19
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
START-/
CONTACTSLOT
Het startsysteem bevindt zich op het
dashboard en bestaat uit:
❒lezerA-fig. 14van de elektro-
nische sleutel (naast het stuur);
❒knopSTART/STOP(onder de le-
zer van de elektronische sleutel).
WAARSCHUWINGLaat de elektro-
nische sleutel niet in het startsysteem
bij een uitgeschakelde auto, om onno-
dig ontladen van de accu te voorkomen.
ALARM BUITEN GEBRUIK
STELLEN
Om het alarm volledig buiten werking
te stellen (bijvoorbeeld als de auto lang-
durig gestald wordt) moet de auto wor-
den afgesloten door de metalen baard
(in de elektronische sleutel) in het be-
stuurdersportierslot te draaien.
OFFICIEEL GOEDGEKEURD
Afhankelijk van de wetgeving in de af-
zonderlijke landen wat betreft radiofre-
quenties, heeft de fabrikant van de zen-
der voor de markten waarvoor dat no-
dig is het nummer van de typegoed-
keuring aangebracht op de component.
Bij enige uitvoeringen/markten moet
de code ook op de zender en/of ont-
vanger worden aangebracht.
A0E0219mfig. 14
Als het startsysteem
verkeerd wordt ge-
bruikt (bijvoorbeeld tijdens
een diefstalpoging), moet de
werking door het Alfa Romeo
Servicenetwerk worden ge-
controleerd, voordat er weer
met de auto wordt gereden.
OPGELET
Verwijder bij het ver-
laten van de auto altijd
de elektronische sleutel, zodat
bepaalde functies niet per on-
geluk kunnen worden inge-
schakeld. Vergeet niet de
handrem aan te trekken. Scha-
kel de eerste versnelling in als
de auto op een helling omhoog
staat en de achteruit bij een
helling omlaag (gezien vanuit
de rijrichting). Laat kinderen
nooit alleen achter in de auto.
OPGELET
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 19
WAARSCHUWING Als de elektro-
nische sleutel in het startsysteem wordt
geplaatst en op het instrumentenpaneel
het lampje
Ygaat branden (bij som-
mige uitvoeringen wordt er een bericht
op het display weergegeven), controleer
dan of de elektronische sleutel de juis-
te is en probeer de sleutel nogmaals in
het startsysteem te plaatsen. Wendt u
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk als
het probleem blijft bestaan.
INSTRUMENTENPANEEL
UITSCHAKELEN
Druk bij uitgeschakelde motor en los-
gelaten koppelings- en rempedaal de
START/STOP-knop in of verwijder de
elektronische sleutel uit het startsys-
teem.
Na enige seconden gaat het instrumen-
tenpaneel geleidelijk uit.
WAARSCHUWINGWendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk als het ins-
trumentenpaneel niet uitschakelt.
INSTRUMENTENPANEEL
INSCHAKELEN
Ga als volgt te werk:
❒steek de elektronische sleutel in het
startsysteem;
❒als de elektronische sleutel is ge-
plaatst, druk dan op de knop
START/STOPzonder het kop-
pelings- of rempedaal in te trappen.
Als de auto wordt verlaten, maar het in-
strumentenpaneel blijft per ongeluk in-
geschakeld, worden de elektrische sys-
temen na ongeveer 1 uur uitgeschakeld
om ontladen van de accu te voorkomen.
WAARSCHUWING Als de elektro-
nische sleutel geheel in het startsysteem
wordt geplaatst, moet deze vergrende-
len.
WAARSCHUWINGWendt u, als het
instrumentenpaneel niet wordt inge-
schakeld, tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
20
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0028mfig. 15
MOTOR STARTEN
Zie hiervoor de paragraaf “Starten van
de motor” in het hoofdstuk “Starten en
rijden”.
START/STOP-KNOP
fig. 15
Met de START/STOP-knop op het
dashboard kunnen de elektrische sys-
temen van de auto worden ingeschakeld
en de motor worden gestart en uitge-
schakeld.
DeSTART/STOP-knop is voorzien
van een verlichte rand. Deze is verlicht,
samen met het instrumentenpaneel, als
het is toegestaan om de motor te star-
ten.
