WEGWIJS IN UW AUTO125
1Het vervangen van de normale banden door win-
terbanden en omgekeerd, vereist ook een aan-
passing van het TPMS, die uitsluitend door het
Lancia Servicenetwerk mag worden uitgevoerd.
Het TPMS vereist het gebruik van speciale appa-
ratuur. Raadpleeg het Lancia Servicenetwerk
over de accessoires die geschikt zijn voor het sys-
teem (wielen, wieldeksels enz.). Het gebruik van andere
accessoires kan de normale werking van het systeem
verhinderen.
De bandenspanning kan variëren afhankelijk
van de buitentemperatuur. Het TPMS kan tijde-
lijk een te lage bandenspanning signaleren.
Controleer in dat geval de bandenspanning bij koude
banden en herstel, indien nodig, de juiste spanning.
Als de auto is uitgerust met het TPMS, moet bij
het demonteren van een band, ook het rubber van
het ventiel vervangen worden. Wendt u tot het
Lancia Servicenetwerk.
Als de auto is uitgerust met het TPMS, moeten
bij het monteren/demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen. Om te voorkomen dat de senso-
ren beschadigen of verkeerd gemonteerd worden, mogen
de banden en/of de velgen uitsluitend door gespeciali-
seerd personeel vervangen worden. Wendt u tot het
Lancia Servicenetwerk.
Sterke straling op een radiofrequentie kan het
TPMS-systeem ontregelen. Dit wordt aan de
bestuurder aangegeven door het brandende
lampje
nof het symbool op het instrumentenpaneel en
het verschijnen van een melding op het display. Deze
melding verdwijnt automatisch zodra de storing het
systeem niet meer ontregelt.
126WEGWIJS IN UW AUTO
Wendt u tot het
Lancia Servicenetwerk
Het beschadigde wiel
repareren
Wendt u tot het
Lancia Servicenetwerk
–
Wendt u tot het
Lancia Servicenetwerk
––
NEE
NEE
JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEE
(*) Velgmaten die als alternatief staan vermeld in het instructieboekje en die zijn gekozen uit het Lancia Lineaccessori-programma.
(**) Niet kruiselings (de banden moeten aan dezelfde zijde van de auto blijven). Zie voor het juiste gebruik van het systeem als de velgen/banden vervangen worden, de volgende tabel:
Handeling Aanwezigheid sensor Akoestisch Uitgevoerd door het
storing Lancia
Servicenetwerk
–
Een wiel vervangen
door het reservewiel
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen door andere
met afwijkende afmetingen (*)
Wielen omwisselen
(voor/achter) (**)
WEGWIJS IN UW AUTO139
1
Magic Parking
niet beschikbaarEr is een probleem met het Magic Par-
king-systeem waargenomen. Wendt u tot
het servicenetwerk.
Probeer het
later nog eensHet Magic Parking-systeem heeft een pro-
bleem waargenomen aan een van de com-
ponenten die voor de werking ervan es-
sentieel zijn. Als het probleem zich voor
blijft doen, dient u zich tot het service-
netwerk te wenden.
Stuurwiel
aangeraaktDe bestuurder heeft bedoeld of onbedoeld
het stuurwiel aangeraakt. Het systeem
schakelt zichzelf uit en de bestuurder
dient de manoeuvre zelf te voltooien.
Magic Parking
OFFHet Magic Parking-systeem wordt om de
volgende redenen uitgeschakeld: ma-
noeuvre gereed, snelheid te hoog, aanwe-
zigheid aanhanger, maximale duur zoek-
fase overschreden, maximale duur inpar-
keerfase overschreden, gebruik parkeer-
sensoren in zoekfase, afwijkende koers
auto wegens obstakels voor de wielen.
Handmatig
beëindigen❍De inparkeerfase geregeld door Magic
Parking is beëindigd, maar het inpar-
keren is nog niet gereed en moet door
de bestuurder worden voltooid.
❍Stuurwiel tijdens inparkeren aange-
raakt.
❍Tijdens het inparkeren is de achteruit
uitgeschakeld en is de auto verplaatst.
❍Door obstakels voor de wielen wijkt de
koers van de auto af van de koers die
nodig is om de auto goed te parkeren.
Aanhanger
aanwezigEr is een poging gedaan Magic Parking in
te schakelen, maar achter de auto is een
aanhanger aanwezig (de aanhangerstek-
ker is op de juiste manier aangesloten).
Magic Parking
uitgeschakeldMagic Parking is uitgeschakeld door het
inschakelen van de parkeersensoren tijdens
de zoekfase en bij een snelheid van minder
dan 15 km/h.
BELANGRIJK Bij sommige meldingen die op het instrumentenpaneel worden weergegeven, klinkt ook een akoestisch
waarschuwingssignaal.
