95
Veiligheidsgordels
VEILIGHEI
D
4
Het afgaan van de gordels gaat gepaard
met een lichte onschadelijke rookvorming en
een geluid als gevolg van de pyrotechnische
lading in het systeem.
De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van
de inzittenden getrokken wordt.
De oprolautomaten zijn voorzien van een
automatische blokkeerinrichting die in werking
treedt bij een aanrijding, een noodstop of het
over de kop slaan van de auto.
De veiligheidsgordels met pyrotechnische
gordelspanners werken alleen als het
contact aan staat.
U kunt de gordel losmaken door de rode
knop op de gesphouder in te drukken.
Geleid de gordel tijdens het oprollen.
Voorschriften voor kinderen:
- maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner
dan 1,50 m gebruik van een geschikt
kinderzitje.
- laat nooit een kind op schoot zitten
tijdens het rijden. De veiligheidsgordel
mag door niet meer dan één persoon
gedragen worden. VEILIGHEIDSGORDELS
ZITPLAATSEN VÓÓR
VEILIGHEIDSGORDELS
ACHTERZITPLAATSEN
Als uw auto is voorzien van een losse stoel
en een tweezitsbank, zijn de 3 zitplaatsen
voorzien van driepunts veiligheidsgordels
met oprolautomaat.
De middelste zitplaats is voorzien van een
gordelgeleider en een oprolautomaat die zijn
bevestigd aan de rugleuning. Raadpleeg voor meer informatie over
kinderzitjes in rubriek 4 het gedeelte
"Kinderen in de auto".
Vanwege de wettelijke
veiligheidsvoorschriften moeten
werkzaamheden en controles aan de
veiligheidsgordels worden uitgevoerd door
het PEUGEOT-netwerk, dat tevens voor
de garantie zorgt en de werkzaamheden
volgens de voorschriften uitvoert.
Laat de veiligheidsgordels van uw auto
regelmatig (ook na een kleine aanrijding)
controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats: de gordels
mogen geen slijtagesporen en scheuren
vertonen en er mogen geen wijzigingen aan
de gordels zijn aangebracht.
Reinig de veiligheidsgordels met
zeepsop of een reinigingsmiddel
voor textiel, verkrijgbaar bij het
PEUGEOT-netwerk.
Als de gordelspanners zijn geactiveerd,
gaat het verklikkerlampje airbag branden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:
- mag deze door niet meer dan één
persoon worden gedragen,
- moet worden voorkomen dat de gordel gedraaid
raakt en moet de gordel in een vloeiende
beweging naar voren worden getrokken,
- dient deze strak om het lichaam te
worden gedragen.
De schoudergordel moet langs het holle
gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De heupgordel moet zo laag mogelijk op het
bekken worden geplaatst.
Draai de gespen van de veiligheidsgordels
niet om; de gordels zijn dan niet voldoende
effectief. Als de zitplaatsen zijn voorzien
van armsteunen, moet de heupgordel altijd
onder de armsteun door worden geleid.
Controleer of de gordel goed is vastgemaakt
door even aan de riem te trekken.
Met airbags vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien
van pyrotechnische gordelspanners en
gordelkrachtbegrenzers.
Zonder airbags vóór
Als uw auto is voorzien van een tweezitsbank
vóór zonder airbags vóór, is de veiligheidsgordel
van de middelste passagier niet voorzien van
een pyrotechnische gordelspanner.
Zorg ervoor dat de gordels op de 2e en
3e zitrij in de juiste gordelsluiting worden
vastgemaakt. Bevestig de gordels van de
buitenste zitplaatsen niet in de gordelsluiting
van de middelste zitplaats en andersom.
96
Veiligheid
VEILIGHEIDSTROEVEN
In het geval van een extreme
dwarsversnelling van de auto beperkt dit
systeem het risico op over de kop slaan van
de auto door de remmen te bedienen.
Roll Over Mitigation *
Dit systeem is gekoppeld aan het ESP en
vult de aan het remsysteem gekoppelde
functies ABS-REF, ASR-ESP en
noodremassistentie (zie de desbetreffende
hoofdstukken in dit document) aan, zodat
een hoog niveau van actieve veiligheid
is gewaarborgd. Het ROM-systeem waar
uw auto mee is uitgerust, is oorspronkelijk
ontwikkeld voor auto's uit de topklasse met
vierwielaandrijving.
*
Systeem om risico van over de kop slaan te
beperken.
11 0
Trekken van een aanhanger
Gebruik daarom een zo hoog mogelijke
versnelling om het toerental te beperken en
pas uw snelheid aan.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van
de koelvloeistoftemperatuurmeter.
Banden
Controleer de bandenspanning van
de auto (zie rubriek 8 in het gedeelte
"Identificatie") en de aanhanger en breng
deze indien nodig op de juiste waarde.
