Kenmerken van uw auto
108
4
Gebruik van een iPod
Wanneer de iPod wordt aangesloten, zal
het iPod-icoon in de linker bovenhoek
van het scherm worden weergegeven.
1. Toets iPod
Als er een iPod is aangesloten, wordt
hiermee naar de weergave van de
muziekbestanden op de iPod
overgeschakeld. Als er geen iPod is
aangesloten, wordt gedurende 3
seconden "NO Media" weergegeven en
keert het systeem terug naar de vorige
modus. 2. Toets TRACK
Druk korter dan 0,8 seconden op de
toets [TRACK ] om het huidige
muziekstuk vanaf het begin af te
spelen. Druk de toets korter dan 0,8
seconden in en druk de toets binnen 1
seconde opnieuw in om het vorige
muziekstuk af te spelen. Druk de toetslanger dan 0,8 seconden in om het
muziekstuk versneld in achterwaartse
richting af te spelen.
Druk korter dan 0,8 seconden op de toets [SEEK ] om naar het
volgende muziekstuk te gaan. Druk detoets langer dan 0,8 seconden in om
het muziekstuk versneld in
voorwaartse richting af te spelen.
3. Toets RDM (willekeurige volgorde)
Druk de toets korter dan 0,8 seconden in
om het afspelen in willekeurige volgorde
van de muziekstukken in de huidige
categorie in of uit te schakelen. Druk detoets langer dan 0,8 seconden in om alle
muziekstukken in een album op de iPod
in willekeurige volgorde af te spelen.
Druk opnieuw op de toets om de functie
te annuleren. 4. Toets RPT (herhalen)
Hiermee wordt het muziekstuk opnieuw afgespeeld.
5. Toets MENU
Hiermee gaat het systeem naar de
categorie boven de huidige categorie die
wordt afgespeeld op de iPod. Druk op de
knop MENU (voorkeuzetoets 6) om naar
de weergegeven categorie te gaan (het
muziekstuk af te spelen). U kunt een
categorie lager dan de gekozen
categorie doorzoeken. De volgorde van
de iPod-categorieën is SONG
(muziekstuk), ALBUMS (albums),
ARTISTS (artiesten), GENRES (genres)
en iPod.
6. Toets INFO
Geeft de informatie van het huidige
afgespeelde bestand weer in de volgorde
: TITLE (titel)
➟ARTIST (artiest) ➟
ALBUM (album) ➟NORMAL DISPLAY
(normale weergave) ➟TITLE (titel) ➟
…(Geeft geen informatie weer als het
bestand niet over deze gegevensbeschikt).
4109
Kenmerken van uw auto
7. Knop TUNE/ENTER
Wanneer u de knop rechtsom draait,
worden de muziekstukken (categorieën)
na het muziekstuk dat wordt afgespeeld
(categorie op hetzelfde niveau)
weergegeven.
Wanneer u de knop linksom draait,
worden de muziekstukken (categorieën)
vóór het muziekstuk dat wordt
afgespeeld (categorie op hetzelfde
niveau) weergegeven. Druk op de knop
om naar het weergegeven muziekstuk in
de categorie SONG te luisteren.✽✽AANWIJZING VOOR
GEBRUIK VAN iPod
Kenmerken van uw auto
112
4
1. Knop POWER ON-OFF
De radio kan bediend worden wanneer
het contact in stand ACC of AAN staat.
Druk op de knop om het systeem in te
schakelen. Het LCD-scherm toont de
radiofrequentie in de radiomodus of de
afspeelrichting van de cassette in de
cassettespelermodus. Druk opnieuw opde knop om het systeem uit te
schakelen.
Volumeregeling
Draai de knop rechtsom of linksom om
het volume te verhogen of te verlagen.
Functie AVC (Auto Volume Control)
De rijgeluiden nemen toe naarmate de
auto harder gaat rijden.
De AVC-functie van het audiosysteem
compenseert dit door ervoor te zorgen
dat het volume van het audiosysteem
automatisch toeneemt wanneer de auto
harder gaat rijden. 2. Toets BAND
Druk op de toets om over te schakelen
naar AM (MW, LW), FM1 of FM2.
3. Knop TUNE/MODE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de frequentie te verhogen of te verlagen.
Knop MODE
Door op de knop MODE te drukken, kunt
u overschakelen naar BASS, MIDDLE,
TREBLE, FADER of BALANCE.
De geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
Draai de knop MODE na het selecteren
van de modus rechtsom of linksom.
Instelling BASS
Draai de knop rechtsom of linksom om
de BASS-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling MIDDLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de MIDDLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling TREBLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de TREBLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling FADER
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers achter te versterken
(het geluid van de luidsprekers vóór
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers vóór te
versterken (het geluid van de
luidsprekers achter wordt gedempt).
✽✽
AANWIJZING
In VAN-uitvoeringen wordt de functie
FADER niet ondersteund (geen
luidsprekers achter).
