Page 3 of 183
8
Interieur
COCKPIT
1. Schakelaar verlichting/
richtingaanwijzers.
2. Instrumentenpaneel met display.
3. Schakelaar ruitenwissers/
ruitensproeiers/boordcomputer.
4. Contact.
5. Bediening autoradio.
6. Bestuurdersairbag/claxon.
7. Hendel stuurwielverstelling.
8. Bediening snelheidsregelaar/-
begrenzer.
9. Bedieningspaneel parkeerhulp/
koplampverstelling/ESP.
10. Hendel motorkapontgrendeling.
11. Schakelaars elektrisch
verstelbare buitenspiegels.
Page 4 of 183
4
4
9
1
IN EEN OOGOPSLAG
Interieur
MIDDENCONSOLE
1. Versnellingshendel.
2. Bedieningspaneel ruitbediening.
3. Bedieningspaneel
alarmknipperlichten/centrale
vergrendeling (interieur,
laadruimte).
4. Aansteker.
5. Bediening verwarming/ventilatie.
6. Opbergvak.
7. Autoradio.
8. Display.
79
9. Grip Control.
10. Noodoproep of hulpoproep.
81
Page 12 of 183

16
Gebruiksvoorschrift
Houd de afstandsbediening vrij van
vet, stof en vocht.
Een zwaar voorwerp dat aan de sleutel
hangt terwijl deze in het contactslot
zit (sleutelhanger, ...), kan storingen
veroorzaken.
AFSTANDSBEDIENING
Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of
het losnemen van de accukabels kan
het zijn dat de afstandsbediening
gesynchroniseerd moet worden.
Wacht ten minste 1 minuut voordat u
de afstandsbediening gebruikt.
Steek de sleutel in het contactslot
met de knoppen (hangslot) van de
afstandsbediening naar u toe.
Zet het contact aan.
Druk binnen 10 seconden op de
vergrendelknop (gesloten hangslot)
en houd deze ten minste 5 seconden
ingedrukt.
Zet het contact af.
Wacht ten minste 1 minuut voordat u
de afstandsbediening gebruikt.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Gebruik uitsluitend batterijen van
hetzelfde type als de oorspronkelijke
batterijen of de door het
PEUGEOT-netwerk voorgeschreven
batterijen.
Gooi de batterij van de
afstandsbediening niet weg, de
batterij bevat metalen die schadelijk
zijn voor het milieu.
Lever de batterij in bij het
PEUGEOT-netwerk of een
speciaal verzamelpunt.
Uitklappen/inklappen van de
sleutel
Batterij vervangen
Batterij: CR 1620 / 3 V .
Als de batterij leeg is, verschijnt een
melding op het display in combinatie
met een geluidssignaal.
Wip dan het huis met een muntstuk bij
het oog los om bij de batterij te komen.
Als de afstandsbediening na het
vervangen van de batterij niet werkt,
moet deze opnieuw gesynchroniseerd
worden.
Als de batterij niet wordt vervangen
door een batterij van hetzelfde type,
kan de afstandsbediening defect
raken. Druk op deze knop om de
sleutel uit te klappen.
Druk om de sleutel in
te klappen op deze
verchroomde knop en duw de
sleutel in de houder. Wanneer u bij het
inklappen niet op de knop drukt, kan
het mechanisme beschadigd raken. Toegang tot de auto
Page 21 of 183
VOORDAT u GAAT RIJDEN
22
Cockpit
COCKPIT
INSTRUMENTENPANEEL
Klokken
1. Kilometer-/mijlenteller.
2. Display.
3. Brandstofniveaumeter,
koelvloeistoftemperatuurmeter.
4. Toerenteller.
5. Nulstelling dagteller/
onderhoudsindicator.
6. Dimmer dashboardverlichting. Displays
- Snelheidsbegrenzer/-regelaar.
- Afgelegde afstand in km/mijl.
- Onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter,
kilometer-/ mijlenteller.
- W a t e r i n b r a n d s t o f fi l t e r .
- Voorgloeien diesel. Displays
De informatie die op het
instrumentenpaneel wordt
weergegeven hangt af van de
uitrusting van de auto.
Page 22 of 183