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 20
Het is streng verboden
om demontage-/monta-
gewerkzaamheden uit te voe-
ren, waarvoor wijzigingen in de
stuurinrichting of de stuurkolom
vereist zijn (bijvoorbeeld bij
montage van een diefstalbevei-
liging). Hierdoor kunnen de pres-
taties van het systeem, de ga-
rantie en de veiligheid in gevaar
worden gebracht en voldoet de
auto niet meer aan de type-
goedkeuring.
OPGELET
21
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
een bericht op het display weergege-
ven). Wendt u zich in dit geval tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
WAARSCHUWINGAls er na een po-
ging het instrumentenpaneel in te scha-
kelen en/of de motor te starten het
lampje
>(waar voorzien) gaat branden
(bij sommige uitvoeringen wordt het be-
richt “Beschermingssysteem niet aan-
wezig” op het display weergegeven),
herhaal dan de handeling en draai het
stuur iets om het ontgrendelen van het
stuur makkelijker te maken. De weerga-
ve van het bericht op het display heeft
geen invloed op de werking van het
stuurslot.
INSTRUMENTEN
TOERENTELLER
De toerenteller levert informatie over het
toerental van de motor. Als de wijzer van
de toerenteller zich in het rode gebied be-
vindt nabij het uiteinde van het bereik,
draait de motor met een te hoog toeren-
tal, waardoor de mechanische onderde-
len kunnen beschadigen: als de toeren-
teller zich in dit gebied bevindt, moet het
toerental door de bestuurder worden aan-
gepast.
WAARSCHUWINGDe inspuiting
blokkeert geleidelijk de brandstofstroom
als de motor met een te hoog toeren-
tal draait (wijzer van de toerenteller in
het rode gebied), waardoor het vermo-
gen van de motor lager wordt en het
toerental weer het veilige gebied be-
reikt.
De toerenteller kan, afhankelijk van de si-
tuatie, bij stationair toerental een kleine of
herhaaldelijk voorkomende stijging van het
toerental aangeven. Dit is een normaal ver-
schijnsel dat kan optreden als bijvoorbeeld
de airconditioning of de elektroventilateur
wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient
een geringe toerentalstijging voor het be-
houd van de lading van de accu.
STUURSLOT
Inschakelen
Het stuurslot wordt na ongeveer 5 se-
conden na het verwijderen van de elek-
tronische sleutel uit het startsysteem en
na de controle door het systeem van de
volgende omstandigheden, ingeschakeld:
❒motor uitgeschakeld;
❒instrumentenpaneel uitgeschakeld
bij stilstaande auto;
❒elektronische sleutel verwijderd uit
het startsysteem.
Uitschakelen
Het stuurslot wordt uitgeschakeld als de
elektronische sleutel in het startsysteem
wordt geplaatst.
WAARSCHUWINGAls de motor tij-
dens de rit wordt uitgeschakeld, wordt het
stuurslot pas weer ingeschakeld als de mo-
tor de volgende keer bij stilstaande auto
wordt uitgeschakeld. In deze situatie
brandt op het instrumentenpaneel (waar
voorzien) het lampje
>(bij sommige uit-
voeringen worden er een symbool en een
bericht op het display weergegeven).
WAARSCHUWINGBij een storing
van het stuurslot gaat er op het instru-
mentenpaneel (waar voorzien) het
lampje
>branden (bij sommige uit-
voeringen worden er een symbool en
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 21
22
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHUWINGOnder sommige
omstandigheden (bijvoorbeeld op een stei-
le helling) kan de meter een andere waar-
de aangeven dan de werkelijke hoeveel-
heid in de tank en de wijzigingen kunnen
met een vertraging worden weergegeven.
Dit hoort bij de normale werking van de
meter.
WAARSCHUWINGTijdens het tan-
ken moet, om veiligheidsredenen, de
motor zijn uitgeschakeld. Als deze voor-
zorgsmaatregel niet in acht wordt ge-
nomen, kan de brandstofmeter perma-
nent een onjuiste waarde aangeven. Om
dit te herstellen moet bij een volgende
keer dat getankt wordt, de motor zijn
uitgeschakeld. Wendt u tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk als de werking niet
wordt hersteld.
