215
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR
Aanjager (uitvoeringen 1.8 140 pk) F02 (MAXI-FUSE) 40 60
Aanjager (uitvoeringen 2.2 JTS Selespeed) F02 (MAXI-FUSE) 50 60
Elektrisch stuurslot F03 (MAXI-FUSE) 20 60
Knooppunt remsysteem (pomp) F04 (MAXI-FUSE) 40 60
Knooppunt remsysteem (magneetklep) (uitvoeringen met ABS) F05 (MAXI-FUSE) 40 60
Knooppunt remsysteem (magneetklep) (uitvoeringen met VDC) F05 (MAXI-FUSE) 20 60
Elektroventilateur (lage snelheid)
(uitvoeringen 1.8 140 pk, 2.2 JTS Selespeed) F06 (MAXI-FUSE) 40 60
Elektroventilateur (hoge snelheid) F07 (MAXI-FUSE) 50 60
Voeding extra verwarming (interieurverwarming
koelvloeistof 300W) (alleen dieseluitvoeringen) F08 30 60
Koplampsproeiers F09 20 60
Claxons F10 15 60
Secundaire belastingen elektronische inspuiting F11 15 60
+ INT voor elektronisch inspuitsysteem F16 7,5 60
Primaire belastingen elektronische inspuiting F17 10 60
Pluspool accu regeleenheid van de motor en automatische
versnellingsbak F18 10 60
Aircocompressor F19 7,5 60
Voorruitverwarming F20 20 60
181-222 Alfa 159 NL:181-222 Alfa 159 1ed 31-03-2009 10:34 Pagina 215
226
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
35 70 105 140 175
●●●●●
●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●
●
●
●
●
●
●●
●●
●●●●●
●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●
●●●●●
x 1000 km
Klepspeling controleren en eventueel afstellen (1.9 JTDM8v uitvoering)
Klepspeling controleren en eventueel afstellen (1.8 140 pk-uitvoering)
Uitlaatgasemissie controleren (benzine-uitvoeringen)
Emissie / uitlaatrookgas controleren (dieseluitvoeringen)
Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen (behalve 1.8 140 pk-uitvoeringen)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen (1.8 140 pk-uitvoeringen)
Distributieriem vervangen (1.8 140 pk-uitvoering) (*)
Distributieriem vervangen (1750 TURBO BENZINE-uitvoering) (*)
Distributieriem vervangen (dieseluitvoeringen) (*)
Bougies vervangen (uitvoeringen 3.2 JTS en 2.2 JTS Selespeed)
Bougies vervangen (uitvoeringen 1.8 140 pk en 1750 TURBO BENZINE)
Brandstoffilter vervangen (dieseluitvoeringen)
Luchtfilterelement vervangen
Olie haakse overbrenging vervangen (3.2 JTS 4x4 uitvoeringen)
Motorolie verversen en oliefilter vervangen
(1.8 140 pk-uitvoeringen met benzinemotor) (of elke 12 maanden)
Motorolie verversen en oliefilter vervangen
(uitvoeringen 1750 TURBO BENZINE) (**) (of elke 12 maanden)
Motorolie verversen en oliefilter vervangen
(uitvoeringen 3.2 JTS en 2.2 JTS Selespeed) (of elke 24 maanden) (***)
Motorolie en oliefilter vervangen (dieseluitvoeringen met DPF) (**)
(of elke 24 maanden)
Motorolie en oliefilter vervangen (uitvoeringen zonder DPF) (of elke 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig statio-
nair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
(**) De werkelijke vervangingsinterval van de motorolie en het oliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto en wordt aange-
geven met een brandend waarschuwingslampje of een melding op het instrumentenpaneel (waar voorzien).
(***) Als de auto overwegend in de stad wordt gebruikt of onder zeer koude klimatologische omstandigheden of jaarlijks zeer weinig kilometers maakt,
moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 226
229
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
fig. 3/a - Uitvoering 3.2 JTSA0E0038m
1.Motorolie - 2.Accu
3.Remvloeistof
4.Ruitensproeiervloeistof
5.Motorkoelvloeistof
6.Olie van stuurbekrachtiging
fig. 3 - Uitvoering 2.2 JTS SelespeedA0E0161m
1.Motorolie - 2.Accu
3.Remvloeistof
4.Ruitensproeiervloeistof
5.Motorkoelvloeistof
6.Olie van stuurbekrachtiging
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 229
232
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
MOTOROLIE
Fig. 7: uitvoering 1.8 140 pk
Fig. 8: uitvoering 1750 TURBO BENZINE
Fig. 8/a: uitvoering 2.2 JTS Selespeed
Fig. 9: 3.2 JTS uitvoering
Fig. 10: uitvoeringen 1.9 JTD
M8V-
1.9 JTD
M16V
FIG. 11: uitvoering 2.0 JTDM
Fig. 12: 2.4 JTDM
Motoroliepeil controleren
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Verwijder de oliepeilstok Aen maak de peil-
stok schoon. Plaats de peilstok geheel te-
rug, verwijder de peilstok en controleer of
het niveau tussen het MIN- en MAX-
merkteken op de peilstok staat. Het verschil
tussen het MIN- en MAX-merkteken
komt overeen met ongeveer 1 liter olie.
A0E0856mfig. 8A0E0069mfig. 9
A0E0233mfig. 10
A0E0855mfig. 11A0E0400mfig. 7
A0E0202mfig. 12
A0E0018mfig. 8/a
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 232
235
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
DATI TECNICI
INDICE
ALFABETICO
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Rijd niet met een leeg
ruitensproeierreservoir:
de ruitensproeiers zijn van
fundamenteel belang voor een
optimaal zicht.
OPGELET
Enkele in de handel
verkrijgbare ruiten-
sproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. In de motor-
ruimte bevinden zich warme
onderdelen die bij contact de
vloeistof kunnen doen ont-
branden.
OPGELET
STUURBEKRACHTIGINGSOLIE
fig. 15-16
Controleer of het olieniveau maximaal
is: hiervoor moet de auto op een vlak-
ke ondergrond staan en moet de mo-
tor niet draaien en koud zijn.
Controleer of het peil op het MAX-
merkteken op het reservoir of bij het bo-
venste merkteken (maximaal peil) op
de peilstok onder de dop van het reser-
voir staat.
A0E0027mfig. 15 uitvoeringen 1.8 140 pk -
1750 TURBO BENZINE -
2.2 JTS Selespeed - 2.4 JTD
M
A0E0234mfig. 16 uitvoeringen 3.2 JTS -
1.9 JTD
M8V- 1.9 JTDM16V- 2.0 JTDM
Als het vloeistofpeil in het reservoir la-
ger dan het voorgeschreven peil is, moet
de vloeistof als volgt worden bijgevuld:
❒start de motor en wacht tot het vloei-
stofniveau in het reservoir is gesta-
biliseerd;
❒draai bij draaiende motor het stuur
een aantal malen geheel naar rechts
en naar links;
❒vul bij totdat het vloeistofniveau op
hetMAX-merkteken staat en draai
de dop vast.
Voorkom dat de stuur-
bekrachtigingsolie in
contact komt met de warme
delen van de motor: de olie is
licht ontvlambaar.
OPGELET
WAARSCHUWINGWendt u voor de-
ze werkzaamheden altijd tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 235
245
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de
laklaag, zoals krassen, onmiddellijk wor-
den bijgewerkt om roestvorming te voor-
komen. Het bijwerken dient met de ori-
ginele lak te worden uitgevoerd (zie
“Plaatje met informatie over de carros-
serielak” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de fre-
quentie afhankelijk is van het gebruik
van de auto en van de omgeving. Het
is raadzaam de auto vaker te wassen in
gebieden met een sterke luchtveront-
reiniging of bij het rijden over wegen
met strooizout.De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als
u de auto in een wastunnel wast,
om te voorkomen dat deze bescha-
digt;
❒spoel de auto eerst met een water-
straal onder lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons
met een oplossing van neutrale
zeep; spoel daarbij de spons regel-
matig uit;
❒spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht
of een schone, zachte zeem.
Let bij het drogen vooral op de minder
goed zichtbare delen, zoals portier-
sponningen, motorkap en achterklep,
koplampbehuizingen, waarin het water
makkelijk kan blijven staan. Het ver-
dient aanbeveling de auto na het was-
sen niet onmiddellijk binnen te zetten,
maar de auto nog even buiten te laten
staan, zodat waterresten buiten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de mo-
torkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het wa-
ter. Daarom moet de au-
to bij voorkeur worden gewas-
sen op een plaats waar het af-
valwater direct wordt opge-
vangen en gezuiverd.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwer-
king de lak kunnen beschadigen, waar-
door de kans op roestvorming wordt ver-
groot.
WAARSCHUWINGVogeluitwerpse-
len dienen zo snel en zo goed moge-
lijk van de lak verwijderd te worden, om-
dat door de agressieve bestanddelen de
lak kan beschadigen.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 245
246
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruim-
te na het winterseizoen zorgvuldig te la-
ten uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal
niet direct op de elektronische regeleen-
heden worden gericht. Laat deze werk-
zaamheden verzorgen door een gespe-
cialiseerd bedrijf.
WAARSCHUWINGVoor het uit-
spuiten van de motorruimte moet de
contactsleutel zijn uitgenomen en de
motor koud zijn. Controleer na het rei-
nigen of de verschillende beschermin-
gen (rubber kappen, deksels enz.) nog
op hun plaats zitten en niet beschadigd
zijn. Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zach-
te doek om krassen en beschadigingen
te voorkomen.
WAARSCHUWINGLet er bij het
schoonmaken van de binnenzijde van
de achterruit op dat de elektrische weer-
standsdraden van de achterruitverwar-
ming niet worden beschadigd. Veeg
voorzichtig in de richting van de draden.Koplampen
Gebruik voor het reinigen van de kop-
lampen een zachte vochtige doek met
water en autoshampoo.
WAARSCHUWING Als de kop-
lampglazen met een droge doek wor-
den gereinigd, kan dit krassen veroor-
zaken, waardoor de prestaties achter-
uitgaan. Door het gebruik van oplos-
middelen worden de koplampglazen
dof, waardoor de prestaties achteruit-
gaan.
WAARSCHUWINGAls de kop-
lampglazen worden gereinigd met een
waterstraal, houdt deze dan op ten min-
ste 2 cm van de lampglazen.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 246
247
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
LEREN STOELEN
(voor bepaalde uitvoeringen/
markten, waar voorzien)
Verwijder droog vuil met een zeemleer
of een iets vochtige doek, zonder hard
te drukken.
Verwijder vochtige vlekken of vet met
een droge en absorberende doek; maak
geen wrijvende beweging. Behandel de
plek vervolgens met een doek of zeem
bevochtigd met water en een neutrale
zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is, be-
handel de vlek dan met een speciaal
schoonmaakmiddel, waarbij de instruc-
ties op de verpakking strikt moeten wor-
den opgevolgd.
WAARSCHUWINGGebruik nooit al-
cohol. Controleer bovendien of de ge-
bruikte schoonmaakmiddelen geen al-
cohol of daarvan afgeleide producten be-
vatten, ook niet in geringe hoeveelhe-
den.INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan
schoenen, lekkende paraplu’s enz.),
waardoor roestvorming op de bodem
veroorzaakt zou kunnen worden.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden
wij u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige
spons en een oplossing van water en
neutrale zeep.
De stoffen bekleding
van uw auto is langdu-
rig bestand tegen slijta-
ge die ontstaat bij een normaal
gebruik van de auto. Hevig
en/of langdurig wrijven met
kledingaccessoires zoals meta-
len gespen, sierknopen en klit-
tenbandsluitingen, moet echter
absoluut worden vermeden om-
dat hierdoor grote druk ont-
staat op een bepaalde plek op
de bekleding, waardoor deze
plek kan slijten en de bekleding
beschadigd wordt.
223-248 Alfa 159 NL:223-248 Alfa 159 1ed 31-03-2009 11:23 Pagina 247