Page 211 of 286

210
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
●● ● ● ●
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (100 Multijet)
x 1000 km 40 80 120 160 200
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel
herstellen
Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, laadruimte, waarschuwings-/
controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel
sproeiermonden afstellen
Stand wisserbladen controleren en wisserbladen op slijtage controleren
Remblokken op conditie en slijtage controleren en
werking van remblokslijtagesensor voor en achter controleren
Visueel de conditie controleren van: Buitenzijde carrosserie en
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen
(stofkappen, hoezen enz.) en rubber slangen van rem- en brandstofsysteem
Conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren
Slag van handrem controleren en eventueel afstellen
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Vergrendelmechanismen op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 12 maanden)
Brandstoffilter vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (Multijet-uitvoering met DPF) *)
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 210
Page 212 of 286

211
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
●●●●●
●●●●●
●
●●●●●
●●
●●●●●
x 1000 km 40 80 120 160 200
Luchtfilterelement vervangen (▼)
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoelsysteem –
remsysteem – stuurbekrachtiging – ruitensproeiers – enz.)
Aandrijfriem voor hulporganen vervangen
Motormanagementsysteem controleren
(m.b.v. diagnosestekker)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen bij een brandend waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel (zie het hoofdstuk “Lampjes en meldingen”) of in ieder geval om de 24 maanden.
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt, dan moet de motorolie en het oliefilter om de 12 maanden
worden vervangen.
Als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒trekken van aanhangers of caravans;❒rijden op stoffige wegen;❒veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij buitentemperaturen onder nul;❒veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij lage snelheden (bijv. bij huis-aan-huis bezorging) of als de
auto lang stilstaat;
❒in de stad;
dan moeten de onderhoudsbeurten om de 30.000 km worden uitgevoerd.
(▼) Als de auto is uitgerust met een speciaal luchtfilter voor stoffige omgeving:
– om de 20.000 km filter controleren en reinigen;
– om de 40.000 km filter vervangen.
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 211
Page 213 of 286

ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto overwegend onder zware
bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:
❒trekken van aanhangers of caravans;
❒rijden op stoffige wegen;
❒veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij
buitentemperaturen onder nul;
❒veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten
bij lage snelheden (bijv. bij huis-aan-huis bezorging) of als
de auto lang stilstaat;
❒in de stad;
is het noodzakelijk de volgende controles vaker uit te voeren,
dan in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat
aangegeven:
❒remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage
controleren;
❒vergrendelmechanismen van motorkap en laadruimte op
vervuiling controleren en mechanismen smeren;
❒visueel de conditie controleren van: motor,
versnellingsbak, aandrijfassen, uitlaat, brandstof- en
remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.) en
rubber slangen van rem- en brandstofsysteem;
❒acculading en niveau van het elektrolyt in de accu
controleren;
❒conditie van aandrijfriemen voor hulporganen visueel
controleren;
❒pollenfilter controleren en eventueel vervangen;
❒luchtfilter controleren en eventueel vervangen.
PERIODIEKE CONTROLES
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren en
eventueel bijvullen:
❒niveau van de motorkoelvloeistof;
❒niveau van de remvloeistof;
❒niveau van de ruitensproeiervloeistof;
❒conditie en spanning van de banden;
❒werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits,
richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.);
❒werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter.
Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen:
motorolieniveau.
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS
LUBRICANTS omdat die speciaal zijn afgestemd op de Fiat-
modellen (zie de “Vullingstabel” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
212
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 212
Page 214 of 286
NIVEAUS CONTROLEREN
213
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
fig. 221 – Uitvoeringen 100 Multijet
fig. 222 – Uitvoeringen 120 Multijet – 130 Multijet
Rook nooit tijdens
werkzaamheden in de
motorruimte: er kunnen licht
ontvlambare gassen aanwezig
zijn; brandgevaar.
ATTENTIE!
Belangrijk; tijdens het
bijvullen mogen de
vloeistoffen met
verschillende specificaties
niet gemengd worden: als de
specificaties van de vloeistoffen
verschillen, kan de auto ernstig
beschadigd worden.
1. Motorkoelvloeistof
2. Olie stuurbekrachtiging
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie
F0N0099m
F0N0100m
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 213
Page 215 of 286
214
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Belangrijk; tijdens het
bijvullen mogen de
vloeistoffen met
verschillende specificaties
niet gemengd worden: als de
specificaties van de vloeistoffen
verschillen, kan de auto ernstig
beschadigd worden.
1. Motorkoelvloeistof
2. Olie stuurbekrachtiging
3. Ruitensproeiervloeistof
4. Remvloeistof
5. Motorolie
fig. 223 – Uitvoeringen 160 Multijet
Rook nooit tijdens
werkzaamheden in de
motorruimte: er kunnen licht
ontvlambare gassen aanwezig
zijn; brandgevaar.
ATTENTIE!
F0N0210m
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 214
Page 216 of 286
F0N0101mfig. 224 – Uitvoeringen 100 MultijetF0N0211mfig. 226 – Uitvoering 160 Multijet
F0N0102mfig. 225 – Uitvoeringen 120 – 130 Multijet
Als het olieniveau dicht bij of onder het MIN-merkteken
staat, moet via de olievulopening A motorolie tot aan het
MAX-merkteken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merkteken overschrijden. MOTOROLIE fig. 224-225-226
Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond
staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de
motor.
Het oliepeil moet altijd tussen het MIN- en MAX-merkteken
op de oliepeilstok B staan.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-merkteken komt
overeen met ongeveer 1 liter.
215
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 215
Page 217 of 286

