FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAU48410
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richtin-
gaanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar“” te kunnen draaien.
LET OP
DCA11020
Gebruik de parkeerstand niet gedurende
langere tijd, anders kan de accu ontla-
den raken.
DAU49391
Controle- en waarschuwings-
lampjes
DAU11020
Controlelampje
richtingaanwijzers“”
Dit controlelampje knippert terwijl de scha-
kelaar voor richtingaanwijzers naar de lin-
ker- of rechterstand is gedrukt.
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje“”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Vrijstandcontrolelampje“”
2. Controlelampje brandstofniveau“”
3. Waarschuwingslampje motorstoring“”
4. Controlelampje startblokkering
5. Waarschuwingslampje olieniveau“”
6. Controlelampje richtingaanwijzers“”
7. Controlelampje grootlicht“”
67
12
4 3
5
U26PD2D0.book Page 3 Friday, May 14, 2010 3:23 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de “SELECT”-
toets los.
4. Stel de helderheid van het paneel voor
de multifunctionele meter in door op de
“SELECT”-knop te drukken.
5. Druk op de toets “RESET”.
Het kilometerteller/ritteller/klok-dis-
play keert terug naar de vorige weer-
gavemodus.
DAU12348
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar“/”
Zet deze schakelaar op“” voor grootlicht
en op“” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar“/”
Druk deze schakelaar naar“” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar“” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Lichtsignaalschakelaar“”
2. Dimlichtschakelaar“/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar“/”
4. Claxonschakelaar“”
3
41 2
1. Noodstopschakelaar“/”
2.“SELECT”-schakelaar
3.“RESET”-schakelaar
4. Startknop“”
5. Schakelaar alarmverlichting“”
1
52
3
4
U26PD2D0.book Page 8 Friday, May 14, 2010 3:23 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar“”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar“/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op“”. Zet deze schakelaar op“” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12711
Startknop“”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting“”
Met de sleutel in de stand “ON” of“” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-
den.
DAU44602
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometertellerweergave
en rittellerweergaven en om de klok en de
helderheidsregeling van de multifunctionele
meter in te stellen.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU42535
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om de rit-
tellerweergaven te resetten en om de klok
en de helderheidsregeling van de multifunc-
tionele meter in te stellen.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
U26PD2D0.book Page 9 Friday, May 14, 2010 3:23 PM
INDEXAAccu ...................................................... 6-25
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-23
Achterwielophanging, smeren............... 6-23BBanden.................................................. 6-13
Bestuurderszadel .................................. 3-14
Bougies, controleren ............................... 6-8
Brandstof............................................... 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem ..... 3-5DDimlichtschakelaar .................................. 3-8
Doorbuiging aandrijfriem ....................... 6-20GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-21
Gereedschapsset .................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-30
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-29
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-29HHelmbevestiging ................................... 3-15IIdentificatienummers ............................... 9-1Inrijperiode .............................................. 5-3
KKabels, controleren en smeren............. 6-20
Klepspeling ........................................... 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-27
Koppelingshendel ................................. 3-10
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................. 6-16LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-8
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-12MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon .................. 6-9
Multifunctionele meter ............................ 3-5NNoodstopschakelaar ............................... 3-9OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-32PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-31
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-32RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-22
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren .......................................... 6-21
Remhendel ........................................... 3-10
Remhendel, afstellen van vrije slag ...... 6-17Remlichtschakelaars ............................. 6-17
Rempedaal ............................................ 3-11
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-18
Remvloeistof, verversen........................ 6-19
RESET-schakelaar.................................. 3-9
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-8
SSchakelaar alarmverlichting .................... 3-9
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-10
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-15
SELECT-schakelaar................................ 3-9
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-4
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ................................................. 3-9
Startspersysteem .................................. 3-17
Storingzoekschema............................... 6-33
Stuurschakelaars .................................... 3-8
Stuursysteem, controleren .................... 6-24TTankbeluchtingsslang/overloopslang .... 3-13
Tankdop ................................................ 3-11UUitlaatkatalysator................................... 3-13VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .......................................... 6-18
Voorvork, controleren ............................ 6-23
U26PD2D0.book Page 1 Friday, May 14, 2010 3:23 PM