KOELVLOEISTOFTEMPERATU
URMETER fig. 18
De wijzer geeft de koelvloeistoftempe-
ratuur weer; de aanduiding start als de
temperatuur van de vloeistof hoger
wordt dan ongeveer 50°C .
Onder normale omstandigheden bevindt
de wijzer zich in het midden van de
schaalverdeling. Als de wijzer in de buurt
van het rode gebied komt, moet de be-
stuurder minder grote prestaties van de
auto verlangen.
Als het waarschuwingslampje
ugaat
branden (bij sommige uitvoeringen
wordt er ook een bericht op het display
weergegeven), is de koelvloeistoftem-
peratuur te hoog; zet in dat geval de
motor uit en wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
WAARSCHUWINGAls de wijzer het
rode gebied nadert, kan dit te maken
hebben met een bijzondere situatie, zo-
als het rijden met lage snelheid, op een
helling, volledig beladen of met een aan-
hanger of bij een hoge omgevingstem-
peratuur.
BRANDSTOFMETER fig. 17
De wijzer geeft de hoeveelheid brand-
stof in de tank aan.
0- tank leeg.
1- volle tank (zie de paragraaf “Tan-
ken met de auto” in dit hoofdstuk).
Het lampje gaat branden als in de brand-
stoftank nog ongeveer 10 liter brand-
stof aanwezig is. Als de actieradius min-
der dan ongeveer 50 km (of 31 mijl)
bedraagt, wordt op het display bij en-
kele uitvoeringen een waarschuwings-
bericht weergegeven.
Als lampje Ktijdens het
rijden gaat knipperen,
moet u zich tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk wenden.
A0E00177mfig. 17A0E0178mfig. 18
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 22
23
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Als het waarschuwingslampje `onder
het rijden gaat branden (bij sommige
uitvoeringen wordt er ook een bericht
op het display weergegeven), is de mo-
torolietemperatuur te hoog; zet in dat
geval de motor uit en wendt u tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk.
WAARSCHUWINGAls de wijzer het
rode gebied nadert, kan dit te maken
hebben met een bijzondere situatie, zo-
als het rijden met lage snelheid, op een
helling, volledig beladen of met een aan-
hanger of bij een hoge omgevingstem-
peratuur.
TURBODRUKMETER
(uitvoeringen 1750 TURBO
BENZINE en diesel) fig. 20
De wijzer geeft de turbodruk aan.
MOTOROLIETEMPERATUUR
METER
(benzine-uitvoeringen,
behalve 1750 TURBO
BENZINE) fig. 19
De wijzer geeft de motorolietempera-
tuur weer; de aanduiding start als de
temperatuur van de olie hoger wordt
dan ongeveer 70? .
Als de wijzer in de buurt van het rode
gebied komt, moet de bestuurder min-
der grote prestaties van de auto verlan-
gen.
A0E0179mfig. 19A0E0180mfig. 20
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 23
25
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Tijdens de weergave van de dagteller-
stand kan deze stand op nul worden ge-
zet door langer op de knop A-fig. 23
te drukken.
INFORMATIE OVER DE
AUTO (per gebeurtenis)
❒Afstand tot volgende servicebeurt
(weergave van het symbool
õ
D-fig. 22).
❒Instelling van de lichtintensiteit.
❒Signalering mogelijk ijsvorming op
het wegdek (weergave symbool
√
E-fig. 22).
❒Signalering overschrijding snelheids-
limiet.
❒Weergave motorolieniveau.
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Op het multifunctionele display kan nut-
tige en belangrijke informatie tijdens de
rit worden weergegeven, zoals:
INFORMATIE OP HET
STANDAARD SCHERM
❒TijdA-fig. 22;
❒BuitentemperatuurB;
❒Kilometertotaalstand (of mijlen) of
dagtellerstandC(de kilometerto-
taalstand wordt samen met de aan-
duidingTOTweergegeven).
Als de elektronische sleutel in het start-
systeem wordt geplaatst, wordt de ki-
lometertotaalstand (of mijlen) weerge-
geven; druk, om de dagtellerstand weer
te geven, op de knop A-fig. 23.
