BELANGRIJK Voordat u het systeem inschakelt, moet
gecontroleerd worden of het brandstofniveau boven het
reserveniveau staat. Als dit niet het geval is, kan het systeem
blokkeren en moet u zich tot het Fiat Servicenetwerk
wenden.
❒Schakel de verwarming tijdens het tanken en in de
nabijheid van tankstations altijd uit om brandgevaar en/of
ontploffingen te voorkomen.
❒Parkeer niet boven brandbaar materiaal zoals papier, gras
of droge bladeren: brandgevaar!
❒De temperatuur in de nabijheid van de verwarming mag
niet boven 120°C komen (na spuitwerkzaamheden kan de
temperatuur van de carrosserie in een moffeloven boven
deze waarde uitstijgen). Hogere temperaturen kunnen de
componenten van de elektronische regeleenheid
beschadigen.
❒Als de verwarming werkt bij een uitgezette motor
ontlaadt de accu; daarom moet het laadsysteem bij
draaiende motor goed werken om de lading van de accu
weer te herstellen.
❒Houdt u bij de controle van het niveau van de
koelvloeistof strikt aan hetgeen beschreven staat in de
paragraaf “Niveaus controleren” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”. Het water in het
verwarmingscircuit moet ten minste 10% antivries
bevatten.
❒Wendt u voor onderhoud en reparaties uitsluitend tot
het Fiat Servicenetwerk en gebruik uitsluitend originele
onderdelen.
72
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0233mfig. 67
ONDERHOUD
Laat de extra verwarming regelmatig (in ieder geval voor het
winterseizoen) controleren door het Fiat Servicenetwerk,
om verzekerd te zijn van een veilige en economische werking
en een lange levensduur van de verwarming.
EXTRA VERWARMING ACHTER
(Panorama- en Combi-uitvoeringen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De Panorama- en Combi-uitvoeringen beschikken over een
hoofdverwarmingssysteem en een extra verwarming
(optional), waarvan de bedieningsknop zich op de
hemelbekleding boven de tweede rij stoelen fig. 67 bevindt.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 72
F0N0039mfig. 78
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand),
schakelen de ruitensproeiers in fig. 78.
Als u de hendel langer dan een halve seconde aangetrokken
houdt, dan worden in een handeling de ruitenwissers en de
ruitensproeiers ingeschakeld.
Als u de hendel loslaat, maken de ruitenwissers nog 4 slagen.
Na 5 seconden volgt nog een extra reinigingsslag. A: ruitenwissers uitgeschakeld;
B: wissen met interval;
Draai met de hendel in stand B, de draaiknop F op een van
de vier intervalstanden:
,= zeer lang interval
-- = lang interval
--- = gemiddeld interval
---- = kort interval
C: langzaam continu wissen;
D: snel continu wissen;
E: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde stand).
In stand E werken de ruitenwissers, zolang u de hendel met
de hand in deze stand houdt. Als u de hendel loslaat, springt
deze direct weer in stand A en schakelen de ruitenwissers
automatisch uit.
BELANGRIJK Vervang de wisserbladen volgens de aanwijzingen
in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”.
78
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Gebruik de ruitenwissers niet om opgehoopte
sneeuw of ijs van de voorruit te verwijderen.
In die omstandigheden grijpt, als de
ruitenwissers te zwaar worden belast, de
beveiliging in, die ervoor zorgt dat de ruitenwissers
enkele seconden worden uitgeschakeld. Als hierna de
werking niet wordt hervat, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 78
F0N0041mfig. 8082
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES
Met schakelaar A-fig. 80 kunnen de lampen in de
plafondverlichting worden in- en uitgeschakeld. Met de
schakelaar A in het midden, worden de lampjes C en D in-
/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de voorportieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven, blijven de lampjes
C en D altijd uitgeschakeld. Met de schakelaar A naar rechts
geschoven, blijven de lampjes C en D altijd ingeschakeld. Het
inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgeschakelde
plafondverlichting wordt met de schakelaar B:
❒in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❒in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
Als de cruise-control tijdens het rijden is
ingeschakeld, zet dan nooit de
versnellingspook in de vrijstand.
ATTENTIE!
Bij een storing of een afwijkende werking
van de cruise-control, moet de draaiknop
A in stand OFF worden gezet. Laat het systeem, na
controle van de zekering, door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 82
F0N0127mfig. 93
BELANGRIJK Bij andere uitvoeringen dan de
Schoolbus/Minibus is de knop B vervangen door een
zekering; wendt u voor vervanging van die zekering tot het
Fiat Servicenetwerk.
89
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERVoordat u de schakelaar voor de elektrische
voeding weer inschakelt, moet zorgvuldig
worden gecontroleerd of er geen brandstoflekkage is
en of de elektrische componenten (bijv. de
koplampen) niet zijn beschadigd.
ATTENTIE!
Voordat u de brandstofnoodschakelaar weer
inschakelt, moet zorgvuldig worden
gecontroleerd of er geen brandstoflekkage is en of de
elektrische componenten (bijv. de koplampen) niet
zijn beschadigd.
ATTENTIE!
