Page 33 of 94

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
Overschrijd het maximumgewicht
van FZ6-NAHG 191 kg (421 lb)
FZ6-NHG 196 kg (432 lb) voor hetvoertuig niet.
DAU36464
Schokdemperunit afstellen Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-17.)
2. Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draaiom de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de
stelring tegenover de positie-indi-
cator op de schokdemper.
Verricht de afstelling met de spe-
ciale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
3. Breng het zadel aan.
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Positie-indicator
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
3
Maximum (hard):
7
U5S5D2D0.book Page 19 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 34 of 94

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dealer.
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
DAU44892
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U5S5D2D0.book Page 20 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 35 of 94

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U5S5D2D0.book Page 21 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 36 of 94

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op een ongeval of schade. Rijd niet met de machine
als u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat demachine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-15
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-8
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-11
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
U5S5D2D0.book Page 1 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 37 of 94

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-20, 6-21
KoppelingControleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.6-19
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-16, 6-24
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-24
AandrijfkettingControleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig.6-22, 6-24
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-17, 6-19
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-25
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-25 ITEM CONTROLES PAGINA
U5S5D2D0.book Page 2 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 38 of 94
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
ZijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het scharnierpunt.6-26
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer indien nodig.—
Zijstandaardschakelaar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren.3-20 ITEM CONTROLES PAGINA
U5S5D2D0.book Page 3 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 39 of 94

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU45310
OPMERKINGDit model is uitgerust met een hellingshoek-
sensor, waarbij de motor afslaat bij kante-
ling. Om de motor na een kanteling weer te
starten zet u het contactslot eerst op “OFF”
en daarna op “ON”. Als u dat niet doet zal
de motor niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de startknopdrukt.
DAU44724
Starten van de motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan.
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-20 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op“” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motorsto-
ring
ABS-waarschuwingslampje
(voor modellen met ABS)
Controlelampje startblokkering
U5S5D2D0.book Page 1 Monday, August 4, 2008 9:24 AM
Page 40 of 94

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
LET OP
DCA11831
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-lampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. (Zie pagina 5-3.) Het vrijstand-
controlelampje moet gaan branden.
Als dit niet gebeurt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrische circuit
na te kijken.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken. LET OP: Trek voor een
maximale levensduur van de motor
nooit hard op als de motor koud is!
[DCA11041]Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort moge-
lijk duren om de accu te sparen. Laat
de startmotor nooit langer dan tien se-
conden achtereen draaien.
LET OP
DCA16042
Als het waarschuwingslampje olie-
niveau knippert of aan blijft na het
starten, zet de motor dan direct af,controleer het olieniveau en let op
eventuele olielekkage. Vul indien
nodig motorolie bij en controleer
het waarschuwingslampje dan op-
nieuw.
Als het waarschuwingslampje voor
koelvloeistoftemperatuur knippert
of aan blijft na het starten, zet de
motor dan direct af, controleer het
koelvloeistofniveau en let op even-
tuele lekkage. Vul indien nodig
koelvloeistof bij en controleer het
waarschuwingslampje dan op-
nieuw.
Als het waarschuwingslampje voor
motorstoring gaat knipperen of na
het starten blijft branden, zet dan de
motor onmiddellijk af en vraag een
Yamaha dealer de oorzaak op te
sporen.
Voor modellen met ABS
Als het ABS-waarschuwingslampje
na het starten knippert of blijft bran-
den, werkt het ABS mogelijk niet
goed, en functioneert het remsys-
teem weer als een gewoon remsys-
teem.
Vraag in dat geval zo snel mogelijk
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
Als de contactsleutel naar “ON”
wordt gedraaid moet het controle-
lampje startblokkering enkele se-
conden branden en dan doven. Als
het controlelampje niet gaat bran-
den of niet uit gaat, of als het lampje
knippert en het display een foutco-
de van twee cijfers weergeeft, vraag
dan een Yamaha dealer het elek-trisch systeem te controleren.
U5S5D2D0.book Page 2 Monday, August 4, 2008 9:24 AM