
DAUS1681
Multifunctioneel displayDWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het rij-
den kan u afleiden en vergroot het risi-
co op een ongeval.
1. Klok/omgevingstemperatuurdisplay
2. Temperatuurmeter koelvloeistof
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/ritteller brandstofreserve
5. “SELECT”-toets
6. “RESET”-toets1. Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
“”
3. Waarschuwingsindicator koelvloeistoftem-
peratuur “ ”
4. Indicator olieverversing “OIL”
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde afs-
tand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand weergeeft
vanaf het moment dat het onderste
segment van de brandstofniveaume-
ter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau gaan knipperen)
een voorziening voor zelfdiagnose
een klok
een omgevingstemperatuurweerga-
ve
een indicator olieverversing
een indicator V-snaarvervanging
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, verschijnen alle segmenten
op het multifunctionele display en
verdwijnen dan weer om het elek-
trisch circuit te testen.
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave tussen de kilometer-
tellermodus “Odo” en de rittellermodi
“Trip”, in de onderstaande volgorde:
Odo/Trip (boven) Trip (beneden)/Trip
(boven) Odo/Trip (boven)
123
4
1
2
3
4
5
6
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 21

aan. De koelvloeistoftemperatuur is
afhankelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting. Als het bovenste
segment en de waarschuwingsindicator
voor koelvloeistoftemperatuur knipperen,
stop de machine dan en laat de motor
afkoelen. (Zie pagina 6-30).
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Indicator olieverversing “OIL”
Deze indicator knippert zodra de eerste
1000 km (600 mi) zijn afgelegd en na 6000
km (3500 mi). Vervolgens gaat de indica-
tor om de 6000 km (3500 mi) knipperen,om zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet de
indicator olieverversing worden terug-
gesteld. (Zie pagina 6-10).
Als de motorolie werd ververst voordat
de indicator olieverversing brandde (dus
voordat de intervalperiode voor oliever-
versing was verstreken), moet de indica-
tor na de olieverversing worden terug-
gesteld zodat het eerstvolgende tijdstip
voor olieverversing weer correct wordt
aangegeven. (Zie pagina 6-10).
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden
getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of de indicator een paar secon-
den oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
Deze indicator knippert om de 18000 km
(10500 mi), wanneer de V-snaar moet
worden vervangen.
Het elektrisch circuit van de indicator kan
via de volgende procedure worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.2. Kijk of de indicator een paar secon-
den oplicht en dan dooft.
3. Als de indicator niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische cir-
cuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, toont het multifunc-
tionele display een foutcode.
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na
te zien.
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden
gecontroleerd om motorschade te
voorkomen.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
LET OP
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 23

10. Breng de onderlegring en de olieaf-
tapplug aan en zet de plug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
OPMERKING
Controleer of de onderlegring correct aan-
ligt.
11. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motoro-
lie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de
motor en het uitlaatsysteem zijn afgeko-
eld.
DCA11670
Gebruik geen olie met een “CD”-
dieselspecificatie of een hogere
kwaliteit dan gespecificeerd.
Gebruik ook geen olie met een
“ENERGY CONSERVING II” of
hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
12. Start de motor, laat deze een paar
minuten stationair draaien en contro-
leer daarbij op olielekkage. Als er
sprake is van olielekkage, zet demotor dan direct af en zoek de oor-
zaak.
13. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
14. Stel de indicator olieverversing terug.
Terugstellen van de indicator
olieverversing
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “OIL CHANGE”-knop 15 tot
20 seconden ingedrukt.
1. “OIL CHANGE”-knop
1
LET OP
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1
Oliehoeveelheid bij verversing:
Zonder vervanging van het
oliefilterelement:
1,40 L (1,48 US qt, 1,23 Imp.qt)
Met vervanging van het
oliefilterelement:
1,50 L (1,59 US qt, 1,32 Imp.qt)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
32 Nm (3,2 m•kgf, 23 ft•lbf)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 53

1. “OIL CHANGE”-knop
3. Laat de “OIL CHANGE”-knop los, de
indicator olieverversing zal nu uitga-
an.
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus
voordat de intervalperiode voor oliever-
versing was verstreken), moet de indicator
na de olieverversing worden teruggesteld
zodat het eerstvolgende tijdstip voor olie-
verversing weer correct wordt aangege-
ven. Volg de hierboven beschreven werk-
wijze om de indicator olieverversing terug
te stellen voordat de olieverversingster-
mijn is verstreken, maar kijk wel of de indi-
cator ca. 1.4 seconde brandt nadat de“OIL CHANGE”-knop is losgelaten; zo
niet, herhaal dan de procedure.
DAU20064
Eindoverbrengingsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor
elke rit worden gecontroleerd op olielek-
kage. In geval van lekkage dient u de sco-
oter door een Yamaha dealer te laten
nakijken en repareren. Bovendien dient de
eindoverbrengingsolie als volgt te worden
ververst op de tijdstippen vermeld in het
periodieke onderhouds- en smeersche-
ma.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minu-
ten te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de
gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug van de eindoverbrenging om de
olie uit het eindoverbrengingshuis af
te tappen.
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 54