
INHOUDSOPGAVE
Zekeringen vervangen .................. 6-28
Koplampgloeilamp vervangen ...... 6-28
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ................................. 6-29
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-30
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen ................................. 6-30
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ................................. 6-30
Ondersteunen van de
motorfiets .................................. 6-31
Voorwiel ........................................ 6-31
Achterwiel ..................................... 6-32
Problemen oplossen ..................... 6-34
Storingzoekschema’s ................... 6-35
VERZORGING EN STALLING
VAN DE MOTORFIETS......................7-1
Verzorging ......................................7-1
Stalling ............................................7-3
SPECIFICATIES ................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE.............. 9-1
Identificatienummers ......................9-1
U22BD0D0.book Page 2 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAUM2600
Zekeringen vervangen Het zekeringenkastje bevindt zich achter
paneel A. (Zie pagina 6-7.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU45212
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekjegedrenkt in alcohol of thinner.
1. Verwijder het koplamppaneel samen
met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel omhoog te
trekken zoals afgebeeld.
1. Zekeringenkastje
2. Reservezekering
3. Hoofdzekering
4. Koplampzekering
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering ontstekingssysteem
7. Zekering radiatorkoelvin
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U22BD0D0.book Page 28 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
6. Monteer het koplamppaneel (samen
met de koplampunit) door het geheel
in de oorspronkelijke positie te plaat-
sen en dan de bouten aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAUM2610
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-7.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Monteer het paneel.
1. Bout
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
1. Gloeilamphouder
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
U22BD0D0.book Page 29 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

SPECIFICATIES
8-3
8
Achterwielophanging:Type:
Achterbrug (monocross)
Veer/schokdempertype:
WR125R Schroefveer/gas-oliedemper
WR125X Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
230.0 mm (9.06 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
12N5.5-4A
Voltage, capaciteit:
12 V, 5.5 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 35 W/35 W × 1
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 21.0 W/5.0 W × 1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 1Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
20.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
U22BD0D0.book Page 3 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM

INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-22
Accu ...................................................... 6-26
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-25BBanden.................................................. 6-15
Bougie, controleren ................................. 6-8
Brandstof................................................. 3-8
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-5
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-2
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-2DDimlichtschakelaar .................................. 3-5GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-23
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-30
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-29
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-30IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-23
Klepspeling ........................................... 6-15
Koelvloeistof.......................................... 6-11Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-28
Koppelingshendel ................................... 3-6
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................. 6-17
LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-5
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen........................ 6-13MModelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterelement.................. 6-9
Multifunctioneel display .......................... 3-3NNoodstopschakelaar ............................... 3-5OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-2
Ondersteunen van de motorfiets .......... 6-31PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-7
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-30
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-34RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ....................... 6-23
Remhendel ............................................. 3-6
Rempedaal ............................................. 3-7
Rempedaal, controleren en smeren ..... 6-24
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-20
Remvloeistof, verversen ....................... 6-21
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-5SSchakelen ............................................... 5-2Schakelpedaal......................................... 3-6
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-10
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-3
Spanning aandrijfketting........................ 6-21
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ................................................. 3-5
Startspersysteem .................................. 3-12
Stationair toerental ................................ 6-13
Storingzoekschema’s ............................ 6-35
Stuurschakelaars .................................... 3-5
Stuursysteem, controleren .................... 6-26
TTankdop .................................................. 3-7UUitlaatkatalysatoren................................. 3-9VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
Voor- en achterremblokken,
controleren .......................................... 6-19
Voorremhendel, controleren van vrije
slag ..................................................... 6-18
Voorvork, controleren ............................ 6-25
Vrije slag gaskabel, afstellen................. 6-14
Vrije slag van rempedaal, afstellen ....... 6-19
Vrijstandcontrolelampje ........................... 3-2WWaarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur....................... 3-2
Waarschuwingslampje motorstoring ....... 3-3
U22BD0D0.book Page 1 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM