90
STARTEN
EN RIJDEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
❒Als de auto onder zware bedrijf-
somstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-
ken van een aanhanger of met volge-
laden auto): verlaag de snelheid en
breng de auto tot stilstand, als het
lampje blijft branden. Stop 2 of 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofni-
veau zoals hiervoor beschreven.
WAARSCHUWING Bij zware bedrijf-
somstandigheden is het raadzaam de mo-
tor enkele minuten te laten draaien met
iets ingetrapt gaspedaal voordat u de mo-
tor uitzet.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als het contactslot op MARwordt ge-
draaid, gaat het lampje branden maar het
moet doven zodra de motor aanslaat (als
de motor stationair draait, kan het iets lan-
ger duren voordat het lampje dooft).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot het Abarth Servicenet-
werk.
w
STORING ABS (geel)
Als u het contactslot op MAR
draait, gaat het lampje branden.
Het moet echter na enkele se-
conden doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot het Abarth Service-
netwerk.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
>
STORING EBD
(rood) (geel)
Als tegelijkertijd de lampjes
xen gaan
branden bij draaiende motor, dan geeft dit
een storing in de EBD aan of is dit systeem
niet beschikbaar; in dat geval kunnen tij-
dens krachtig remmen de achterwielen
snel blokkeren, waardoor de auto kan
gaan slippen. Rijd zeer voorzichtig naar het
dichtstbijzijnde bedrijf in het Abarth Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten con-
troleren.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
x>
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
Als de contactsleutel op MAR
wordt gezet, gaat het lampje branden; di-
rect na het aanslaan van de motor moet
het lampje doven.
Bij sommige uitvoeringen verschijnt een be-
richt op het display.
v
Als bij draaiende motor het
lampje vgaat branden
(op het display verschijnt bij enkele
uitvoeringen ook een bericht), zet dan
de motor onmiddellijk uit en wendt
u zo snel mogelijk tot de Abarth Ser-
vicenetwerk.
OPGELET
087-094 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:03 Pagina 90
105
STARTEN
EN RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
U moet absoluut aangeven
dat de band is gerepareerd
met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan
het personeel dat de band repareert
die behandeld is met de bandenrepa-
ratieset.
OPGELET
fig. 17F0S090Ab
ALLEEN VOOR HET
CONTROLEREN EN
HERSTELLEN VAN DE
SPANNING
De compressor kan ook worden gebruikt
voor het herstellen van de bandenspan-
ning. Maak de snelkoppeling los en verbind
de koppeling direct met het ventiel van de
band fig. 17; op deze manier wordt de
spuitbus niet met de compressor verbon-
den en wordt de afdichtvloeistof niet in de
band gespoten.
❒als een spanning van ten minste 1,8 bar
wordt gemeten, herstel dan de correc-
te bandenspanning (met draaiende mo-
tor en aangetrokken handrem) en rijdt
verder;
❒rijd zeer voorzichtig naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Abarth Service-
netwerk.
095-122 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:04 Pagina 105
130
STARTEN
EN RIJDEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
fig. 1
Trek voor het bijvullen van de vloeistof de
dop Dvan het reservoir totdat u een klik
hoort.
Giet vervolgens langzaam een mengsel van
water en TUTELA PROFESSIONAL SC
35 in het reservoir, in de volgende meng-
verhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
70% water in de zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
50% water in de winter.
Bij temperaturen onder –20°C TUTELA
PROFESSIONAL SC 35 onverdund ge-
bruiken.
Controleer visueel het niveau van de vloei-
stof in het reservoir.
Sluit de dop Ddoor hem in het midden in
te drukken. MOTORKOELVLOEISTOF
fig. 1
Het niveau van de koelvloeistof moet ge-
controleerd worden bij een koude motor
en moet tussen het MIN- en MAX-merk-
teken op het expansiereservoir staan.
Een te laag niveau bijvullen door een
mengsel van gedemineraliseerd water en
50% PARAFLU UP van FL Selenia lang-
zaam via de vulopening Cvan het expan-
siereservoir te gieten.
Een mengsel van 50 % PARAFLU UP en
50 % gedemineraliseerd water beschermt
tot een temperatuur van –35°C.
Onder uitzonderlijk strenge klimatologi-
sche omstandigheden, verdient het aan-
beveling mengsel van 60% PARAFLU UP
en 40% gedemineraliseerd water te ge-
bruiken.Het motorkoelsysteem ge-
bruikt PARAFLU UP-koel-
vloeistof. Gebruik voor het
eventueel bijvullen vloeistof
met dezelfde specificaties als waarmee
het motorkoelsysteem is gevuld.
PARAFLU UP-koelvloeistof kan niet
worden gemengd met welke andere
koelvloeistof dan ook. Als dit toch ge-
beurt, mag de motor absoluut niet wor-
den gestart en moet u zich tot het
Abarth Servicenetwerk wenden.
Het koelsysteem staat onder
druk. Vervang de dop zono-
dig alleen door een exemplaar van
hetzelfde type, anders kan de werking
van het systeem in gevaar worden ge-
bracht. Draai bij een warme motor de
dop van het expansiereservoir nooit
los: gevaar voor brandwonden.
