9.4
01
1
55
101
22
334466
131
111
99
144155
77881212161
1. Motor afgezet: - Kort indrukken: aan/uit - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergaveradio onderbreken. Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. - Lang indrukken: resetten van het systeem. 2. Volumeregeling (individueel voor iedere geluidsbron, inclusief berichten en waarschuwingen van het navigatiesysteem). 3. To egang tot het Menu "Radio". Weergave van hetzenderoverzicht.4. To egang tot het Menu "Muziek". Weergave van tracks.
5. To egang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik en de demo-modus. 6. To egang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken. 7. To egang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergevenvan: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon (tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK). 8. To egang tot het Menu "Navigatie". Weergave vande laatst gekozen bestemmingen. 9. To egang tot het Menu "Verkeer". Weergave vande actuele verkeersinformatie.10. ESC: huidige bewerking afbreken. 11. CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender inhet overzicht. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. Selecteren van het vorige/volgende pagina in eenlijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of vorig/volgend MP3-bestand. gggg
Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagenradiozender. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van dehuidige radiozender.
15. SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
16. Selectieknop voor de weergave op het display, afhankelijk van de context van het menu. g
Kort indrukken: contextmenu of bevestigen. Lang indrukken: specifi ek contextmenu van deweergegeven lijst.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL Peugeot Connect Nav
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen:geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/ hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness, automatische volumecorrectie, standaardinstellingen.
9.6
03 ALGEMENE WERKING
Raadpleeg het hoofdstuk "Menustructuren displays" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen demenu's.
Door meerdere keren achter elkaar op de toets M
ODE te drukken, krijgt u toegang tot de volgende menu's:
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel. RADIO/ MULTIMEDIA
SPELERS
TELEFOON
(Tijdens een telefoongesprek) KAARTWEERGAVE OP
VOLLEDIG SCHERM
NAVIGATIE
(Tijdens navigatie)
SETUP :
taalkeuze * , datum en tijd *
, weergave,
parameters
van de auto * , eenheden en systeeminstellingen
"Demo-modus".
VERKEER:
TMC-informatie en berichten.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering. BOORDCOMPUTE
R
9.7
03ALGEMENE WERKING
Door de draaiknop OK in te drukken krijgt
u toegang tot de snelkeuzemenu's.
WEERGAVE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT
NAVIGATIE (TIJDENS NAVIGATIE):
BOORDCOMPUTER: Navi
gatie stoppen
Bericht herhalen
Alternatieve route
Route-informatie
Bestemming tonen
Tra
jectinformatie
Navi
gatiecriteria
Vermijdcriteria
A
antal satellietenKaart verplaatsen
Gespr. bericht
Navigatie-opties
Logboek waarschuwingen
Status van functie
s
1
2
3
3
2
1
1
1
3
1
1
1
1
2
TELEFOON:
Ophangen
In de wacht zetten
Bellen
DTMF-tonen
Privémodus
Micro ui
t
1
1
1
1
1
1
9.16
04
5
6
3 2 1
4
NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Selecteer "Instellen risicozones" voor
toegang tot de functies "Op kaart
weergeven", "Visuele waarschuwing" en "Akoestische waarschuwing".
Selecteer de functie "POI-categorieën op kaart" om de
POI's die standaard op de kaart
worden weergegeven in te stellen. Druk o
p de toets NAV.
Druk no
gmaals op de toets NAV of
selecteer de functie Menu Navigatieen druk op de draaiknop om tebevestigen.
Selecteer de functie "Instellin
gen" en druk op de draaiknop om tebevestigen.POI-cate
gorieën op kaart
InstellingenInstellen risicozones
Menu Navigatie
NAVIGATIE
Selecteer de functie "Navigatievolume"en draai aan de draaiknop om het
volume van de verschillende gesproken
berichttypen (verkeersinformatie,
waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.
Navigatievolume
Het volume van de POI-waarschuwingen kan alleen tijdens het
uitzenden ervan worden aangepast.
UPDATEN RISICOZONE-POI'S (radarinformatie)
Voor het updaten van risicozone-poi's is een SDHC-compatible
speler (High Capacity) vereist.
Download het update-bestand via Internet
(www.peugeot.fr of www.peugeot.co.uk).Open dit bestand en kopiëer de uitgepakte documenten naar
de map DATABASE op de SD-kaart, waarbij de bestaande
documenten worden vervangen.
Als het navigatiesysteem is ingeschakeld en de kaart op het display wordt weergegeven,kunt u de spraakbediening in- of uitschakelen door op het knopje te drukken en
vervolgens "Gespr. instructie" te selecteren of deze selectie juist ongedaan te maken.
Gespr. instructie
9.17
05
2 1
3
4
5
VERKEERSINFORMATIE
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE
WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN
Selecteer vervolgens de gewenste straal van het fi lter (in km),
afhankelijk van de route, en bevestigdoor op de draaiknop te drukken.
W
anneer alle berichten over het
traject worden geselecteerd, wordt
aanbevolen een geografi sche
fi lter (over een straal van 5 km
bijvoorbeeld) toe te voegen omhet aantal berichten dat op dekaart verschijnt te verkleinen.Het geografi sch fi lter volgt de
verplaatsing van de auto.