Veiligheidsschakelaar voor elektrische voeding weer
inschakelen (Schoolbus/Minibus)
fig. 93
De schakelaar bevindt zich op de pluspool van de accu. Ga als
volgt te werk om de schakelaar weer in te schakelen:
❒druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te
schakelen op de knop A;
❒druk om de schakelaar voor de elektrische voeding weer
in te schakelen op de knop B.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 89
F0N0800mfig. 115
PORTIEREN
CENTRALE PORTIERVER-/ONTGRENDELING
Portiervergrendeling van buitenaf
Druk bij gesloten portieren/deuren op de knop
Áop de
afstandsbediening fig. 115-116 of steek de metalen baard A in
het slot van het bestuurdersportier en draai de sleutel
rechtsom. Alleen als alle portieren/deuren gesloten zijn,
kunnen ze centraal worden vergrendeld.
Druk op de knop B voor het uitklappen van de metalen
baard.
Als een of meerdere portieren/deuren niet vergrendeld zijn
na het indrukken van de knop
Áop de afstandsbediening,
gaan de richtingaanwijzers en het lampje op de knop A-fig.
118 ongeveer 3 seconden snel knipperen. Als de
portiervergrendeling is ingeschakeld, zijn de knoppen A en B
fig. 118 uitgeschakeld. Als u de knop
Áop de
afstandsbediening twee keer kort indrukt, schakelt het dead
lock-systeem in (zie de paragraaf “Dead lock-systeem”).
SPEED BLOCK
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto is uitgerust met een snelheidsbegrenzer die op
verzoek van de gebruiker kan worden ingesteld op een van
de volgende 4 waarden: 90,100,110,130 km/h. Wendt u tot
het Fiat Servicenetwerk om deze functie te laten
in-/uitschakelen. Na de instelling zal er op de voorruit een
sticker worden aangebracht waarop de ingestelde maximum
snelheid staat aangegeven.
ATTENTIE De snelheidsmeter kan vanwege wettelijke
voorschriften een hogere snelheid aangeven dan de werkelijke
maximum snelheid, die door de dealer is ingesteld.
102
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 102
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk voor het comfort
en de veiligheid van uzelf en de overige weggebruikers. Voor
optimaal zicht en zichtbaarheid moeten de koplampen op de
juiste wijze zijn afgesteld. Wendt u voor controle of afstelling
tot het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de contactsleutel in stand
MAR staat en de dimlichten zijn ingeschakeld. Als de auto
beladen is, helt hij achterover. Het gevolg is dat de
lichtbundel meer naar boven schijnt. De stand van de
koplampen moet nu worden gecorrigeerd. BELANGRIJK U dient zich strikt aan de
montagevoorschriften te houden die bij de set zijn geleverd.
De montage moet altijd door deskundige personen worden
uitgevoerd.
113
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERHoudt u zorgvuldig aan de wettelijke
bepalingen betreffende de maximale
afmetingen.
Verdeel de lading gelijkmatig en houd tijdens
de rit rekening met een verhoogde
zijwindgevoeligheid.
ATTENTIE!
Overschrijd nooit het maximum
draagvermogen (zie het hoofdstuk
“Technische gegevens”).
F0N0067mfig. 134
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 113
ABS
Als u niet eerder in een auto met ABS hebt gereden, raden
wij u aan het systeem eerst een paar keer uit te proberen op
een glad wegdek. Verlies hierbij de veiligheid niet uit het oog
en houdt u aan de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Bovendien raden wij u aan de volgende aanwijzingen
aandachtig te lezen.
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert
daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd met een elektronische
remdrukverdeling EBD (Electronic Braking force
Distribution), die de remdruk verdeelt tussen de voor- en
achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking van het
remsysteem is een inrijperiode nodig van ongeveer 500 km
(bij een nieuwe auto of nadat de remblokken/-schijven zijn
vervangen): tijdens deze periode moet bruusk, herhaaldelijk
of langdurig remmen worden voorkomen. Koplampen afstellen fig. 134
De koplampen kunnen worden versteld met de knoppen Ò
en op het schakelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpaneel wordt de stand
aangegeven.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen
telkens als het gewicht van de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wendt u voor controle of afstelling tot het Fiat
Servicenetwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waarin
de auto is verkocht. In die landen waarin aan de andere zijde
van de weg wordt gereden, moet om het tegemoetkomende
verkeer niet te verblinden, de vorm van de lichtbundel
worden gewijzigd door het aanbrengen van een speciaal
daarvoor ontwikkelde sticker.
114
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van
de beschikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde weggedeelten
altijd voorzichtig worden gereden en mogen er geen
onnodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 114
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschuwingslampje
>op het
instrumentenpaneel en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) (zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
zonder de mogelijkheden van het ABS. Rijd voorzichtig naar
de dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren. ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Als het ABS in werking treedt, merkt de bestuurder dit aan
een trilling in het rempedaal, die gepaard gaat met enig geluid:
dit geeft aan dat het noodzakelijk is uw snelheid aan te passen
aan de beschikbare grip op het wegdek.
115
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, dan is de grip
van de banden op het wegdek beperkt: u
dient uw snelheid te verlagen en aan te passen aan
de beschikbare grip.
ATTENTIE!
Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschuwingslampjes
>en xop het instrumentenpaneel en verschijnt er een melding op
het multifunctionele display (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) (zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”).
In dat geval kunnen bij krachtig remmen de achterwielen
vroegtijdig blokkeren waardoor de auto kan slippen.
Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van
het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
Als alleen het waarschuwingslampje xop
het instrumentenpaneel gaat branden en er
verschijnt een melding op het multifunctionele display
(voor bepaalde uitvoeringen/markten), stop dan
onmiddellijk en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Als er vloeistof lekt uit het hydraulische systeem,
wordt de werking van zowel het conventionele
remsysteem als het ABS in gevaar gebracht.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:40 PM Page 115