26
Cockpit Middenconsole met display
Instrumentenpaneel zonder display
- rechtsom draaien: uren verhogen (houd de knop naar rechts om
de tijd in een sneller tempo in te
stellen),
- linksom draaien: tijdsaanduiding in 24H of 12H,
- rechtsom draaien: 24H of 12H selecteren,
- linksom draaien: ingestelde tijd bevestigen.
Als er ongeveer 30 seconden geen
handelingen worden uitgevoerd,
verschijnt de huidige weergave.
TIJD INSTELLEN
Raadpleeg om de op het display
weergegeven tijd en datum in te
stellen in de rubriek 9 het gedeelte
"Datum en tijd instellen".
Middenconsole zonder display
Met de knop aan de
linkerzijde kan het klokje
worden ingesteld door de
handelingen in onderstaande
volgorde uit te voeren:
- linksom draaien: de minuten knipperen,
- rechtsom draaien: minuten verhogen (houd de knop naar
rechts om de tijd in een sneller
tempo in te stellen),
- linksom draaien: de uren knipperen, De tijdweergave is afhankelijk
van de uitvoering. De toegang
tot de Datum is alleen actief
als de datum geheel in letters
wordt weergegeven (volgens
uitvoering).
Page 24 of 183

28
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Koelvloeistoftemperatuur
en - niveau
brandt en
wijzer in het
rode gebied. een abnormale verhoging
van de temperatuur. Zet de auto stil, zet het contact af en laat de
koelvloeistof afkoelen. Controleer visueel het
niveau.
knippert. een te laag
koelvloeistofniveau. Zie in de rubriek 6 het gedeelte "Niveaus".
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Service blijft kort
branden.
kleine storingen of
waarschuwingen.
Raadpleeg het "Logboek meldingen" op het
display. Zie in rubriek 9 het gedeelte "Autoradio -
Boordcomputer" (volgens uitvoering).
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
blijft branden. ernstige storingen.
Veiligheidsgordel
niet
vastgemaakt
brandt en gaat
vervolgens
knipperen. de bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
knippert in
combinatie met
een geluidssignaal
en blijft vervolgens
branden. de bestuurder rijdt terwijl
de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt. Trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren. Zie in rubriek 4 het gedeelte
"Veiligheidsgordels".
Page 26 of 183

ABS
30
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Stuurbekrachtiging brandt. een storing in het systeem. De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden. Laat uw
auto controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Geopend
portier brandt in
combinatie
met melding
op het display. een niet goed gesloten
portier.
Controleer of alle portieren goed zijn gesloten.
ABS blijft branden. een storing in het
antiblokkeersysteem. De conventionele werking van het remsysteem,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.
Het PEUGEOT netwerk raadplegen.
ESP knippert.
een ingreep van de ASR of
het ESP. Dit systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal
over de wielen en verbetert zo de koersvastheid
van de auto. Zie in de rubriek 4 het gedeelte
"Veilig rijden".
blijft branden. een storing in het systeem.
Bijv.: een te lage
bandenspanning. Controleer de bandenspanning. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk. (Wielsensor, hydraulisch
regelorgaan, ...).
blijft branden in
combinatie met het
verklikkerlampje
van de knop (op
het dashboard). dat het systeem is
uitgeschakeld op verzoek
van de bestuurder. Het systeem is uitgeschakeld en wordt
automatisch weer ingeschakeld zodra de
snelheid boven de 50 km/h komt of na het
indrukken van de knop (op het dashboard).
Page 28 of 183

32
Cockpit
Pictogram op het
display
status signaleert Oplossing - actie
Snelheidsregelaar brandt. dat de snelheidsregelaar is
geselecteerd . Handmatig selecteren. Zie in de rubriek 3 het
gedeelte "Stuurkolomschakelaars".
Snelheidsbegrenzer brandt. dat de snelheidsbegrenzer
is geselecteerd. Handmatig selecteren. Zie in de rubriek 3 het
gedeelte "Stuurkolomschakelaars".
Voorgloeien
dieselmotor brandt. dat voorgloeien van de
dieselmotor noodzakelijk is
(koude omstandigheden). Wacht tot het lampje uit is alvorens de motor te
starten.
Water in het
b r a n d s t o f fi l t e r brandt in
combinatie
met melding
op het display. de aanwezigheid van water
i n h e t b r a n d s t o f fi l t e r . L a a t h e t fi l t e r o n m i d d e l l i j k a f t a p p e n d o o r h e t
PEUGEOT-netwerk. Zie in de rubriek 6 het
gedeelte "Controles".
Volgens land van bestemming.
Onderhoudssleutel brandt. een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Zie het overzicht met controlepunten in het
onderhoudsboekje. Maak een afspraak voor een
onderhoudscontrole bij het PEUGEOT-netwerk.
Klok knippert. het instellen van de tijd. Gebruik de linkerknop van het
instrumentenpaneel. Raadpleeg in de
rubriek 2 het gedeelte "Cockpit".