Veiligheid
Veiligheidsgor dels
Veiligheidsgordels vóór
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van een pyrotechnische gordelspanner en eenspankrachtbegrenzer.
Deze systemen zorgen voor extrabescherming van de bestuurder en passagier
bij frontale en zijdelingse aanrijdingen. Bij een krachtige aanrijding zorgen depyrotechnische gordelspanners ervoor dat de
veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen
van de inzittenden worden getrokken.
De pyrotechnische gordelspanners zijn actief
zodra het contact wordt aangezet.
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht
waarmee de gordel tegen het lichaam van de inzittenden getrokken wordt en bevordert daarmee de veiligheid.
Omdoen
)Trek aan de gordel en steek de gesp in degordelsluiting. )Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door even aan de riem te
trekken.
Losmaken
)Druk op de rode knop van de gordelsluiting. )Houd de gordel vast ter wijl deze zich oprolt.
Controlelampje veiligheidsgordel losgemaakt/niet vastgemaakt(op instrumentenpaneel)
Als het contact wordt aangezet,gaat dit controlelampje branden
om aan te geven dat de bestuurder en/of voorpassagier zijn gordel nog niet heeft
vastgemaakt.
Als de snelheid hoger is dan 20 km/h, knipper t
het controlelampje gedurende 2 minuten incombinatie met een steeds sterker wordend geluidssignaal. Na deze 2 minuten blijft hetcontrolelampje branden zolang de bestuurder en/of voorpassagier zijn veiligheidsgordel niet
heeft vastgemaakt.
Hoogteverstelling
) Knijp de knop Ain en schuif deze omlaag
om het bevestigingspunt lager te plaatsen. ) Schuif de knop Aomhoog om hetbevestigingspunt hoger te plaatsen.