond van wat
eerder is ingesteld);
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 17
18
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in km/l of l/100km op
de display weergegeven.
Wanneer “mi” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in “mpg” op de display
weergegeven.
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– wanneer de submenu “Temperatuur”
wordt gekozen: druk kortstondig op de
MENU
ESCknop: op de display ver-
schijnt “°C” of “°F” (op grond van wat
eerder is ingesteld);
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
Wanneer de gewenste instellingen zijn uit-
gevoerd, druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop
om terug te keren naar het standaard-
scherm zonder op te slaan.
– houd de MENU
ESCknop ingedrukt
om terug te keren naar het standaard-
scherm of het hoofdmenu in functie van
waar men zich bevindt.
Taal (Taal instellen)
De meldingen op de display kunnen in de
volgende talen worden weergegeven: Ita-
liaans, Engels, Duits, Portugees, Spaans,
Frans, Nederlands, Pools.Ga als volgt te werk om de gewenste taal
in te stellen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: de eerder ingestelde “taal” zal op de
display knipperen;
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Geluidssterkte waarschuwingen
(Volumeregeling geluidssignaal sto-
ring/waarschuwing)
Gebruik deze functie om het volume van
de zoemer, die klinkt als een sto-
ring/waarschuwing op de display wordt
weergegeven, in te stellen op 8 niveaus.
Ga als volgt te werk om het volume te re-
gelen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display gaat de vorige volu-
me-instelling knipperen;
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.Geluidsterkte toetsen
(Volumeregeling toetsen)
Gebruik deze functie om het volume van
het geluidssignaal dat klinkt wanneer de
toetsen MENU
ESC, +en −worden in-
gedrukt in te stellen op 8 niveaus.
Ga als volgt te werk om het volume te re-
gelen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display gaat de vorige volu-
me-instelling knipperen;
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 18
19
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Piep veiligheidsgordels
(Inschakeling zoemer voor SBR-
aanwijzing)
Deze functie kan alleen worden weerge-
geven wanneer het SBR-systeem door het
Abarth Servicenetwerk is uitgeschakeld
(zie de paragraaf “SBR-systeem” in het
hoofdstuk “Veiligheid”).
Service
(Geprogrammeerd onderhoud)
Deze functie zorgt voor weergave van in-
formatie over de intervallen waarmee de
servicebeurten uitgevoerd moeten wor-
den.
Ga als volgt te werk:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: de display geeft het interval in kilo-
meters of mijlen aan, op grond van wat
eerder is ingesteld (zie paragraaf “Mee-
teenheden”);
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm.OpmerkingHet “Geprogrammeerd on-
derhoudsschema” voorziet elke 30.000
km (of 18,000 mi) in een servicebeurt. De-
ze melding verschijnt automatisch wan-
neer de sleutel in de stand MARwordt
gedraaid, vanaf 2.000 km (of het equiva-
lent in mijl) voor de servicebeurt. Deze
melding wordt elke 200 km (of het equi-
valent in mijl) herhaald. Onder de 200 km
verschijnt deze weergave frequenter. De
melding wordt in km of mijl aangegeven
op grond van de meeteenheid die is inge-
steld. Wanneer het onderhoudsinterval
bijna is vervallen en de sleutel in de stand
MARwordt gedraaid, verschijnt de mel-
ding “Service” op de display, gevolgd door
het aantal resterende kilometers of mijlen.
Neem contact op met het Abarth Servi-
cenetwerk om de werkzaamheden van het
“Geprogrammeerd onderhoudsschema”
te laten verrichten en de melding te res-
etten.Passagiersairbag Inschakeling/
uitschakeling frontairbag
en zijairbag
(voor bepaalde versies/markten)
Deze functie zorgt voor de in-/uitschake-
ling van de frontairbag aan de passagiers-
zijde.