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
originele PEUGEOT-trekhaken en hun
kabelset, die tijdens de ontwikkeling
van uw auto uitgebreid zijn getest en
gehomologeerd en de montage hiervan toe
te vertrouwen aan het PEUGEOT-netwerk.
In geval van montage buiten het PEUGEOT-
netwerk, moet deze montage worden
uitgevoerd met gebruikmaking van de
voorbereide geïntegreerde elektrische
voorzieningen aan de achterzijde van
de auto en de voorschriften van de
constructeur.
Conform de algemene voorschriften die
hierboven zijn vermeld, attenderen wij u
op het risico dat het monteren van een
trekhaak of elektrisch accessoire zonder
artikelnummer van PEUGEOT met zich
meebrengt. Hierdoor kunnen storingen in het
elektrisch systeem van uw auto ontstaan.
Raadpleeg eerst de fabrikant. Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af.
Gebruiksvoorschrift
Onder zeer zware gebruiksomstandigheden
(het trekken van het maximale
aanhangergewicht op een steile helling bij
hoge temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de prestaties
van de motor weer kunnen worden verhoogd.
Zie in de rubriek 6 het gedeelte
"Niveaus".
Remmen
Het trekken van een aanhanger vergroot de
remweg. Rijd met matige snelheid, schakel
tijdig terug, rem geleidelijk.
Zijwind
De zijwindgevoeligheid van de auto is groter.
Rijd daarom soepel en met matige snelheid.
ABS/ESP
Het ABS of ESP werkt uitsluitend op de auto
en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp achter
Bij het trekken van een aanhanger is de
parkeerhulp uitgeschakeld.
DIESEL
121
Brandstof
ONDERHOU
D
6
BRANDSTOFTOEVOERUITGESCHAKELD
Bij een zware aanrijding wordt de
brandstoftoevoer automatisch door de
brandstofafsluiter onderbroken.
HANDOPVOERPOMP DIESEL
In het geval van een lege brandstoftank is
het noodzakelijk het brandstofsysteem te
ontluchten:
- vul de brandstoftank met minimaal vijf
liter diesel,
- bedien de handopvoerpomp van de
ontluchting (onder de beschermkap in
de motorruimte) tot u brandstof in de
transparante slang ziet komen,
- houd de sleutel in de stand "D" (starten)
tot de motor aanslaat. Als dit verklikkerlampje gaat
knipperen, verschijnt een melding
op het display.
Controleer buiten de auto of u
geen brandstof ruikt en of er geen
brandstoflekkage is en herstel de
brandstoftoevoer als volgt:
- zet het contact af (stand STOP),
- neem de sleutel uit het contactslot,
- plaats de sleutel in het contactslot,
- zet het contact aan en start de motor.
Brandstofkwaliteit voor dieselmotoren Brandstofkwaliteit voor benzinemotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen die
aan de huidige en toekomstige Europese
richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de
richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof
die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die
aan de pomp getankt kunnen worden (met
een gehalte aan methyl-estervetzuren van
0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voorwaarde
dat de bijzondere onderhoudsvoorschriften
strikt worden nageleefd. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het gebruik van elk ander type
(bio)brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is
nadrukkelijk verboden (kans op schade aan
de motor en het brandstofcircuit).
Auto's met benzinemotoren kunnen
probleemloos rijden op biobrandstoffen van
het type E10 en E24 (deze bevatten resp.
10% en 24% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze
bevatten tot 85% ethanol) zijn uitsluitend
geschikt voor auto's die speciaal bestemd
zijn voor dit type brandstof (BioFlex-auto's).
De kwaliteit van de ethanol moet voldoen
aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met
een ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.
137
Zekering vervangen
SNEL WEER OP WE
G
7
ZEKERINGEN DASHBOARD(RECHTERZIJDE)
- Kantel het opbergvak omlaag en trek
het met kracht naar buiten om bij de
zekeringen te komen.
Zekering
A (Ampère)
Functie
1
15
Ruitenwisser achter
2
-
Vrij
3
5
Elektronische eenheid airbags
4
10
Sensor verdraaiing stuurwiel, diagnoseaansluiting, sensor
ESP, handbediende ventilatie, schakelaar koppelingspedaal,
koplampverstelling, pomp roetfi lter
5
30
Elektrisch verstelbare buitenspiegels, motor ruitbediening
passagierszijde
6
30
Voeding ruitbediening vóór
7
5
Plafonniers en verlichting dashboardkastje
8
20
Multifunctioneel display, sirene inbraakalarm, autoradio,
CD-wisselaar, autoradio/telefoon, servicecentrale
trekhaakaansluiting (montage achteraf)
9
10
Diagnoseaansluiting 2
e zitrij
10
30
Niveauregeling achter, stuurkolomschakelaars,
instrumentenpaneel
11
15
Diagnoseaansluiting, contact-/stuurslot
12
15
Handsfree set, elektronische eenheid airbags, elektronische
eenheid parkeerhulp
13
5
Servicecentrale motor, servicecentrale trekhaakaansluiting
14
15
Regensensor, ventilatie achter, automatische airconditioning,
instrumentenpaneel
15
30
Vergrendeling/ontgrendeling/supervergrendeling te openen carrosseriedelen
16
-
Vrij
17
40
Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming
139
Zekering vervangen
SNEL WEER OP WE
G
7
ZEKERINGEN ONDER DEMOTORKAP
- Open de motorkap en schuif de
steun van het reservoir van de
ruitensproeiervloeistof weg om
gemakkelijker bij de zekeringen te
kunnen komen.
