Page 33 of 86

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknopdrukt.
DAUM2322
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-12 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Vrijstandcontrolelampje
Controlelampje richtingaanwij-
zers
Controlelampje grootlicht
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
U22BD0D0.book Page 1 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM
Page 67 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAU24350
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de motor-
fiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen on-
der beide zijden van het frame aan de voor-
zijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU24360
Voorwiel
DAUM2632
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de klembouten van de voorwie-
las los en draai dan de wielasbouten
en vervolgens de remklauwbouten los.
2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-31.
3. Verwijder de houder van de snelheids-
sensorkabel door de schroef los te ha-
len (alleen WR125R).
4. Verwijder de remklauw door de bouten
los te halen.
5. Trek de wielas naar buiten, verwijder
de snelheidssensor door deze uit te
trekken en verwijder dan het wiel. LET
OP: Bekrachtig de rem niet nadat de
remklauwen zijn verwijderd, hier-
door worden de remblokken tegen
elkaar geknepen.
[DCA11051]
DAUM2640
Aanbrengen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de
vorkpoten.
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Houder snelheidssensorkabel
1. Remklauw
2. Remklauwbout
U22BD0D0.book Page 31 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM
Page 68 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
2. Monteer de rijsnelheidssensor aan de
wielnaaf.OPMERKINGControleer of de nokjes aan de rotor van de
rijsnelheidssensor in de sleuven in de wiel-
naaf vallen; de sleuf in de rijsnelheidssen-
sor moet over de aanslag op de vorkpootzijn geschoven.
3. Steek de wielas naar binnen.
4. Laat het voorwiel zakken zodat dit op
de grond rust.
5. Duw het stuur enkele malen stevig op
en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
6. Monteer de remklauw door de bouten
aan te brengen.
OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauw over deremschijf wordt gemonteerd.
7. Monteer de houder van de snelheids-
sensorkabel door de schroef aan te
brengen (alleen WR125R).
8. Zet de wielas, de voorwielasklembou-
ten en de remklauwbouten vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
DAU25080
Achterwiel
DAUM2661
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-steund, zodat deze niet kan omvallen.
1. Draai de borgmoer los en draai de stel-
moer voor kettingspanning los aan
beide zijden van de achterbrug.
2. Draai de wielasmoer los.
3. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-31.
4. Verwijder de asmoer en de linkerstel-
plaat van de aandrijfketting.
1. Rijsnelheidssensor
Aanhaalmomenten:
Wielas:
58 Nm (5.8 m·kgf, 42 ft·lbf)
Klembout voorwielas:
9 Nm (0.9 m·kgf, 6.5 ft·lbf)
Remklauwbout:
30 Nm (3.0 m·kgf, 22 ft·lbf)
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
U22BD0D0.book Page 32 Wednesday, December 17, 2008 9:06 AM