Ga als volgt te werk:
– druk op de MENU
ESCknop en, nadat
de melding “Bag pass: Off) (om uit te scha-
kelen) of de melding (Bag pass: On) (voor
het inschakelen) op de display is versche-
nen door het indrukken van de knoppen
+and −, druk nogmaals op de MENUESCknop;
– op de display verschijnt een bevesti-
gingsmelding;
– druk op de knop
+of −om “Ja” te se-
lecteren (om het inschakelen/uitschakelen
te bevestigen) of “Nee” (om te annuleren);
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 19
20
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Dagverlichting (D.R.L.)
Gebruik deze functie om de dagverlichting
in/uit te schakelen
.
Ga als volgt te werk om deze functie in-
en uit te schakelen:
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om de drie submenu’s weer te geven;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop: op de display knippert “On” of
“Off” (op grond van wat eerder is inge-
steld);
– druk op de knop
+of −om in te stellen;
– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het menu-
scherm of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan;
– houd de MENU
ESCknop ingedrukt om
terug te keren naar het standaardscherm
of het hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.GSI Shift up (Schakeladvies)
Met deze functie kunnen twee regelingen
voor het schakeladvies worden gekozen.
Deze twee regelingen zijn: NORMAL/
SPORT en SPORT.
NORMAL/SPORT: wanneer deze regeling
is ingeschakeld, verschijnt onder de NOR-
MAL functie (SPORT functie uit) het scha-
keladvies in functie van een zo laag mo-
gelijk brandstofverbruik, terwijl bij de
SPORT functie het schakeladvies doelt op
een zo sportief mogelijke rijstijl.
SPORT: wanneer deze regeling is inge-
schakeld, verschijnt het schakeladvies al-
leen bij ingeschakelde SPORT functie in
functie van een zo sportief mogelijke
rijstijl.
Ga als volgt te werk om een van de rege-
lingen in te schakelen:
– druk kortstondig op de MENU
ESC-knop: op de display verschijnt een sub-
menu;
– druk nogmaals kortstondig op de
MENU
ESCknop: de huidige ingestelde
regeling zal op de display knipperen;
– druk op de knop
+of −om de rege-
ling te wijzigen;– druk kortstondig op de MENU
ESCknop om de nieuwe regeling op te slaan
en terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om terug te
keren naar het hoofdmenu zonder op te
slaan.
– houd de MENU
ESCknop nogmaals in-
gedrukt om terug te keren naar het stan-
daardscherm of het hoofdmenu, in func-
tie van waar men zich bevindt.
Sluit menu af
Met deze functie kunnen de menu-instel-
lingen op het menuscherm worden afge-
sloten.
Druk kortstondig op de MENU
ESCknop om terug te keren naar het stan-
daardscherm zonder de instellingen op te
slaan.
Druk op de
−knop om terug te keren
naar de eerste menuoptie (Piep snelheid).
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 20
21
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
TRIP COMPUTER
Algemene eigenschappen
De Trip computer geeft informatie over
de werking van de auto weer op de dis-
play, wanneer de contactsleutel in stand
de MARstaat. Met deze functie kunnen
twee afzonderlijke functies worden aan-
gemaakt, “Trip A” en Trip B” genaamd,
waarmee grootheden tijdens reis van de
auto worden vastgelegd. Beide functies
werken onafhankelijk van elkaar.
Beide functies kunnen gereset worden (re-
set – begin van een nieuwe reis).
“Trip A” geeft informatie over:
– Bereik
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.“Trip A” geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
Opmerking“Trip B” kan worden uitge-
schakeld (zie “Trip B inschakelen”). De pa-
rameters “Bereik” en “Huidig verbruik”
kunnen niet worden gereset.
