Page 41 of 297

37
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft de afstand aan die nog gereden kan worden met de brand-
stof in de brandstoftank.
Op het display verschijnt de indicatie „- - - -” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl);
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actieradius kan door verschillende
factoren worden beïnvloed: rijstijl, type traject (snelwegen, stad,
bergen enz.), gebruiksomstandigheden van de auto (vervoerde la-
ding, bandenspanning enz.). Houd hier bij het plannen van een
reis rekening mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het begin
van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan. Als de
auto stilstaat met draaiende motor wordt „- - - -” op het display
weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van de tijd
die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieuwe rit.
Page 42 of 297

38
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Informatie op het display
Iedere keer als een functie wordt weergegeven, verschijnt op het
display de volgende informatie:
❍animatie aan de bovenzijde (A-fig. 11);
❍het opschrift „Trip” (of „Trip A” of „Trip B”) (B);
❍naam, waarde en meeteenheid van de geselecteerde functie
(bijv. „Actieradius 1500km”) (C).
Na enkele seconden worden de naam en de waarde van de ge-
selecteerde functie vervangen door een symbool (zie fig. 12).Hieronder worden de symbolen van de verschillende functies aan-
gegeven.
7EK„Actieradius”;
o6„Gemiddeld verbruik A” (indien Trip A is inge-
schakeld, of „B” indien Trip B is ingeschakeld);
pE7 6„Afgelegde afstand A” (indien Trip A is ingescha-
keld, of „B” indien Trip B is ingeschakeld);
oq„Huidig verbruik”;
86„Gemiddelde snelheid A” (indien Trip A is inge-
schakeld, of „B” indien Trip B is ingeschakeld);
56„Reistijd A” (indien Trip A is ingeschakeld, of „B”
indien Trip B is ingeschakeld).
fig. 11A0K1223Gfig. 12A0K0007m
Page 43 of 297

39
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Knop TRIP 0.00
Met deze knop die zich op de rechter hendel (fig. 13) bevindt,
kunt u, met de sleutel in stand MAR, de hiervoor beschreven ge-
gevens weergeven en kunnen de gegevens op nul worden gezet
om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken: weergave gegevens;
– even ingedrukt houden: op nul zetten (reset) van de gegevens
en begin nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– „handmatig” door de gebruiker door het indrukken van de be-
treffende knop;
– „automatisch” wanneer de „afgelegde afstand” de waarde
99 999,9 km bereikt of wanneer de „reistijd” de waarde 999,59
(999 uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm van
„Trip A” wordt weergegeven, dan worden alleen de gegevens
van „Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm van
„Trip B” wordt weergegeven, dan worden alleen de gegevens
van „Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in stand MAR,
langer dan 2 seconden op de knop TRIP 0.00 drukken.
Trip verlaten
De functie TRIP wordt automatisch verlaten nadat alle functies zijn
getoond of als de knop SET ESC langer dan 1 seconde is ingedrukt.
fig. 13A0K0096m
Page 44 of 297

40
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SYMBOLEN
Op enkele onderdelen van uw auto zijn plaatjes met een bepaal-
de kleur aangebracht met daarop symbolen die voorzorgsmaatre-
gelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betref-
fende onderdeel te maken krijgt. Bovendien is onder de motorkap
een plaatje aangebracht, waarop de betekenis van de symbolen
wordt verklaard.
ALFA ROMEO CODE
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitge-
rust met een elektronische startblokkering. Het systeem schakelt
automatisch in als de contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die
bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale
antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt
bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan
de regeleenheid van het CODE-systeem gezonden, die, als de co-
de wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait,
dan stuurt de regeleenheid van de Alfa Romeo CODE een code naar
de regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de
blokkering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het
Alfa Romeo CODE-systeem de door de sleutel verzonden code
heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in de stand STOP zet, schakelt
de Alfa Romeo CODE de functies van de elektronische regeleen-
heid van de motor uit. Als bij het starten de code niet wordt her-
kend, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje
Ybranden.
Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens opnieuw
in stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan
opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als u er ook na deze
handelingen nog niet in slaagt de motor te starten, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Page 45 of 297
41
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het lampje Ytijdens het rijden
gaat branden
❍Als het lampje Ygaat branden, betekent dit dat het systeem
zichzelf controleert (bijv. bij een vermindering van de spanning).
❍Als het lampje Yblijft branden, wendt u dan tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
DE SLEUTELS
CODE CARD (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij de sleutels wordt ook de CODE card fig. 14 geleverd waarop
de mechanische code A en de elektronische code B staan vermeld.
Bewaar de codes op een veilige plaats, maar niet in de auto.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische com-
ponenten in de sleutel beschadigd worden.
fig. 14A0K0008m
A
B
Page 46 of 297
42
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MECHANISCHE SLEUTEL
De metalen sleutelbaard A-fig.15 dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de sloten van de portieren.
fig. 15A0K0047mfig. 16A0K0048m
Druk knop B-fig. 16 alleen in als de sleutel ver ge-
noeg van het lichaam (speciaal de ogen) en van
voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld
kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit on-
beheerd achter om te voorkomen dat anderen, met na-
me kinderen, de sleutel kunnen gebruiken en per onge-
luk op de knop drukken.
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De metalen sleutelbaard A-fig.16 dient voor:
❍het start-/contactslot;
❍de sloten van de portieren.
Druk op knop B om de metalen sleutelbaard in of uit te klappen.
Page 47 of 297

43
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk kort op de knop Ë: de portieren en de achterklep worden
ontgrendeld, de plafondverlichting wordt tijdelijk ingeschakeld
en de richtingaanwijzers knipperen twee keer (voor bepaalde uit-
voeringen/markten).
Als de brandstofnoodschakeling is ingeschakeld, worden de por-
tieren automatisch ontgrendeld.
Als u de portieren vergrendelt en een of meer portieren of de ach-
terklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het lampje en de rich-
tingaanwijzers snel knipperen.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de knop Á: de portieren en de achterklep worden ver-
grendeld, de plafondverlichting dooft en de richtingaanwijzers knip-
peren een keer (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Als een of meer portieren niet goed gesloten zijn, wordt de ver-
grendeling niet uitgevoerd. Dit wordt aangegeven door het snel
knipperen van de richtingaanwijzers (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten). De portieren worden vergrendeld als de achter-
klep geopend is.
Als sneller dan 20 km/h wordt gereden, dan worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als deze functie is ingesteld (alleen
bij Instelbaar multifunctioneel display).
Als de portieren van buitenaf worden vergrendeld (met de af-
standsbediening), dan gaat het bewakingslampje A-fig. 17 enke-
le seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie).
Als de portieren van binnenuit worden vergrendeld (indrukken knop
≈), blijft het bewakingslampje constant branden.
Achterklep openen
Druk de knop Rin om op afstand de achterklep te ontgrende-
len. Het openen van de achterklep wordt aangegeven door het
twee keer knipperen van de richtingaanwijzers.
fig. 17A0K0122m
Page 48 of 297

44
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
INOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN BESTELLEN
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als
u een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, wendt u dan tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk en neem de CODE-card (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten), een identiteitsbewijs en het kente-
kenbewijs van de auto mee.
fig. 18A0K0051m
Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze
moeten in daarvoor bestemde containers worden
gedeponeerd of kunnen ingeleverd worden bij het
Alfa Romeo Servicenetwerk, die voor de verwerking zorgt.
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN
Ga als volgt te werk:
❍druk op knop A-fig. 18 en klap de metalen sleutelbaard uit;
draai de schroef C op
:m.b.v. een kleine schroevendraaier;
❍trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E;
let daarbij goed op de polariteit; plaats de batterijhouder D in
de sleutel en draai de schroef C op
Á.