- Maak de zekeringkast los en kantel deze
omlaag om bij de zekeringen te komen.
Zekering
A (Ampère)
Functie
1
20
Elektronische eenheid motor, brandstof- en
luchtinlaatsysteem, motorventilateurgroep
2
15
Claxon
3
10
Pomp ruitensproeiers voor en achter
4
20
Pomp koplampsproeiers
5
15
Brandstofsysteem
6
10
Stuurbekrachtiging, extra schakelaar rempedaal
7
10
Remsysteem (ABS/ESP)
8
20
Bediening startmotor
9
10
Hoofdschakelaar rempedaal
10
30
Brandstof- en luchtinlaatsysteem, emissieregeling
11
40
Ventilatie vóór
12
30
Ruitenwissers vóór
13
40
Intelligente servicecentrale (BSI)
14
30
Vrij
9.5
02GESPROKEN COMMANDO'S EN STUURKOLOMSCHAKELAARS
RADIO: automatisch zoeken naar zenders inoplopende volgorde.
CD/MP3/USB/JUKEBOX: selecteren van het volgende nummer.
CD/USB: lang indrukken: versneld vooruitspoelen.
RADIO: selecteren van de volgendevoorkeuzezender.
MP3/USB/JUKEBOX: selecteren van de volgende speellijst.
Selecteren van het volgende item van een menu.
RADIO: selecteren van de vorige voorkeuzezender.
MP3/USB/JUKEBOX: selecteren van de vorige speellijst.
Selecteren van het vorige item van een menu.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in afl opende volgorde.
CD/MP3/USB/JUKEBOX: selecteren van het vorige nummer.
CD/USB: lang indrukken: versneld terugspoelen.
- Wijzigen van degeluidsbron.
- Bevestigen van een selectie.
- Telefoon opnemen/ophangen.
- Langer dan 2 seconden indrukken: toegang tot het telefoonmenu.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Geluid onderbreken:gelijktijdig indrukken vande volumetoetsen.
Druk op een van de twee volumetoetsen om terug te keren naar het oorspronkelijke volume.
9.6
02
1
2
GESPROKEN COMMANDO'S
GESPROKEN COMMANDO'S EN STUURKOLOMSCHAKELAARS
WEERGEVEN VAN DE LIJST EN GEBRUIKENVAN DE GESPROKEN COMMANDO'S
Druk om de li
jst met beschikbare gesproken commando's weer tegeven op de toets spraakherkenning
om de spraakherkenning te activeren en zeg HELP of het commando voor spraakherkenning.
Dezelfde handelin
g kan ook wordenuitgevoerd door lang op de toets MENU te drukken en vervolgens de functie "Lijst gesproken commando's"
te selecteren.
Druk op de toets spraakherkennin
gom de spraakherkenning te activeren.
Spreek de woorden duidelijk uit en
wacht na elk uitgesproken woord tot
de bevestiging door het geluidssignaal
klinkt.
De onderstaande li
jst bevat alle gesproken commando's.
NIVEAU 1 NIVEAU 2
NIVEAU 3
radiogeheugen autostorevorige/volgende
lijst 1 ...
6 / *
CD-speler
Jukebox (indien geactiveerd)
USB vori
g/volgend nummer nummer scanrandom
index
(CD-MP3)
lijst 1 ... 250 / *
vori
ge/volgende
herhalen
help/wat kan ik zeggen/annuleren
bellen/be
geleiden naar "Vooraf opgeslagen omschrijving"
t
elefoonlaatste nummer
voicemail
voicemailberichten index "Vooraf op
geslagen
omschrijving"
bericht weergevenlezen index "Voora
f opgeslagen
omschrijving"
navigatie stoppen/hervatten
inzoomen/uitzoomen
w
eergeven
*
bestemming
auto
v
erkeersinformatieweergevenlezen
w
eergeven audio
telefoonboordcomputer
Navigatie
airconditioning
vori
ge/volgende
stop
verwijderen
ja/neev
oor heel niveau 1 en 2
* help/wat kan ik zeggen/annuleren voor heel niveau 1, 2 of *
Lijst gesproken commando's