Instelling BALANS
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers rechts te versterken
(het geluid van de luidsprekers links
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers links te
versterken (het geluid van de
luidsprekers rechts wordt gedempt).
Kenmerken van uw auto
114
4
1. Toets TAPE PROGRAM/AUX
2. Toets TAPE EJECT
3. Toets DOLBY
4. Toets REPEAT (RPT)
5. Toets AUTO MUSIC Search (AMS)
6. FF/REW Button
BEDIENING CASSETTESPELER (M420) (INDIEN VAN TOEPASSING)
TQ420
4115
Kenmerken van uw auto
1. Toets TAPE PROGRAM/AUX
Met deze toets kunt u de andere zijde
van het cassettebandje afspelen zonder
het cassettebandje om te draaien. Op het
display verschijnen de aanduiding PLAY
en een pijl die de afspeelrichting van hetcassettebandje aangeeft.
Als u deze toets gedurende meer dan0,8 s ingedrukt houdt. U kunt
overschakelen naar AUX-modus.
De AUX-modus is alleen beschikbaar wanneer de AUX-aansluiting is
aangesloten. Zodra deze aansluiting
wordt losgenomen, keert het systeem
automatisch terug naar de laatste
modus.
2. Toets TAPE EJECT
Door op deze toets te drukken wanneer een cassettebandje in de
speler zit, wordt het cassettebandje
uitgeworpen.
Door op deze toets te drukken wanneer de functie FF/REW actief is,
wordt het cassettebandje uitgeworpen. 3. Toets DOLBY
Ruis tijdens het afspelen van een cassettebandje kunt u aanzienlijk
verminderen door op de toets DOLBY te
drukken. Druk nogmaals op de toets
DOLBY om deze functie weer uit te
schakelen.
4. Toets REPEAT (RPT)
Druk op de toets RPT om het
muziekstuk waarnaar u aan het
luisteren bent te herhalen. Druk
opnieuw op deze toets om de functie te
annuleren.
Als u het herhalen niet annuleert voordat het muziekstuk is afgelopen,
wordt het muziekstuk automatischopnieuw afgespeeld. Dit gaat door totdat u opnieuw op de
toets RPT drukt.
5. Toets AUTO MUSIC Search (AMS)
Druk op deze toets om naar het
beginpunt van een muziekstuk te zoeken
op een voorbespeeld cassettebandje. Als
de pauzes tussen de muziekstukken ten
minste 4 seconden duren, worden deze
door de functie AUTO MUSIC Search
herkend. Druk op de toets om naar het
beginpunt van het volgende
muziekstuk te gaan.
Druk op de toets om het vorige muziekstuk te herhalen.
Druk nogmaals op de toets FF of REW om het vooruit- of terugspoelen testoppen.
6. Toets FF/REW
Druk tijdens het afspelen (PLAY) of terugspoelen (REW) van het cassettebandje op de toets FF om het
cassettebandje snel vooruit te spoelen.
Druk tijdens het snel vooruitspoelen (FF) nogmaals op de toets FF om
verder te gaan met het afspelen
(PLAY) van het cassettebandje.
Druk tijdens het afspelen (PLAY) of snel vooruitspoelen (FF) van hetcassettebandje op de toets REW om
het cassettebandje terug te spoelen.
Druk tijdens het terugspoelen (REW) nogmaals op de toets REW om verder
te gaan met het afspelen (PLAY) van
het cassettebandje.
Kenmerken van uw auto
118
4
1. Toets POWER ON-OFF
De radio kan bediend worden wanneer
het contact in stand ACC of AAN staat.
Druk op de toets om het systeem in te
schakelen. Het LCD-scherm toont de
radiofrequentie in de radiomodus, de
afspeelrichting van de cassette in de
cassettespelermodus of het muziekstuk
in de CD-modus of CD-wisselaarmodus.
Druk opnieuw op de toets om het
systeem uit te schakelen.
Volumeregeling
Draai de knop rechtsom of linksom om
het volume te verhogen of te verlagen.
Functie AVC (Auto Volume Control)
De rijgeluiden nemen toe naarmate de
auto harder gaat rijden.
De AVC-functie van het audiosysteem
compenseert dit door ervoor te zorgen
dat het volume van het audiosysteem
automatisch toeneemt wanneer de auto
harder gaat rijden. 2. BAND Select Button
Druk op de toets FM/AM om over te
schakelen naar AM (MW, LW), FM1 ofFM2.
De geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
3. Knop TUNE/AUDIO
Draai de knop rechtsom of linksom om
de frequentie te verhogen of te verlagen.
Toets AUDIO
Met de toets AUDIO kunt u
overschakelen naar BASS, MIDDLE,
TREBLE, FADER of BALANCE. De
geselecteerde modus wordt
weergegeven op het display.
Instelling BASS
Draai de knop rechtsom of linksom om
de BASS-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling MIDDLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de MIDDLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling TREBLE
Draai de knop rechtsom of linksom om
de TREBLE-instelling te verhogen of te
verlagen.