Weergegeven waarden
Bereik
Geeft de afstand weer die nog afgelegd kan
worden met de brandstof die in de tank
aanwezig is. Hierbij wordt uitgegaan van
een rijstijl die niet verandert. De display
toont de melding “- - - -” wanneer:
– het bereik kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
– de auto lang stilstaat met een draaien-
de motor.BELANGRIJK Het bereik kan variëren in
functie van verschillende factoren: de
rijstijl (zie “Rijstijl” in “Starten en rijden”),
het type route (snelweg, stadsverkeer,
bergwegen, enz.), en de gebruiksomstan-
digheden van de auto (beladingstoestand,
bandenspanning, enz.). Bij de programme-
ring van een reis dient men rekening te
houden met deze factoren.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand weer die de auto heeft
afgelegd sinds het begin van een nieuwe
reis.
Gemiddeld verbruik
Geeft het gemiddeld brandstofverbruik
van de auto weer sinds het begin van een
nieuwe reis.
Huidig verbruik
Geeft het brandstofverbruik weer. Deze
waarde wordt continu bijgewerkt. Als de
auto stilstaat met draaiende motor ver-
schijnt de melding “- - - -” op de display.
001-022 ABARTH 500 2ed NL.qxd:001-022 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:03 Pagina 21
32
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
❒kan er geen lucht in het interieur wor-
den gevoerd met een lagere tempera-
tuur dan de buitenlucht (de tempera-
tuur knippert op de display wanneer
het systeem de gewenste comfortsitu-
atie niet kan verzekeren).
❒kan de ventilatorsnelheid handmatig ge-
reset worden (bij ingeschakelde com-
pressor kan de ventilatie niet onder een
staafje op de display zakken).
OFF-knop – C
Uitschakeling systeem
Druk op de OFFknop om het systeem
uit te schakelen.
Bij uitgeschakeld systeem, is de situatie van
de klimaatregeling als volgt:
❒alle leds zijn uit;
❒de display van de ingestelde tempera-
tuur is uit;
❒de luchtrecirculatie is uitgeschakeld;
❒de compressor is uitgeschakeld;
❒de ventilator is uitgeschakeld.
In deze omstandigheid kan de luchtcircu-
latie worden in- of uitgeschakeld zonder
het systeem te moeten activeren.Knop
…– D
In-/uitschakeling luchtrecirculatie
Men adviseert de interne luchtrecirculatie
in te schakelen in de file of in tunnels, om
te voorkomen dat vervuilde lucht in het
interieur komt.
Led op ON-knop = luchtrecirculatie
AAN.
Led op OFF-knop = luchtrecirculatie UIT.
Bij lage temperaturen of als de compres-
sor uit is, wordt de recirculatie uitgezet
om beslagen ruiten te voorkomen.
BELANGRIJK Het wordt afgeraden de in-
terne luchtrecirculatie in te schakelen bij
lage buitentemperaturen, aangezien de rui-
ten sneller kunnen beslaan.
Knoppen
ÕÔ– E
Temperatuurregeling
Druk op de knop
Õom de temperatuur
in het interieur te verhogen tot de HI
waarde is bereikt (maximum verwarming).
Druk op de knop
Ôom de temperatuur
in het interieur te verlagen tot de LO
waarde is bereikt (maximum koeling).
BELANGRIJK Als de motorkoelvloeistof
niet voldoende warm is, schakelt het sys-
teem niet onmiddellijk de maximumsnel-
heid van de ventilator in, zodat de toevoer
van te koude lucht in het interieur wordt
beperkt.Knoppen
ÕÔ– F
Instelling ventilatorsnelheid
Druk op de knop
Õof Ôom de ventila-
torsnelheid respectievelijk te verho-
gen/verlagen. De ventilatorsnelheid wordt
op de display weergegeven met staafjes.
De ventilator kan alleen uitgeschakeld
worden als de aircocompressor is uitge-
schakeld (knop B).
Druk op de AUTO-knop om de auto-
matische werking van de ventilatorsnel-
heid te herstellen.
Knoppen
´μ∂– G H I
Handmatige selectie
luchtverdeling
Door op deze knoppen te drukken, kan de
lucht op vijf manieren verdeeld worden:
´naar de uitstroomopeningen van de
voorruit en de voorste zijruiten om
deze te ontwasemen of te ontdooien.
