Page 81 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
10. Plaats de zijkappen van de koplampu-nit in de oorspronkelijke positie en
breng dan de bouten aan.
11. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU47021
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-16.)
2. Verwijder de gloeilampfitting van het
remlicht/achterlicht (samen met de
gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het zadel aan.1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
1
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
2. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
2
1
U20SD3D0.book Page 38 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 82 of 102
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
DAU24204
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11191] DAU24313
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Schroef
2
1
U20SD3D0.book Page 39 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 83 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
6
3. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU50770
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-36.)
2. Verwijder de parkeerlichtstekker (sa- men met de fitting en de gloeilamp)
door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Sluit de stekker (samen met de fitting en de gloeilamp) aan door deze
rechtsom te draaien.
6. Breng de koplampunit aan.
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Gloeilamp kentekenverlichting
1
2
1. Parkeerlichtstekker
1
1. Parkeerlichtgloeilamp
2. Fitting parkeerlichtgloeilamp
3. Parkeerlichtstekker
123
U20SD3D0.book Page 40 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 84 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
DAU24350
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de motor-
fiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen on-
der beide zijden van het frame aan de voor-
zijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU44791
Voorwiel (voor modellen zonder
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14840
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU24492
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11051]
1. Wielas
2. Klembout voorwielas
3. Remklauwbout
13
2
U20SD3D0.book Page 41 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 85 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
4. Trek de wielas uit en verwijder dan hetwiel.
DAU43371
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.4. Laat het voorwiel tot op de grond zak-
ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag. 5. Zet de wielas, de voorwielasklembout
en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
6. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44801
Achterwiel (voor modellen zon-
der ABS)
WAARSCHUWING
DWA14840
Wielen van ABS-modellen moeten door
een Yamaha-dealer verwijderd en ge-
monteerd worden.
DAU34414
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de borgmoer los en draai de stel-moer voor kettingspanning los aan
beide zijden van de achterbrug.
2. Draai de wielasmoer los.
1. Remklauw
2. Remklauwbout
1 2
Aanhaalmomenten: Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
Remklauwbout: 40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
U20SD3D0.book Page 42 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 86 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-43
6
3. Licht het achterwiel van de grond vol-gens de werkwijze op pagina 6-41.
4. Verwijder de wielasmoer.
5. Druk het wiel naar voren en haal dan de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKING●
Als het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder dan
eerst de wielas en breng het wiel vol-
doende omhoog om de ketting van het
achtertandwiel te kunnen halen.
●
De aandrijfketting hoeft niet te worden
gedemonteerd om het achterwiel te
verwijderen en aan te brengen.
6. Ondersteun de remklauw en licht danhet achterwiel iets op en trek de wielas
uit.OPMERKINGEen rubber hamer is handig om de wielas
los te tikken.
7. Verwijder het wiel. LET OP: Bekrach-
tig de rem niet nadat het wiel met de
remschijf is verwijderd, hierdoor
worden de remblokken tegen elkaar
geknepen.
[DCA11071]
DAU34434
Om het achterwiel aan te brengen1. Monteer het wiel en de remklauwsteun door de wielas vanaf de rechterzijde in
te steken.OPMERKING●
Controleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
●
Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
1
3
2
1. Remklauw
2. Wielas
1
2
U20SD3D0.book Page 43 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 87 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-44
6
2. Breng de aandrijfketting aan op hetachtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Laat het achterwiel tot op de grond zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
5. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-26.)
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar- na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
DAU25871
Problemen oplossen Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15141
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
1. Remklauwsteun
2. Sleuf
3. BorgingAanhaalmomenten:Wielasmoer:
90 Nm (9.0 m·kgf, 65 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)2 31
U20SD3D0.book Page 44 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM
Page 88 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-45
6
DAU42363
Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U20SD3D0.book Page 45 Thursday, April 5, 2012 4:31 PM