216
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MOTOROLIEVERBRUIK
Als richtlijn geldt een maximaal motorolieverbruik van
ongeveer 400 gram per 1.000 km.
De motor van een nieuwe auto moet nog worden ingereden.
Dit betekent dat het motorolieverbruik pas na de eerste
5000 ÷ 6000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik hangt af van de rijstijl
en de gebruiksomstandigheden van de auto.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het verversen van de olie,
moet u de motor enige seconden laten draaien, vervolgens
de motor uitzetten en na enige minuten het oliepeil
controleren.
Wees bij het uitvoeren van werkzaamheden
in de motorruimte extra voorzichtig als de
motor nog warm is: gevaar voor verbranding.
Onthoud dat bij een warme motor de
elektroventilateur onverwacht kan inschakelen: kans
op verwonding. Pas op als u sjaals, dassen of
loszittende kledingstukken draagt: deze kunnen door
de bewegende onderdelen worden gegrepen.
ATTENTIE!
Vul nooit olie bij met andere specificaties dan
de olie waarmee de motor is gevuld.
Afgewerkte motorolie en het vervangen
motoroliefilter bevatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is raadzaam om het
verversen van de olie en het vervangen van
het oliefilter door het Fiat Servicenetwerk te laten
uitvoeren. Het Fiat Servicenetwerk beschikt over de
uitrusting voor het op milieuvriendelijke wijze en
conform de wettelijke bepalingen verwerken van
afgewerkte olie en oliefilters.
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 216
Page 218 of 286

217
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0103mfig. 227
MOTORKOELVLOEISTOF fig. 227
Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd worden
bij een koude motor en moet tussen het MIN- en MAX-
merkteken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door een mengsel van
gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU
UPvan
PETRONAS LUBRICANTS langzaam via de vulopening A van
het expansiereservoir te gieten tot aan het MAX-merkteken.
Een mengsel van 50% PARAFLU
UPen 50% gedemineraliseerd
water beschermt tot een temperatuur van −35 °C.
Onder extreem koude klimatologische omstandigheden
raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLU
UPen 40%
gedemineraliseerd water.
Het motorkoelsysteem is gevuld met
PARAFLUUP-koelvloeistof. Gebruik voor het
eventueel bijvullen vloeistof met dezelfde
specificaties als waarmee het
motorkoelsysteem is gevuld. PARAFLU
UP-koelvloeistof
kan niet worden gemengd met welke andere
koelvloeistof dan ook. Als dit toch gebeurt, mag de
motor absoluut niet worden gestart en moet u zich
tot het Fiat Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang
de dop zo nodig alleen door een exemplaar
van hetzelfde type, anders kan de werking van het
systeem in gevaar worden gebracht. Draai bij een
warme motor de dop van het expansiereservoir
nooit los: gevaar voor verbranding.
ATTENTIE!
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 217