μnaar de luchtroosters in het midden
en aan de zijkant van het dashboard
om de borst en het gelaat tijdens het
warme seizoen te verkoelen.
∂naar de luchtroosters in de been-
ruimten (voorstoelen). Wegens de na-
tuurlijke neiging van warmte om op te
stijgen, warmt dit type verdeling het
interieur zo snel mogelijk op, waar-
door onmiddellijk een behaaglijk ge-
voel wordt verkregen.
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 32
34
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
STADSLICHT EN DIMLICHT
fig. 30
Draai, met de sleutel in de stand MAR de
ring in de stand
2. Als het dimlicht wordt
ingeschakeld, wordt de dagverlichting uit-
geschakeld en worden het stadslicht en het
dimlicht ingeschakeld. Bij inschakeling gaat
ook het controlelampje
3op het instru-
mentenpaneel branden. Draai, met de sleu-
tel in de stand STOPof verwijderd, de
ring van de stand Onaar de stand
2. Het
lampje
3op het instrumentenpaneel
gaat branden en het stadslicht en de ken-
tekenverlichting worden ingeschakeld.
GROOTLICHT fig. 30
Duw, met de ring in de stand
2de hen-
del naar voren naar het dashboard (stabiele
stand). Het controlelampje
1op het in-
strumentenpaneel gaat branden. Trek de
hendel naar het stuurwiel om het groot-
licht uit te schakelen (dimlicht gaat aan).GROOTLICHTSIGNAAL fig. 30
Trek voor het grootlichtsignaal de hen-
del naar het stuurwiel (instabiele stand).
Bij inschakeling gaat ook het controlelampje
1op het instrumentenpaneel branden.
RICHTINGAANWIJZERS fig. 31
Breng de hendel in de (stabiele) stand:
omhoog (stand a): inschakeling rechter
richtingaanwijzer
omlaag (stand b): inschakeling linker rich-
tingaanwijzer
Het controlelampje ¥of Îknippert op
het instrumentenpaneel. De richtingaan-
wijzers gaan automatisch uit wanneer de
auto terug rechtuit rijdt.
“Lane change”-functie
Trek, als u het verwisselen van rijbaan wilt
aangeven, de linkerhendel korter dan een
halve seconde naar de instabiele stand. De
richtingaanwijzer aan de gekozen kant
knippert drie maal en wordt vervolgens
automatisch uitgeschakeld.
BUITENVERLICHTING
De linkerhendel bedient de meeste soorten
buitenverlichting. De buitenverlichting kan
alleen worden ingeschakeld met de con-
tactsleutel in de stand MAR. Bij inschakeling
van de buitenverlichting, worden het ins-
trumentenpaneel en verschillende bedie-
ningselementen op het dashboard verlicht.
DAGLICHT (D.R.L.) fig. 30
(voor bepaalde versies/markten)
Met de sleutel in de stand MARen de ring
in de stand Ogedraaid, gaat de dagverlich-
ting automatisch aan; de andere lampen en
de binnenverlichting blijven uit. Het auto-
matisch inschakelen van de dagverlichting
kan in het Setup-menu in-/uitgeschakeld
worden (zie de paragraaf “Multifunctione-
le en herconfigureerbare display” in dit
hoofdstuk). Als de dagverlichting is uitge-
schakeld, blijven de lichten uit wanneer de
ring in de stand Owordt gedraaid.
fig. 30F0S030Abfig. 31F0S031Ab
De dagverlichting is een al-
ternatief voor het dimlicht
wanneer dit tijdens het rijden overdag
verplicht is, en is tevens toegestaan
wanneer dit niet verplicht is.
De dagverlichting is geen alternatief
voor het dimlicht wanneer in tunnels
of ‘s nachts worden gereden.
Het gebruik van de dagverlichting wordt
geregeld door de wegenverkeerswetge-
ving van het land waar u rijdt.
WAARSCHUWING
023-045 ABARTH 500 2ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 7-07-2011 16:10 Pagina 34