INHOUD
Diefstalbeveiliging - Starten 124Parkeerrem 125Hill holder 126
Handgeschakelde versnellingsbak 127Opschakelindicator 128Automatische transmissie 129
Snelheidsbegrenzer 133Snelheidsregelaar 136Parkeerhulp 139
Brandstoftank 143Motorkap 145Benzinemotoren 146
Dieselmotor 147Brandstoftank leeg (Diesel) 148Niveaus controleren 149
Controles 151
Bandenreparatieset 153Wiel verwisselen 160Wisserbladen vervangen 164
Eco-mode 165Accu 166Een lamp vervangen 168Zekeringen vervangen 175
Slepen van een auto 182Trekken van een aanhanger 184Reinigen en onderhouden 186Accessoires 187
6/RIJDEN 124-141
7/ONDERHOUD 142-152
8/PRAKTISCHE INFORMATIE 153-188
INDEX 261-265
VISUELE INDEX 266-269
Benzinemotoren 189Gewichten auto's met benzinemotoren 190Dieselmotor 191Gewichten auto's met dieselmotoren 192Afmetingen 193Identificatie 194
9/TECHNISCHE GEGEVENS 189-194
Urgence-oproep of Assistance-oproep 195Peugeot Connect 3D Nav 199Peugeot Connect Sound 243
10/AUDIO EN TELEMATICA 195-260
3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Hoe lang de verlichting van de bagageruimte blijft branden, hangt
af van de situatie:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
OPBERGBAK
Hierin vindt u verschillende ruimtes waarin o.a. een lampenset,
een EHBO-tas, een noodreparatieset voor een lekke band, een
gevarendriehoek en een afneembare trekhaakkogel kunnen worden
opgeborgen.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Uw auto is voorzien van twee lichtpunten in de bagageruimte; één in de
rechter zijbekleding van de bagageruimte en één in het midden onder
de hoedenplank.
Deze gaan automatisch branden zodra de bagageruimte wordt geopend
en doven zodra deze wordt gesloten.
De verlichting kan niet handmatig worden uitgeschakeld.
Een tweede gevarendriehoek kan worden opgeborgen in de
bekleding van het kofferdeksel. Toegang tot de opbergbak:
)
til de vloerplaat op met behulp van de riem,
)
zet deze in een verticale positie voorbij de aanslagen aan de
zijkanten van de bagageruimte.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
ECO-MODE
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal
functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals
het audio- en telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten en de
plafonnier nog in totaal maximaal dertig minuten gebruiken.
Afhankelijk van de laadtoestand van de accu kan deze periode veel
korter zijn.
INSCHAKELEN VAN DE ECO-MODE
Na het verstrijken van deze tijd geeft een melding op het display aan
dat de eco-mode is ingeschakeld en de actieve functies worden in de
ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt ingeschakeld aan het
telefoneren bent:
- kan het gesprek nog 5 minuten worden voortgezet met de
handsfree set van uw Peugeot Connect Sound,
- kan het telefoongesprek gewoon worden voortgezet met de
Peugeot Connect 3D Nav.
UITSCHAKELEN VAN DE ECO-MODE
De functies worden automatisch weer ingeschakeld als de motor gestart
wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat
deze ten minste 5 minuten draaien.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van de motor in acht om een
juiste lading van de accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van de motor om de accu
bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden (zie de
paragraaf "Accu").
SPAARFASE
De spaarfase stuurt de elektrische functies van de auto aan om het
ontladen van de accu te voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de laadtoestand van de accu
enkele functies (airconditioning, achterruitverwarming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch ingeschakeld zodra de laadtoestand
van de accu dit toelaat.
8/
PRAKTISCHE INFORMATIE
ACCUKABELS LOSKOPPELEN/AANSLUITEN
Laat, om te voorkomen dat de accu ontladen raakt, de verlichting
niet herhaaldelijk branden als het contact is afgezet (zie paragraaf
"Eco-mode").
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de accupoolklemmen los te nemen.
Vóór het loskoppelen van de accukabels
Wacht 2 minuten na het afzetten van het contact.
Klap de beweegbare spoiler in en sluit de ruiten en de
voorportieren voordat u de accukabels loskoppelt.
Na het weer aansluiten van de accukabels
Zet het contact aan en wacht 1 minuut alvorens de motor
te starten, zodat de elektronische systemen geïnitialiseerd
kunnen worden. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als er zich na deze handeling toch nog
problemen voordoen.
Raadpleeg het desbetreffende hoofdstuk voor het zelf opnieuw
initialiseren van:
- de sleutel met afstandsbediening,
- de elektrische ruitbediening en het automatisch op een kier
zetten van de portierruiten,
- het GPS navigatiesysteem.
)
Trek de vergrendelingshendel D
zo ver mogelijk omhoog.
)
Plaats de geopende accupoolklem E
op de pluspool (+) van de
accu.
)
Druk verticaal op de accupoolklem E
om hem goed tegen de accu
aan te drukken.
)
Zet de accupoolklem vast door de hendel D
omlaag te duwen.
LADEN MET BEHULP VAN EEN ACCULADER
)
Maak de accupoolklemmen los.
)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
)
Sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel.
)
Controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze
bedekt zijn met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen en klemmen.