142WEGWIJS IN UW AUTO
AKOESTISCH SIGNAAL
De bestuurder wordt geïnformeerd over de aanwezigheid van en
de afstand tot obstakels door middel van geluidssignalen die wor-
den gegeven door 2 zoemers in het interieur:
❍een zoemer voorin die waarschuwt voor de aanwezigheid van
obstakels voor de auto en een zoemer achterin die waarschuwt
voor de aanwezigheid van obstakels achter de auto. Hierdoor
krijgt de bestuurder ruimtelijke informatie waar de obstakels
zich ongeveer bevinden (voor/achter).
Als de achteruit wordt ingeschakeld, wordt het systeem auto-
matisch ingeschakeld.
Het geluidssignaal:
❍neemt toe als de afstand tot het obstakel kleiner wordt;
❍klinkt ononderbroken als de afstand tot het obstakel minder
is dan ongeveer 30 cm en stopt onmiddellijk als de afstand tot
het obstakel groter wordt;
❍blijft constant als de gemeten afstand onveranderd blijft, ter-
wijl, als deze situatie zich voordoet bij de zij-sensoren, het signaal
na 3 seconden onderbroken wordt, om bijvoorbeeld signalen te
voorkomen als u langs een muur rijdt.
Voor een juiste werking van het systeem mag er
geen modder, vuil, sneeuw of ijs op de sensoren zit-
ten. Wees voorzichtig bij het reinigen van de sen-
soren om krassen of beschadigingen te voorkomen; ge-
bruik geen droge, grove of harde doek. De sensoren moe-
ten worden gereinigd met schoon water, waaraan even-
tueel autoshampoo is toegevoegd. In wastunnels waar ge-
bruik wordt gemaakt van stoom of hogedrukreiniging,
moeten de sensoren kort worden gereinigd. Houd hierbij
de spuitlans op meer dan 10 cm afstand.
Wendt u voor het overspuiten van de bumpers of
het bijwerken van de lak in de buurt van de sen-
soren uitsluitend tot het Lancia Servicenetwerk.
Als het bijwerken van de lak niet op de juiste manier
wordt uitgevoerd, kan de werking van de parkeersenso-
ren in gevaar worden gebracht.
MEETBEREIK VAN DE SENSOREN
Met de sensoren kan het gebied voor (uitvoeringen met 8 sen-
soren) en achter de auto worden gecontroleerd.
Door hun positie wordt het midden en de zijkant aan de voor-
en achterzijde van de auto gecontroleerd.
Obstakels in het midden worden waargenomen vanaf een afstand
van minder dan 0,9 meter (voor) en 1,30 meter (achter).
Obstakels aan de zijkant worden waargenomen vanaf een af-
stand van minder dan 0,6 meter.
WEGWIJS IN UW AUTO143
1
WERKING MET AANHANGER
De werking van de sensoren wordt automatisch uitgeschakeld
als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger wordt
aangesloten op de stekkerdoos van de trekhaak. De sensoren
worden automatisch weer ingeschakeld als u de aanhanger-
stekker loskoppelt.
BELANGRIJK Als u de trekhaak permanent gemonteerd wilt
houden als er geen aanhanger wordt getrokken, kan de trekhaak
door de sensoren in het midden als obstakel worden waargeno-
men. Wendt u in dat geval tot het Lancia Servicenetwerk om het
systeem te laten aanpassen.
STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in de parkeersensoren worden bij het in-
schakelen van de achteruit aangegeven door het branden van
het symbool
S(bij aanwezigheid van het Magic Parking-sys-
teem) of het symbool t(uitvoeringen zonder Magic Parking-
systeem) op het display. Bovendien verschijnt er een bijbeho-
rende melding of gaat het lampje
èop het instrumentenpa-
neel branden.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd zeer goed op obstakels die
zich boven of onder de sensoren kunnen bevinden.
Obstakels die zich dicht bij de voor- of achterkant van de auto
bevinden, worden onder bepaalde omstandigheden niet door het
systeem gesignaleerd en kunnen dus de auto beschadigen of zelf
beschadigd worden.Hierna staan enkele omstandigheden vermeld die een goede wer-
king van het parkeersysteem kunnen beïnvloeden:
❍Een verminderde gevoeligheid van de sensoren en een min-
der goede werking van het parkeerhulpsysteem kan worden ver-
oorzaakt door de aanwezigheid op de sensoren van: ijs, sneeuw,
modder of meerdere laklagen.
❍de sensoren signaleren een niet-bestaand object (“echo-sto-
ring”); dit wordt veroorzaakt door mechanische storingen, bij-
voorbeeld: wassen van de auto, regen (met veel wind) en hagel.
❍De metingen van de sensoren kunnen beïnvloed worden door
ultrasone systemen (bijv. luchtdrukremmen van vrachtwagens
of pneumatische hamers) die zich in de nabijheid bevinden.