OPGELET
Rijd niet met een leeg rui-
tensproeierreservoir: de wer-
king van de ruitensproeiers is zeer be-
langrijk voor een goed zicht.
Enkele in de handel verkrijgbare rui-
tensproeiervloeistoffen zijn licht ont-
vlambaar. In de motorruimte bevin-
den zich warme onderdelen die bij
contact de vloeistof kunnen doen ont-
branden.
OPGELET
123-140 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:05 Pagina 130
131
STARTEN
EN RIJDEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
REMVLOEISTOF fig. 1
Draai de dop Elos: controleer of het rem-
vloeistofniveau nog op het maximum ni-
veau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-merkte-
ken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld, dan
raden wij u aan de remvloeistof te ge-
bruiken die staat vermeld in de tabel
“Vloeistoffen en smeermiddelen” (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
OPMERKING Maak de dop van het re-
servoir Een het omringende oppervlak
zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bijzon-
der voorzichtig zodat er geen vuil in het
reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trech-
ter met een ingebouwde filterzeef van
maximaal 0,12 mm.
WAARSCHUWING De remvloeistof is
hygroscopisch (trekt water aan). Daarom
verdient het aanbeveling, als de auto over-
wegend wordt gebruikt in gebieden met
een hoge luchtvochtigheid, de vloeistof va-
ker te vervangen dan in het “Geprogram-
meerd onderhoudsschema” staat aange-
geven.Voorkom contact tussen de
zeer corrosieve remvloeistof
en de lak. Als dit toch gebeurt,
spoel dan onmiddellijk met
water.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per onge-
luk remvloeistof wordt gemorst, moe-
ten de betreffende delen onmiddellijk
worden gewassen met water en neu-
trale zeep en daarna met veel water
worden afgespoeld. Bij inslikken dient
onmiddellijk een arts te worden ge-
raadpleegd.
OPGELET
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat synthe-
tische remvloeistof en geen minerale
vloeistof moet worden gebruikt. Het
gebruik van minerale vloeistoffen
moet absoluut worden vermeden,
omdat de rubbers in het remsysteem
door deze vloeistoffen worden be-
schadigd.
OPGELET
123-140 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:05 Pagina 131
160
STARTEN
EN RIJDEN
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
– frontairbag passagierszijde .......... 74
– knie-airbag bestuurderszijde: ..... 75
– zij-airbags
(sidebag - headbag) .................75-76
Alleen voor controle en
herstellen spanning .......................... 105
ASR ......................................................... 56
Auto langere tijd stallen .................... 85
Auto langere tijd stallen .................... 85
Automatische klimaatregeling .......... 31
Autoradio ............................................. 59
Bagageruimte vergroten .................. 48
Bagageruimte........................................ 46
– openen ............................................ 46
– sluiten .............................................. 47
– vergroten ....................................... 48
Bagageruimteverlichting .................... 46
– lamp vervangen ............................. 115
Banden .................................................. 148
– bandenspanning ............................. 150
– onderhoud ..................................... 134
– sneeuw ......................................84-150
– standaard ........................................ 150
– verklaring van de codes
op de banden ................................ 148
Bandenspanning ................................... 150Bedieningsorganen ............................. 37
Bedieningstoetsen ............................... 13
– menu esc......................................... 13
– setup-menu .................................... 13
Bekerhouders ...................................... 40
Bescherming van het milieu .............. 62
– batterij vervangen ......................... 7
Bougies................................................... 145
Brandstof ............................................... 154
– brandstofnoodschakelaar ............ 38
– brandstofverbruik ......................... 157
– inhoud brandstoftank .................. 154
– meter .............................................. 11
– tanken ............................................. 154
Brandstofbesparing ............................. 82
Brandstofmeter ................................... 11
Brandstofnoodschakelaar
(systeem)............................................. 38
Brandstofnoodschakelaar ................... 38
Brandstofsysteem ............................... 146
Buitenverlichting ................................. 34
Buitenverlichting ................................. 34
– lamp achter vervangen ................ 113
Carrosserie.......................................... 137
– bescherming .................................. 137
ABS ...................................................... 53
Accu........................................................132
– accu laden ...................................... 121
– lading accu controleren .............. 132
– nuttige tips ..................................... 133
– starten met een hulpaccu ........... 96
– vervangen ....................................... 132
Achterklep ........................................... 46
Achterklep in noodgevallen
openen ............................................... 47
Achterklep openen.............................. 46
Achterruitensproeier ......................... 36
– bediening ........................................ 36
– vloeistofniveau .............................. 130
Achterruitenwisser ............................ 36
– sproeiers ....................................... 137
– bediening ........................................ 36
– rubbers ........................................... 136
Achterruitverwarming .............28-29-31
Achteruitrijverlichting ........................ 113
Afmetingen ........................................... 151
Afstandsbediening met
radiofrequentie ................................. 159
– extra afstandsbedieningen
Airbags .................................................. 73
– frontairbag bestuurderszijde ...... 74
A
A A A
L L L L
F F F F
A A A A
B B B B
E E E E
T T T T
I I I I
S S S S
C C C C
H H H H
R R R R
E E E E
G G G G
I I I I
S S S S
T T T T
E E E E
R R R R
160-168 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:06 Pagina 160