De fi lters werken onafhankeli
jk van elkaar en cumulatief.
Het is raadzaam om een fi lter o
p de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van:
- 3 km o
f 5 km voor een gebied met een dicht wegennet,
- 10 km voor een
gebied met een normaal wegennet,
- 50 km voor lange trajecten
(autosnelweg).
Druk no
gmaals op de toets TRAFFICof selecteer het Menu Verkeer en druk op de draaiknop om te
bevestigen.Druk o
p de toets TRAFFIC.
Een TMC-bericht
(Trafi c Message Channel) is informatie met betrekking
tot het verkeer en het weer die in real time wordt ontvangen endoorgestuurd naar de bestuurder in de vorm van gesproken berichten en
visuele waarschuwingen op de navigatiekaart.
Het navigatiesysteem kan in dat geval een alternatieve route voorstellen.
Selecteer de functie "Geo
grafi sch
fi lter" en druk op de draaiknop om te
bevestigen.
Berichten op route
De lijst met TMC-berichten verschijnt onder Menu Verkeer op
volgorde van nabijheid.
Alleen waarsch. berichten op route
Menu Verkeer
Selecteer het
gewenste fi lter:
Alle waarschuwingsberichten
Alle berichten
De berichten verschijnen op de kaart en in de lijst.
Druk op E
SC om het fi lter uit te schakelen.
Geografi sch fi lter
9.20
07MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnenafspelen.
Als de
CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De P
C Nav speelt bestanden met de extensie ".mp3" en een bitrate
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u...) kunnen
niet worden afgespeeld. De
formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid die
de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD teplaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
9.23
08
1
2
3
2 1 4
*
De beschikbaarheid van diensten hangt af van het gsm-netwerk, de SIM-kaart en de compatibility van de gebruikte Bluetooth apparatuur. Controleer in de gebruiksaanwijzing van uw telefoon en informeer bijuw provider welke diensten voor u toegankelijk zijn. Onze organisatie
beschikt over een lijst van mobiele telefoons met de beste aanbiedingen.
BLUETOOTH-TELEFOON
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan de handsfree-set van
de PC Nav mag om veiligheidsredenen en vanwege het feit dat
deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder vraagt,
uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met aangezetcontact.
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
De laatst
gekoppelde telefoon wordt automatischopnieuw gekoppeld. Voer de toe
gangscode in met de telefoon. De in te
voeren code wordt weergegeven op het display.
Dr
uk om een andere telefoon te
koppelen op de toets PHONE, selecteer vervolgens Menu Telefoon en druk op de draaiknop om tebevestigen.
Als de tele
foon is gekoppeld, kan PC Nav de contacten en de
gesprekkenlijst synchroniseren. Deze synchronisatie kan enkele
min
uten duren *
.
Selecteer "Telefoon koppelen".Selecteer de telefoon en druk op dedraaiknop om te bevestigen. De li
jst met eerder gekoppelde telefoons (maximaal 4) verschijnt
op het multifunctionele display. Selecteer de gewenste telefoon om
deze opnieuw te koppelen. Druk op de toets PH
ONE.
Selecteer als de telefoon no
g niet gekoppeld is geweest "Telefoonzoeken" en druk op de draaiknop om
te bevestigen. Selecteer vervolgens de naam van de telefoon.
Telefoon zoeken
Telefoon koppelen
9.24
08
1
3 2
2 1accepteren of "Nee" om de oproep
te weigeren en bevestig door op de
draaiknop te drukken.
EEN OPROEP ONTVANGEN
BELLEN
Wanneer u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop-
upvenster op het multifunctionele display.
Ja
Druk op de toets PHONE om hetgesprek te beëindigen of druk op de
draaiknop, selecteer "Gespr.beëind."
en
bevestig door op de draaiknop te drukken.
Gespr. beëind.
Druk op de toets PHONE.
Selecteer "Nummer bellen" en voer het nummer in met het toetsenbord
op het display.
Nee
Selecteer de functie Menu Telefoon en druk op de draaiknop om tebevestigen.
De li
jst met de laatste 20 vanuit de auto gevoerde
telefoongesprekken verschijnt onder het Menu Telefoon. U kunteen nummer selecteren en op de draaiknop drukken om naar ditnummer te bellen.
H
et telefoonnummer kunt u ook kiezen uit het adresboek. Selecteer daarvoor "Bellen vanuit adresboek". Met de PC Nav kunnenmaximaal 4000 records worden opgeslagen.
Druk lan
ger dan twee seconden op het uiteinde van destuurkolomschakelaar om het adresboek te openen.
Menu Telefoon
Nummer bellen
Druk, om een nummer te wissen, o
p de toets PHONE en
vervolgens lang op een telefoonnummer waarna de volgendekeuze op het scherm verschijnt:
Vermelding wissen
Lijst wissen
BLUETOOTH-TELEFOON
Druk op het uiteinde van de stuurkolomschakelaar om de oproep te accepteren of om het gesprek te
beëindigen.