❍De prestaties van het parkeerhulpsysteem kunnen ook beïn-
vloed worden door de positie van de sensoren. Bijvoorbeeld als
de stand van de auto wordt gewijzigd (door slijtage van schok-
dempers, wielophanging) of door de banden te verwisselen, de
auto te zwaar te beladen of door speciale aanpassingen waar-
door de auto verlaagd wordt.
❍Obstakels aan de bovenzijde van de auto kunnen niet ge-
signaleerd worden, omdat het systeem obstakels signaleert die
de auto aan de onderzijde kunnen raken.
144WEGWIJS IN UW AUTO
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die con-
stante voeding nodig hebben (diefstalalarm, anti-diefstalsatel-
lietbewaking enz.), of accessoires die de elektrische installatie
zwaar belasten, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk. Het
Lancia Servicenetwerk kan u de meest geschikte installaties aan-
raden uit het Lancia Lineaccessori-programma en controleren
of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het ex-
tra stroomverbruik of dat het noodzakelijk is een accu met een
grotere capaciteit te monteren.ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van de
auto en binnen de aftersales-service worden gemonteerd, moe-
ten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Group Automobiles S.p.A. autoriseert de montage van zend-
ontvangstapparatuur op voorwaarde dat de montagewerkzaam-
heden op de juiste wijze bij een gespecialiseerd bedrijf worden
uitgevoerd, waarbij de aanwijzingen van de fabrikant in acht moe-
ten worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van systemen de kenmer-
ken van de auto worden gewijzigd, kan het kentekenbewijs wor-
den ingenomen door de bevoegde instanties en eventueel de ga-
rantie komen te vervallen bij defecten die veroorzaakt zijn door
de bovengenoemde modificatie of op defecten die direct of in-
direct daarvan het gevolg zijn. Fiat Group Automobiles S.p.A. is
op geen enkele wijze aansprakelijk voor schade die het gevolg
is van de installatie van accessoires die niet door Fiat Group Au-
tomobiles S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet conform
de geleverde instructies zijn geïnstalleerd.
152VEILIGHEID
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels
van de auto voorzien van gordelspanners. Dit systeem trekt bij
een heftige botsing de gordel enige centimeters aan. Op deze wij-
ze worden de inzittenden veel beter op hun plaats gehouden en
wordt de voorwaartse beweging beperkt. Het blokkeren van de
veiligheidsgordel geeft aan dat de gordelspanner in werking is
geweest; de gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij
wordt begeleid.
Deze auto is bovendien uitgerust met een tweede gordelspan-
ner (ter hoogte van de dorpel). Een ingekorte metalen kabel geeft
aan dat het systeem in werking is getreden.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de gor-
delspanner moet de veiligheidsgordel zo worden omgelegd dat
hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beetje rook
ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand.
De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering. El-
ke verandering van de oorspronkelijke staat zal de doelmatig-
heid verminderen. Als de gordelspanner door extreme natuur-
lijke omstandigheden (bijv. overstromingen en vloedgolven) met
water en modder in contact is geweest, dan moet de spanner wor-
den vervangen.
De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als de
gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich tot
het Lancia Servicenetwerk wenden om ze te
laten vervangen. De geldigheid van het systeem staat
vermeld op een plaatje dat zich op de portierstijl
bevindt: laat voor het verstrijken van deze termijn het
systeem door het Lancia Servicenetwerk vervangen.
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke trillin-
gen of verhitting (maximaal 100 °C gedurende
ten hoogste 6 uur) optreden, kunnen de gordel-
spanners beschadigen of activeren: bij die omstandig-
heden horen niet trillingen die voortgebracht worden
door een slecht wegdek of door contacten met kleine
obstakels zoals trottoirbanden. Wendt u altijd tot het
Lancia Servicenetwerk.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de veiligheid bij een ongeval te vergroten, zijn de oprol-
automaten van de gordels voorzien van trekkrachtbegrenzers die
tijdens een frontale aanrijding de piekbelasting op de borst en
schouders beperken.
VEILIGHEID153
2
ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK
VAN VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voor-
schriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de vei-
ligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken). Leg de
veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt.
Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook voor hen
(zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op let-
sel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen. Ui-
teraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gor-
del meer naar beneden omleggen, zodat de gordel over het bek-
ken en onder de buik langs loopt (zoals is aangegeven in fig. 3).
fig. 3
L0E0063m
Voor maximale veiligheid moet u de rugleuning
rechtop zetten, tegen de leuning aan gaan zitten
en de gordel goed laten aansluiten op borst en
bekken. Draag altijd veiligheidsgordels zowel voor als
achter in de auto! Rijden zonder omgelegde veiligheids-
gordels vergroot het risico op ernstig letsel of dodelijke
afloop bij een ongeval.
Het is streng verboden onderdelen van de veiligheids-
gordels of gordelspanners te demonteren of open te
maken. Werkzaamheden aan de veiligheidsgordels en
gordelspanners moeten worden uitgevoerd door gekwa-
lificeerd personeel. Wendt u altijd tot het Lancia
Servicenetwerk.