Geachte cliënt,
Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een Alfa Romeo hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten.
Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Alfa Romeo volledig
te benutten.
U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken van uw Alfa Romeo maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de ver-
zorging, het onderhoud, de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud.
Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de onderstaande symbolen aandachtig te lezen:
veiligheid van de inzittenden;
conditie van de auto;
bescherming van het milieu.
In de bijgevoegde „Service- en garantiehandleiding” vindt u de extra service van Alfa Romeo:
– het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden
– een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten van Alfa Romeo.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd zult raken en dat uw nieuwe auto en
de ondersteuning van de Alfa Romeo-organisatie u volledig tevreden zullen stellen.
Veel leesplezier en goede reis!
Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Alfa Romeo MiTo beschreven worden, dient u zich
aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de
auto die u gekocht hebt. De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat Group
Automobiles behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om
technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk voor meer
informatie.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:38 Pagina 1
28WEGWIJS IN UW AUTO
GEAR SHIFT INDICATION
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het systeem “GSI” (Gear Shift Indicator) geeft de bestuurder door
middel van een aanduiding op het instrumentenpaneel aan wan-
neer moet worden geschakeld (zie fig. 8a).
Middels de GSI, indien aanwezig, wordt de bestuurder gewaar-
schuwd dat door over te schakelen brandstof kan worden bespaard.
Om zo zuinig mogelijk te rijden is het daarom raadzaam de stand
Normal of All Weather te kiezen en, indien de verkeersomstan-
digheden dat toelaten, de aanwijzingen van de Gear Shift Indica-
tor te volgen.Verschijnt op het display het symbool SHIFT UP (
NSHIFT), dan
geeft het GSI de aanwijzing om naar een hogere versnelling te
schakelen, terwijl wanneer op het display het symbool SHIFT DOWN
(
OSHIFT) verschijnt, het GSI de aanwijzing geeft om naar een
lagere versnelling te schakelen.
OPMERKING De weergave op het instrumentenpaneel blijft bran-
den totdat de bestuurder schakelt of totdat de rij-omstandighe-
den zodanig wijzigen dat schakelen voor een optimaal verbruik
niet meer nodig is.
fig. 8aA0J0233m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:38 Pagina 28
70WEGWIJS IN UW AUTO
Tijdens de volledig automatische werking van het systeem kunt u
op ieder moment de ingestelde temperaturen, de luchtverdeling
en de aanjagersnelheid wijzigen m.b.v. de desbetreffende knop-
pen: het systeem zal automatisch de eigen instellingen wijzigen
en aanpassen aan de nieuwe instellingen.
Als tijdens de volledig automatische werking (FULL AUTO) de lucht-
verdeling en/of de luchtopbrengst gewijzigd worden en/of de
inschakeling van de compressor en/of de recirculatie, dan verdwijnt
het opschrift FULL.
Op deze manier blijft het systeem alle functies automatisch rege-
len, behalve de functies die handmatig zijn gewijzigd. De aanja-
gersnelheid is voor alle zones in het interieur gelijk.
TEMPERATUUR INSTELLEN
Draai de knoppen N of H naar rechts of naar links om de lucht-
temperatuur respectievelijk in het gedeelte linksvoor (draaiknop
N) en rechtsvoor (draaiknop H) van het interieur te regelen.
De ingestelde temperaturen worden weergegeven op het display.
Druk op de knop MONO om de luchttemperatuur in beide zo-
nes gelijk te stellen: draai draaiknop N om dezelfde temperatuur
in te stellen.
De gescheiden regeling van de temperatuur en de luchtverdeling
wordt automatisch weer hervat als u de draaiknop N of H draait
of nogmaals op de knop MONO drukt als het lampje op de knop
brandt.
Als u de knoppen helemaal naar rechts of links draait, wordt re-
spectievelijk de functie HI (maximale verwarming) of LO (maxi-
male koeling) ingeschakeld. Voor het uitschakelen van deze func-
ties moet u de temperatuurknop draaien en de gewenste
temperatuur instellen.
AIRCONDITIONING INSCHAKELEN
Het systeem kan op verschillende manieren worden ingeschakeld:
wij raden u echter aan een van de AUTO-knoppen in te drukken en
de draaiknop te draaien om de gewenste temperatuur in te stel-
len. U kunt voor de bestuurder en de passagier verschillende tem-
peratuurwaarden instellen. Het maximaal toegestane verschil is 7°C.
Op deze wijze regelt het systeem de temperatuur, de luchthoe-
veelheid, de luchtverdeling in het interieur, de recirculatiefunctie en
het inschakelen van de aircocompressor volledig automatisch.
Tijdens de volledig automatische werking van het systeem moeten
alleen de volgende functies eventueel handmatig worden inge-
schakeld:
❍MONO, om de ingestelde temperatuur en de luchtverdeling aan
bestuurders- en passagierszijde gelijk te stellen;
❍Tluchtrecirculatie (om de recirculatie altijd in- of uitge-
schakeld te houden);
❍-voor een snelle ontwaseming/ontdooiing van de ruiten
voor, de achterruit en de buitenspiegels;
❍(voor het ontwasemen/ontdooien van de achterruit en de
buitenspiegels.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:38 Pagina 70
WEGWIJS IN UW AUTO101
1
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❍maak de uiteinden van de twee trekkoorden A-fig. 62 voor
de hoedenplank B los. Maak hiervoor de ogen C los van de
pennen D;
❍maak de pennen A-fig. 63 aan de buitenzijde van de hoeden-
plank los uit de bijbehorende zittingen B in de zijsteunen en
verwijder vervolgens de hoedenplank via de buitenzijde.
❍als de hoedenplank verwijderd is, kan deze dwars in de ba-
gageruimte worden geplaatst of dwars tussen de rugleuningen
van de voorstoelen en de naar voren geklapte zitplaatsen ach-
ter (bij maximaal vergrote bagageruimte).
Zitplaatsen naar voren klappen
Ga als volgt te werk:
❍zet de hoofdsteunen in de hoogste stand, druk beide knop-
pen A-fig. 64 naast de twee steunen in en trek de hoofdsteu-
nen omhoog uit de rugleuning;
❍plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels
niet gespannen zijn of gedraaid zitten;
fig. 62A0J0080mfig. 63A0J0081m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 101
102WEGWIJS IN UW AUTO
Zitplaatsen achter terugplaatsen
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet
gespannen zijn of gedraaid zitten.
Plaats de rugleuningen omhoog en druk de leuningen naar ach-
teren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar inklikken. Con-
troleer of de „rode band” B op de hendels A-fig. 65 niet meer
zichtbaar is. Als de „rode band” zichtbaar is, dan is rugleuning
niet goed vergrendeld.
Plaats de hoofdsteunen terug door de steunen in de zittingen
te steken.
❍trek de borghendels A-fig. 65 van de rugleuningen omhoog
en kantel de gewenste zitting naar voren (als de borghendel
omhoog staat, is er een „rode band” B zichtbaar).
fig. 64A0J0083mfig. 65A0J0082m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 102
WEGWIJS IN UW AUTO117
1
„ENERGY SAVING”-functie
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als na een automatische start van de motor de bestuurder 3 minu-
ten geen enkele actie onderneemt, dan zet het Start&Stop-systeem
de motor definitief uit om brandstof te besparen. In dit geval kan
de motor alleen gestart worden m.b.v. de contactsleutel.
OPMERKING Het is in alle gevallen mogelijk de motor draaiend te
houden door het Start&Stop-systeem uit te schakelen.
STORINGEN
Bij een storing schakelt het Start&Stop-systeem uit. De storing
wordt aan de bestuurder getoond door het branden van lampje
èop het instrumentenpaneel en, voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten, het verschijnen van een melding en een symbool
op het display. Wendt u in dat geval tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
AUTO LANGERE TIJD NIET IN GEBRUIK
Als de auto langere tijd niet wordt gebruikt, dan moet er bijzon-
der op worden gelet dat de elektrische voeding van de accu wordt
losgemaakt.
Hiervoor moet de minklem met de snelspanner A-fig. 74 worden
losgekoppeld van de secundaire minpool B, omdat minpool C van
de accu is voorzien van een sensor D voor de controle van de ac-
cuconditie, die nooit mag worden losgekoppeld (behalve als de ac-
cu wordt vervangen).
fig. 74A0J0249m
Wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk als de
accu moet worden vervangen. Vervang de accu
door een accu van hetzelfde type (HEAVY DUTY)
en met dezelfde specificaties.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 117
WEGWIJS IN UW AUTO121
1ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van de au-
to en binnen de aftersales-service worden gemonteerd, moeten
voorzien zijn van het merkteken:
e CE.
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage van zend-/ontvangstap-
paratuur op voorwaarde dat de montagewerkzaamheden op de juis-
te wijze bij een gespecialiseerd bedrijf worden uitgevoerd, waarbij
de aanwijzingen van de fabrikant in acht moeten worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van systemen de kenmerken van
de auto worden gewijzigd, kan het kentekenbewijs worden inge-
nomen door de bevoegde instanties en eventueel de garantie ko-
men te vervallen bij defecten die veroorzaakt zijn door de boven-
genoemde modificatie of op defecten die direct of indirect daarvan
het gevolg zijn.
Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijze aansprakelijk voor scha-
de die het gevolg is van de installatie van accessoires die niet
door Fiat Auto S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en/of die niet
conform de geleverde instructies zijn geïnstalleerd.
INBOUWVOORBEREIDING
VOOR NAVIGATIESYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Enkele uitvoeringen zijn uitgerust met een inbouwvoorbereiding
voor een navigatiesysteem, dat is opgenomen in het Alfa Romeo
Lineaccessori-programma.
Plaats het navigatiesysteem in het vak dat staat afgebeeld in fig. 78.
fig. 78A0J0107m
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 121
126WEGWIJS IN UW AUTO
Het TPMS is niet in staat om te waarschuwen voor
een plotselinge vermindering van de banden-
spanning (bijvoorbeeld bij een klapband). Zet in
dat geval de auto stil door voorzichtig te remmen en maak
daarbij geen plotselinge stuurbewegingen.
Het vervangen van de normale banden door win-
terbanden en omgekeerd, vereist ook een aan-
passing van het TPMS, die uitsluitend door het Al-
fa Romeo Servicenetwerk mag worden uitgevoerd.
Het TPMS vereist het gebruik van speciale appa-
ratuur. Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk
over de accessoires die geschikt zijn voor het sys-
teem (velgen, wieldeksels enz.). Het gebruik van ande-
re accessoires kan de normale werking van het systeem
verhinderen.
Bij het demonteren van een band, moet ook het
rubber van het ventiel vervangen worden: wendt
u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk. Bij het mon-
teren/demonteren van de banden en/of de velgen moeten
speciale voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Om te voorkomen dat de sensoren beschadigen of ver-
keerd gemonteerd worden, mogen de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespecialiseerd personeel vervan-
gen worden. Wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
De bandenspanning kan variëren afhankelijk van
de buitentemperatuur. Het TPMS kan tijdelijk een
te lage bandenspanning signaleren. Controleer in
dat geval de bandenspanning bij koude banden en her-
stel, indien nodig, de juiste spanning.
Sterke straling op een radiofrequentie kunnen het
TPMS-systeem ontregelen. Dit wordt aan de be-
stuurder aangegeven door middel van een mel-
ding. Deze melding verdwijnt automatisch zodra de sto-
ring het systeem niet meer ontregelt.
001-130 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 16:39 Pagina 126