A0E0060mfig. 22
A0E0072mfig. 23
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 25
WEERGAVE
MOTOROLIENIVEAU
Als de elektronische sleutel in het start-
systeem wordt geplaatst, wordt op het
display gedurende enige seconden het
motorolieniveau weergegeven. Druk tij-
dens deze fase, om de weergave te wis-
sen en door te gaan naar het volgende
scherm, op de knopMENU.
Bij een te laag motorolieniveau ver-
schijnt op het display een waarschu-
wing.
WAARSCHUWING Voor het juiste
olieniveau moet altijd het niveau met de
peilstok worden gecontroleerd (zie de
paragraaf “Niveaus controleren” in het
hoofdstuk “Onderhoud van de auto”).
WAARSCHUWINGOm er zeker van
te zijn dat de juiste waarde wordt aan-
gegeven, moet de controle nogmaals
worden uitgevoerd als de auto op een
horizontale ondergrond staat. Afstand tot volgende
servicebeurt
WAARSCHUWINGhet geprogram-
meerd onderhoudsschema houdt een
onderhoudsinterval van 35.000 km (of
21.000 mi) aan; deze weergave ver-
schijnt automatische als de elektronische
sleutel in het startsysteem wordt ge-
plaatst, vanaf 2.000 km (of 1240 mi)
voor de betreffende kilometerstand. De
weergave in km of mijl is afhankelijk
van de ingestelde meeteenheid. Als het
geprogrammeerd onderhoud zeer bin-
nenkort moet worden uitgevoerd, ver-
schijnt als de elektronische sleutel in het
startsysteem wordt geplaatst, op het dis-
play “Service” gevolgd door het reste-
rende aantal kilometers/mijlen. Wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk
waar men niet alleen het onderhoud zal
uitvoeren dat voorgeschreven wordt
door het “Geprogrammeerd onder-
houd”, maar waar de weergave ook zal
worden gereset.
28
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Eenheid afstand instellen
(UNIT)
Met deze functie kan de meeteenheid
van de afstand (km of mijl) worden in-
gesteld.
Ga voor het instellen van de gewenste
eenheid als volgt te werk:
❒druk op de knop MENUen selec-
teer de optie UNIT: op het display
verschijntUNITen “km” of “mi”;
❒druk nogmaals op de knop MENU:
“km” (of “mi”) gaat knipperen;
❒druk op de knoppen +/–om de ge-
wenste eenheid in te stellen.
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 28
30
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENHet middelste deel van het display met
de datum Cblijft altijd ingeschakeld, tot-
dat er een functie wordt ingeschakeld
die op het display moet worden weer-
gegeven (bijvoorbeeld “Regelen licht-
intensiteit”) of andere informatie over
de status van de auto.
Als de sleutel is verwijderd (en ten min-
ste één voorportier wordt geopend),
worden op het display gedurende enige
seconden de tijd en de kilometerstand
(of mijlenstand) en de buitentempera-
tuur weergegeven
INFORMATIE OVER DE
AUTO (per gebeurtenis)
❒Afstand tot volgende servicebeurt;
❒Informatie Tripcomputer;
❒Instelling van de lichtintensiteit;
❒Weergave motorolieniveau;
WAARSCHUWINGAls een voor-
portier wordt geopend, geeft het display
gedurende enige seconden de tijd, de
kilometerstand en de buitentemperatuur
weer.
INSTELBAAR
MULTIFUNCTIONEEL
DISPLAY
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Op het instelbare multifunctionele dis-
play kan nuttige en belangrijke infor-
matie tijdens de rit worden weergege-
ven, zoals:
INFORMATIE OP HET
STANDAARD SCHERM
❒TijdA-fig. 24/a;
❒BuitentemperatuurB;
❒DatumC;
❒DagtellerstandD;
❒Kilometertotaalstand E;
❒Informatie over de status van de au-
toF(bijvoorbeeld geopende portie-
ren of eventuele ijsvorming op het
wegdek).
A0E0015mfig. 24/a
001-045 Alfa 159 NL 31-03-2009 9:13 Pagina 30