Forceer de hendel niet, aangezien de accupoolklem niet kan
worden vergrendeld als deze niet correct is geplaatst.
Herhaal de procedure.
199
2ABC3DEF5JKL4GHI6MNO8TUV7PQRS9WXYZ0*#
1
RADIO MEDIANAV ESC TRAFFIC
SETUPADDR
BOOK
De Peugeot Connect 3D Nav is zodanig gecodeerd dat
deze uitsluitend in uw auto functioneert. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere auto wilt laten configureren.
Bepaalde
functies die in deze handleiding worden
beschreven, zullen in de loop van het jaar beschikbaar
zijn.
PEUGEOT CONNECT 3D NAV
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Na het afzetten van de motor schakelt de Peu
geot Connect 3D Nav zichzelf tijdens de overgang naar deeco-mode uit om te voorkomen dat de accu ontladenraakt.
01 Basisfuncties
02 Gesproken commando's en
stuurkolomschakelaars
03 Algemene werking
04 Navigatie
05 Verkeersinformatie
06 Radio
07 Multimediaspelers
08 Bellen
09 Configuratie
10 Menustructuren displays blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 200
202
2
05
210
219
221
222
227
232
233
INHOUD
Veelgestelde vragen blz. 2
38
AUTORADIO MULTIMEDIA / BLUETOOTH-TELEFOON
GPS EUROPA
239
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets RADIO en selecteer "Golflengte" en vervolgens "Menu Radio" om het golfbereik terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of devoorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostationof er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie "RDS" via het snelmenu omhet systeem te laten controleren of er een sterkerezender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie isingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Het geluid van de radiovalt 1 tot 2 secondenweg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de "RDS"-functie uit via het snelmenu als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt hetsysteem na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft het systeem nog werken zolang delaadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-mode van hetsysteem is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de autoontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
253
06
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bezig met
zoeken...".
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi
guratie
-
Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en decompatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meestgg jggjg
geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEF
OON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen.
D
e eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 cijfers in.
Bevesti
g met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren, in
de tele
foon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfigureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de
synchronisatie beschikbaar.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen.
(AFHANKELIJK VAN MODEL EN UITVOERING)
*
Als uw telefoon volledi
g compatibel is.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, eenonbeperkt aantal keren, nogmaals proberen. pp g g jpp g g j
262
INDEX
Eco-mode ........................................ 165
Elektrisch verstelbare stoelen...... 64, 66
Elektronische remdrukregelaar (REF) ...102
Elektronische startblokkering..... 53, 124
Elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP) ......... 103
ESP/ASR ......................................... 103
Extra ingang .............. 84, 226, 250, 252
E/
F/Follow me home
verlichting .................................. 91, 92
G/Geheugen instellingen bestuurder..... 66
Gereedschap ........................... 160, 163
Gesproken commando''s ................. 202
Gewichten................................ 189, 191
GPS ................................................. 210
Grootlicht ........................... 88, 169, 170
H/Halogeenlampen ............................. 168
Handgeschakelde
versnellingsbak ............. 127, 128, 152
Handrem .................................. 125, 152
Handsfree set .................................. 253
H/Handsfree telefoon ................... 227-229
Hill-Holder ........................................ 126
Hoofdsteun achter ............................. 71
Hoogte- en diepteverstelling
stuurwiel .......................................... 67
Hulpoproep .............................. 100, 196
I/Identificatie (stickers) ....................... 194
Identificatie auto .............................. 194
Identificatiegegevens ....................... 194
Identificatieplaatjes constructeur ..... 194
Indeling bagageruimte ....................... 86
Indeling interieur ................................ 80
Inhoud brandstoftank ....................... 143
Instapverlichting........................... 78, 79
Instellen van de
uitrustingen .......................... 24, 42, 46
Instellingen bestuurder (opslaan) ...... 66
Instrumentenpaneel ........................... 22
Instrumentenpanelen ............. 22, 24, 37
Intelligente tractiecontrole................ 103
Interieurbekleding ............................ 186
Interieurfilter..................................... 151
Interieurfilter (vervangen) ................ 151
Interieurverlichting ....................... 77, 78
ISOFIX bevestigingen...................... 121
ISOFIX kinderzitjes ................... 121-123
J/JACK-aansluiting ............... 84, 250, 252
Jukebox (beluisteren) ...................... 225
Jukebox (kopie) ............................... 224
K/Kaartleeslampjes ............................... 77
Kentekenplaatverlichting ................. 171
Kilometerteller.................................... 37
Kinderen ............................ 116, 119-123
Kinderzitjes ....................... 116, 119, 120
Kleurcode lak ................................... 194
Kleurendisplay 16/9 .......... 205-208, 233
Klokje ................................................. 38
Klokje (instellen) ................ 38, 232, 255
Koelvloeistoftemperatuur ................... 33
Koelvloeistoftemperatuurmeter.......... 33
Kofferdeksel sluiten ..................... 51, 62
Koplampen ...................................... 186
Koplampsproeiers.............................. 96
Koplampverstelling ............................ 93
L/Laden accu ...................................... 166
Lampen
vervangen ............................. 168, 171
Lekke band ...................................... 153
Lichtmetalen velgen......................... 186
Lichtschakelaar.................................. 88