INHOUDSOPGAVE
Zekeringen vervangen .................. 6-33
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-35
Achterlicht/remlichtunit ................. 6-36
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-36
Gloeilamp kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-37
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-38
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-39
Problemen oplossen ..................... 6-39
Storingzoekschema’s ................... 6-41
VERZORGING EN STALLING VAN
DE MOTORFIETS.............................. 7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-4
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U2S3D2D0.book Page 2 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
DAU46462
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de koplampunit door de bou-
ten los te halen.
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
1
1
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
1
2
1
U2S3D2D0.book Page 35 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Al heel geringe hoeveelheden olie, zo-
als afkomstig van vingerafdrukken of
van met olie besmeurde poetsdoeken,
zullen vlekken achterlaten op de tita-
nium dempers, maar deze vlekken
kunnen met een zachte zeep worden
verwijderd.
De door hitte veroorzaakte verkleurin-
gen op het gedeelte van de uitlaatpijp
naar de titanium uitlaatdempers zijn
normaal en kunnen niet worden verwij-
derd.
Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te laten glanzen.
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.5. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11131
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaat
rijden.
LET OP
DCA10800
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan het koplampglas
beslaan. Inschakelen van de koplamp
gedurende een korte periode zal hel-
pen bij de verwijdering van het vocht.
U2S3D2D0.book Page 3 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
SPECIFICATIES
8-3
8
Veerweg:
110.0 mm (4.33 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
YTZ14S
Voltage, capaciteit:
12 V, 11.2 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 60 W/55 W × 1
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LEDWaarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED x 2
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje:
LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Controlelampje schakelmoment:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
20.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
20.0 A
Zekering rubradiatorkoelvin:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 AZekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
U2S3D2D0.book Page 3 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
INDEXAABS ....................................................... 3-19
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-5
Accu ...................................................... 6-30
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-29
Achterlicht/remlichtunit .......................... 6-36
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).......... 3-16BBagageriembevestiging ........................ 3-29
Banden.................................................. 6-20
Bougies, controleren ............................. 6-10
Brandstof............................................... 3-22
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CCardanolie............................................. 6-14
Claxonschakelaar ................................. 3-17
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment.............. 3-6
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem ..... 3-6DDimlichtschakelaar ................................ 3-17EEXUP-systeem...................................... 3-29GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-27
Gereedschapsset .................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-37
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-36
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-26
Klepspeling ........................................... 6-20
Koelvloeistof ......................................... 6-16
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-35
Koppelingshendel ........................ 3-18, 6-23LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-17
Luchtfilterelement ................................. 6-19MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Modelinformatiesticker............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................ 6-11
Multifunctioneel display .......................... 3-7NNoodstopschakelaar ............................. 3-17OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-39PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-38
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-39RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-28
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ........................................... 6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren .......................................... 6-27Remhendel ............................................ 3-19
Remlichtschakelaars ............................. 6-24
Rempedaal ............................................ 3-19
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar................. 3-17
SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-17
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-18
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-27
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-4
Snelheidsmeterunit ................................. 3-6
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-17
Startspersysteem .................................. 3-30
Stationair toerental, controleren ............ 6-19
Storingzoekschema’s ............................ 6-41
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-8
Stuurschakelaars .................................. 3-17
Stuursysteem, controleren .................... 6-30TTankbeluchtingsslang/overloopslang .... 3-23
Tankdop ................................................ 3-20UUitlaatkatalysatoren............................... 3-23VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
U2S3D2D0.book Page 1 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM