31
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
KEN UW
AUTO
AIRCONDITIONING,
AUTOMATISCH
(waar voorzien)
De automatische klimaatregeling regelt au-
tomatisch afhankelijk van de door de ge-
bruiker ingestelde temperatuur:
❒de temperatuur van de lucht naar het
interieur;
❒de aanjagersnelheid (continue wijziging
van de luchtstroom);
❒de verdeling van de in het interieur in-
gevoerde buitenlucht;
❒inschakeling van de compressor (voor
koeling/droging van de lucht);
❒in-/uitschakelen van de recirculatie.
Bovenstaande functies kunnen handmatig
worden ingesteld; d.w.z. dat ingegrepen
kan worden in het systeem door naar keu-
ze een of meer functies aan te passen. De
handmatige instelling van een functie beïn-
vloedt de automatische regeling van de an-
dere niet, ook al is de led op de knop
AUTOgedoofd.
fig. 29F0S029Ab
TTC
B
E
AC
F
G
HL
DMI
BEDIENINGSORGANEN fig. 29
Knop AUTO - A
Inschakeling automatische werking
van de klimaatregeling
Als knop AUTOwordt ingedrukt en de
gewenste temperatuur is ingesteld, regelt
het systeem de temperatuur, de lucht-
hoeveelheid en —verdeling in het interi-
eur en de inschakeling van de compressor.Knop √- B
In-/uitschakelen compressor
Als deze knop wordt ingedrukt als de led
op de knop brandt, wordt de compressor
uitgeschakeld en dooft de led.
Als de compressor wordt uitgeschakeld:
❒schakelt het systeem de recirculatie-
functie uit om het mogelijk beslaan van
de ruiten te voorkomen;
023-045 ABARTH 500 NL 29-04-2009 11:02 Pagina 31