Instelling FADER
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers achter te versterken
(het geluid van de luidsprekers vóór
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers vóór te
versterken (het geluid van de
luidsprekers achter wordt gedempt).
✽✽
AANWIJZING
In VAN-uitvoeringen wordt de functie
FADER niet ondersteund (geen
luidsprekers achter).
Instelling BALANS
Draai de knop rechtsom om het geluid
van de luidsprekers rechts te versterken
(het geluid van de luidsprekers links
wordt gedempt). Draai de knop linksom
om het geluid van de luidsprekers links te
versterken (het geluid van de
luidsprekers rechts wordt gedempt).
Kenmerken van uw auto
122
4
1. Toets CD/AUX
Plaats de CD met het label naar
boven.
Plaats de CD in de CD-speler om te beginnen met afspelen, als de radio aan staat.
Als er zich een CD in de CD-speler bevindt en u op de toets CD drukt, dan
wordt de CD afgespeeld (zelfs als de
radio wordt gebruikt).
De CD-speler kan gebruikt worden wanneer het contact AAN of in stand
ACC staat.
Druk op de toets CD om de CD af te spelen, zonder daarbij op de toets
Power ON-OFF te drukken. (alleen
wanneer er zich een CD in de speler
bevindt.)
Met deze toets kunt u overschakelen naar AUX-modus.
De AUX-modus is alleen beschikbaar wanneer de AUX-aansluiting is
aangesloten. Zodra deze aansluiting
wordt losgenomen, keert het systeem
automatisch terug naar de laatste
modus. 2. Toets CD EJECT
Door op de toets EJECT te drukken
wanneer er zich een CD in de speler
bevindt, wordt de CD uitgeworpen.
Druk gedurende minimaal 1 s op deze toets om alle CD's uit te werpen.
✽✽ AANWIJZING
4123
Kenmerken van uw auto
6. Toets CD SCAN
Druk op de toets CD SCAN om deeerste 10 s van elk muziekstuk af te spelen.
Druk binnen 10 s opnieuw op de toets CD SCAN om het gewenste
muziekstuk af te spelen.
Druk binnen 1 s op de toets CD SCAN om de eerste 10 s van elk muziekstukin de geselecteerde map af te spelen.(Uitsluitend MP3 CD)
7. Toets MARK (Bookmark)
Terwijl een CD wordt afgespeeld, kan
een muziekstuk met behulp van de toets
MARK in de favorieten worden gezet.
Druk gedurende minimaal 1 s op de toets MARK om het gewenste
muziekstuk in de favorieten te zetten.
Gedurende ongeveer 5 s verschijnt er
"M" en "MEMORY NO." op het LCD-
scherm en klinkt er een pieptoon. Drukbinnen 1 s op de toets MARK om uw
favoriete muziekstuk te selecteren enaf te spelen. U kunt een favoriet muziekstuk wissen
door de toets MARK gedurende meer
dan 1 s ingedrukt te houden. Uw
favoriete muziekstuk wordt gewist en
er klinkt een pieptoon. Houd de toets
FILE SEARCH in de Mark Play-modus
gedurende meer dan 1 s ingedrukt om
alle als favoriet opgeslagen
muziekstukken te wissen. Er klinkt eenpieptoon en "MARK DELETE ALL"
verschijnt op het LCD-scherm, waarna
alle als favoriet opgeslagen
muziekstukken worden gewist.
✽✽ AANWIJZING
Alle als favoriet opgeslagen muziekstukken worden automatisch
gewist wanneer de CD waarop dezemuziekstukken staan uit de CD-spelerwordt verwijderd.
8. Toets RPT (Repeat)
Druk op de toets RPT om het muziekstuk waarnaar u aan het
luisteren bent te herhalen. Druk
opnieuw op deze toets om te
annuleren. Als u de toets gedurende
meer dan 1 s ingedrukt houdt, worden
alle muziekstukken van de
desbetreffende CD herhaald. Druk gedurende meer dan 1 s op de
toets RPT om alle muziekstukken uit
de desbetreffende map te herhalen. De
muziekstukken worden vervolgens
herhaald in de volgorde zoals ze ook in
de desbetreffende map staan. Druk
opnieuw op deze toets om te
annuleren. (Uitsluitend MP3 CD)
Als u het herhalen niet annuleert wanneer het muziekstuk is afgelopen,
wordt het muziekstuk automatisch
opnieuw afgespeeld. Dit gaat doortotdat u opnieuw op de toets RPT
drukt.
9. Toets RDM (Random)
Druk gedurende meer dan 1 s op de toets RDM totdat er een pieptoon klinkt
om de muziekstukken in willekeurige
volgorde af te spelen. Druk opnieuw op
deze toets om te annuleren.
Druk gedurende 1 s op de toets RDM om de muziekstukken uit de huidige
map in willekeurige volgorde af te
spelen. Druk binnen 1 s opnieuw op
deze toets om te annuleren. Als de
toets langer dan 1 s wordt ingedrukt,
worden de muziekstukken op de
huidige CD in willekeurige volgordeafgesteeld (uitsluitend MP3 CD).