Page 115 of 136
113
AUTORADIO
Uw Autoradio is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitendin uw auto functioneert. Raadplaag het CITROËN-gg
netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere
auto wilt laten confi gureren.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan deautoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AUTORADIO / BLUETOOTH
01 Basisfuncties
02 Bediening op stuur
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 Configuratie
06 Menustructuur display
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 11 4
11 5
11 6
11 7
120
121
123
INHOUD
Page 116 of 136

11 4
01
1
22
10101111
133144155
33445566778899
122
BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.
2. Uitwerpen van de CD.
3. Selecteren van de weergave op het display:
Audiofuncties (AUDIO).
4. Selecteren van de geluidsbron:
radio, audio-CD-/MP3-CD-speler.
5. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2,FMast en AM.
6. Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
7. Weergave van de lijst radiozenders, de nummers van de CD of de MP3-afspeellijsten.
8. Annuleren van de bewerking.
9. Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT.
Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie(programmatypen radio).
10. Bevestigen.
11. Automatisch zoeken naar zenders inafl opende/oplopende volgorde.
Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD, MP3.
12. Selecteren van een lagere/hogereradiofrequentie.
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
13. Weergave van het algemene menu.
14. Toetsen 1 t/m 6:
Selecteren van een opgeslagen voorkeuzezender
Lang indrukken: opslaan van een zender alsvoorkeuzezender.
15. Met de toets DARK kan de weergave vanhet display worden gewijzigd voor extrarijcomfort 's nachts.
1 keer indrukken: alleen verlichting van het bovenste gedeelte.
2 keer indrukken: display volledig uitschakelen.
3 keer indrukken: terugkeren naar de normale weergave.
Page 117 of 136
115
02STUURKOLOMSCHAKELAARS
RADIO: selecteren van de volgende voorkeuzezender.
Selecteren van het volgende item van een menu.
RADIO: selecteren van de vorige voorkeuzezender.
Selecteren van het vorige item van een menu.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in oplopende volgorde.
CD/MP3: selecteren van het volgende nummer.
CD: continu indrukken: versneld vooruitspoelen.
Selecteren van het vorige item.
RADIO: automatisch zoeken naar zenders in afl opende volgorde.
CD/MP3: selecteren van het vorige nummer.
CD: continu indrukken: versneld terugspoelen.
Selecteren van het volgende item.
- Wijzigen van de geluidsbron.
- Bevestigen van een selectie.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Mute; geluidonderbreken: gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Geluid weer inschakelen:druk op een van detwee volumetoetsen.
Page 119 of 136

11 7
04
1
2
3
4
1
2
3
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk op de toets MENU.
Selecteer RADIO - CD en druk op OK.
Selecteer VOLGEN RDS en druk op OK. Op het display verschijnt de
aanduiding RDS.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven
luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele
land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan
wegvallen.
Page 120 of 136

118
04
1
2
3
AUDIO
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Bepaalde beveili
gingssystemen op de originele CD of zelfgebrandeCD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van deCD-speler.
Plaats zonder op de toets EJECT te drukken een CD in de
CD-speler; deze zal de CD automatisch afspelen.
CD
EEN CD AFSPELEN
Als er in de CD-speler al een CD
is geplaatst die u wilt beluisteren,
druk dan herhaalde malen op de
toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de lijst met nummers van deCD weer te geven.
Houd een van de toetsen ingedrukt om versneld vooruit of terug tespoelen.
VERKEERSINFORMATIE
BELUISTEREN
Druk op de toets TA om de weergave
van verkeersinformatie te activeren of uit te schakelen.
De
functie TA (Traffi c Announcement) geeft voorrang aan het
luisteren naar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra er een bericht wordt uitgezonden,wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Page 121 of 136

119
04
1
2
3
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3)is een standaard voor het comprimeren van geluid die demogelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één CD teplaatsen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam destandaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
CD MP3
INFORMATIE EN TIPS
AUDIO
Lege CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De
CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden,
verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het
aantal afspeellijsten tot twee te beperken om een lange laadtijd
van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die
u wilt beluisteren, druk dan herhaaldemalen op de toets SOURCE om deCD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
Page 123 of 136
121
06 MENUSTRUCTUUR DISPLAY
RADIO-CD
BASISFUNCTIE
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
KEUZE
A
KEUZE B....
MONOCHROOM A
Keuze A1
Keuze A2
MODE REG
CD HERHALEN
RANDOM PLAY
CONFIG AUTO *
RW ACHTER AAN
OPTIES
FOLLOW-ME-HOMEDIAGNO
SE
RDS VOLGENRAADPLEGEN
BEËINDIGEN
EENHEDEN
TEMPERATUUR: °CELSIUS/°FAHRENHEIT
BRANDSTOFVERBRUIK:
KM/L -L/100 - MPG
1
2
3
31
2
2
2
2
1
2
3
2
3
1
2
2
1
2
2
Page 125 of 136

123
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerden in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio telaten afspelen.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.