INHOUDSOPGAVE
Middenbok en zijstandaard
controleren en smeren .............. 6-26
Voorvork controleren .................... 6-27
Stuursysteem controleren ............ 6-28
Controleren van wiellagers ........... 6-28
Accu ............................................. 6-28
Zekeringen vervangen .................. 6-30
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-32
Achterlicht/remlichtunit ................. 6-33
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen ..... 6-33
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer ........................ 6-34
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-34
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-35
Problemen oplossen ..................... 6-35
Storingzoekschema’s ................... 6-36
VERZORGING EN STALLING VAN
DE SCOOTER
.................................... 7-1
Matkleur, let op ............................... 7-1
Verzorging ...................................... 7-1
Stalling ............................................ 7-3
SPECIFICATIES
................................ 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE
.............. 9-1
Identificatienummers ...................... 9-1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23764
Koplampgloeilamp vervangen
De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
2. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
XP500A 5.0 A
Zekering ABS-motor:
XP500A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
XP500A 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
2
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
2
3
4
5
67
8
9
3. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
4. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
5. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU43040
Achterlicht/remlichtunit
Als de achterlicht/remlichtunit niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit daarvan te controleren of
vervang de gloeilamp.
DAU43051
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
1. Gloeilamphouder
2. Loshalen.
1
2
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
INDEX
A
Aandachtspunten voor veilig rijden ........... 1-5
ABS (voor modellen met ABS)................ 3-13
ABS-waarschuwingslampje
(voor modellen met ABS) ....................... 3-3
Accu ........................................................ 6-28
Achterlicht/remlichtunit ............................ 6-33
Achterremblokkeerhendel ....................... 3-13
Achteruitkijkspiegels ............................... 3-21
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)............ 3-10
B
Banden.................................................... 6-20
Bougies, controleren ............................... 6-11
Brandstof................................................. 3-15
Brandstofniveaumeter ............................... 3-5
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ..... 5-3
C
Claxonschakelaar ................................... 3-11
Contactslot/stuurslot ................................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ........ 3-3
Controlelampje grootlicht .......................... 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers .......... 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem ....... 3-4
D
Dimlichtschakelaar .................................. 3-11
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en
smeren.................................................. 6-25
Gereedschapsset ...................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ............................................. 6-34
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ............................................. 6-33
H
Helmbevestiging ...................................... 3-18
I
Identificatienummers ................................. 9-1
Inrijperiode ................................................. 5-4
K
Kabel van achterremblokkeerhendel,
afstellen ................................................. 6-22
Kettingkastolie ......................................... 6-15
Klepspeling .............................................. 6-19
Koelvloeistof ............................................ 6-16
Koplampgloeilamp, vervangen ................ 6-32
L
Lichtsignaalschakelaar ............................ 3-11
Luchtfilterelement, vervangen ................. 6-18
M
Matkleur, let op .......................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren .......................... 6-26
Modelinformatiesticker............................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-12
Multifunctioneel display ............................. 3-6
N
Noodstopschakelaar ................................ 3-11
O
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ......... 6-3
Opbergcompartimenten ........................... 3-19
P
Panelen, verwijderen en aanbrengen ........ 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........... 6-35
Parkeren .................................................... 5-4
Plaats van de onderdelen .......................... 2-1
Problemen oplossen ................................ 6-35
R
Remhendel, achterrem ............................ 3-12
Remhendels, smeren .............................. 6-26
Remmen .................................................... 5-3
Remvloeistofniveau, controleren ............. 6-24
Remvloeistof, verversen .......................... 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar ................... 3-11
Rugsteun rijderzadel, verstellen .............. 3-18
S
Schakelaar alarmverlichting .................... 3-12
Schokdemperunit .................................... 3-21
Smering en onderhoud, periodiek ............. 6-4
Snelheidsmeter ......................................... 3-4
Sneller en langzamer rijden ...................... 5-2
Specificaties .............................................. 8-1
Stalling ...................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ................................ 3-1
Starten van de motor................................. 5-1
Startknop ................................................. 3-11
Startspersysteem .................................... 3-22
Stationair toerental .................................. 6-18
Storingzoekschema’s .............................. 6-36
Stuurschakelaars .................................... 3-11
Stuursysteem, controleren ...................... 6-28
T
Tankdop .................................................. 3-14
Temperatuurmeter koelvloeistof ................ 3-5
U
Uitlaatkatalysator ..................................... 3-16
V
Veiligheidsinformatie ................................. 1-1
Verzorging ................................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ...................... 9-1