FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU40537
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA14431
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op eenongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een klok
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave voor het brandstofver-
bruik (functies voor huidig en gemid-
deld verbruik)
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de selectie- en resettoetsen ge-bruikt.Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de selectietoets wisselt
de weergave tussen de kilometertellermo-
dus “ODO” en de rittellermodi “Trip 1” en
“Trip 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → Trip 1 → Trip 2 → ODO
OPMERKINGBij het selecteren van “Trip 1” of “Trip 2”knippert het display vijf seconden lang.
Als nog ca. 5.5 L (1.45 US gal, 1.21 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar “Trip
F”, de brandstofreserve-ritteller, en wordt de
afgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. In dat geval wordt door het indrukken
1. Multifunctioneel display
2. Selectietoets
3. Resettoets
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
2. Selectietoets
3. Resettoets
U2D2D3D0.book Page 7 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
van de selectietoets in de onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse weer-
gaven van rittellers en kilometerteller:
Trip F → ODO → Trip 1 → Trip 2 → Trip FOPMERKINGBij het selecteren van “Trip 1”, “Trip 2” of
“Trip F” knippert het display vijf secondenlang.
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de selectietoets te
drukken en drukt u vervolgens minstens 1
seconde lang op de selectietoets terwijl het
display knippert. Wanneer u de brandstofre-
serve-ritteller niet zelf met de hand op nul
terugstelt, wordt deze automatisch terugge-
steld zodra na het tanken 5 km (3 mi) is ge-
reden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.Klok
De klok op tijd zetten:
1. Houd de selectietoets en de resettoets
tegelijkertijd minstens twee seconden
lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de resettoets om de
uren in te stellen.
3. Druk op de selectietoets en de minu-
tenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de resettoets om de minuten
in te stellen.
5. Druk op de selectietoets en laat deze
dan los om de klok te starten.Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken. Als de
contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid,
verschijnen alle segmenten van de brand-
stofniveaumeter een voor een op het dis-
play en verdwijnen daarna weer om het
elektrisch circuit te testen.
OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als in het elek-
trisch circuit een storing wordt gedetec-
1. Klok
2. Selectietoets
3. Resettoets
1. Brandstofniveaumeter
U2D2D3D0.book Page 8 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
teerd, gaan alle displaysegmenten
knipperen. Vraag in dat geval een Yamahadealer het elektrisch circuit te testen.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON” geeft
de temperatuurmeter voor koelvloeistof de
temperatuur van de koelvloeistof aan. Als
de contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid,
verschijnen alle segmenten van de tempe-
ratuurmeter koelvloeistof een voor een op
het display en verdwijnen daarna weer om
het elektrisch circuit te testen. De koelvloei-
stoftemperatuur is afhankelijk van de
weersomstandigheden en de motorbelas-
ting. Als het bovenste segment knippert,
stop het voertuig dan en laat de motor af-
koelen. (Zie pagina 6-35.)
LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt ech-
ter niet getoond, deze wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje.
Om schade aan de YCC-S-koppeling te
voorkomen, gaat de aanduiding knipperen
als het nodig is om terug te schakelen. Als
dit gebeurt, schakel dan terug totdat de aan-
duiding stopt met knipperen.De modus omgevingstemperatuur, mo-
dus huidig brandstofverbruik en modus
gemiddeld brandstofverbruik (behalve
voor Groot-Brittannië)
Druk op de resettoets om de weergave in
onderstaande volgorde te wisselen tussen
de modus omgevingstemperatuur “Air”, de
modus huidig brandstofverbruik “km/L” of
“L/100 km”, en de modus gemiddeld brand-
stofverbruik “AV_ _._ km/L” of “AV_ _._
L/100 km”:
Air (omgevingstemperatuur) → km/L of
L/100 km → AV_ _._ km/L of AV_ _._ L/100
km → Air
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje“”
1. Omgevingstemperatuur/huidig brandstofver-
bruik/gemiddeld brandstofverbruik
2. Selectietoets
3. Resettoets
U2D2D3D0.book Page 9 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
Modus omgevingstemperatuurDit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken van
de omgevingstemperatuur.OPMERKING
Daalt de omgevingstemperatuur tot
onder –9 °C, dan wordt geen lagere
temperatuur dan –9 °C weergegeven.
Stijgt de omgevingstemperatuur tot
boven 50 °C, dan wordt geen hogere
temperatuur dan 50 °C weergegeven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden (ongeveer onder
20 km/h) of door het oponthoud bij ver-
keerslichten, spoorwegovergangenetc.Modus huidig brandstofverbruik
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L” of
“L/100 km”.
Als de weergave is ingesteld op
“km/L”, wordt de afstand weergegeven
die onder de huidige omstandigheden
kan worden afgelegd op 1.0 L brand-
stof.
Als de weergave is ingesteld op “L/100
km”, wordt de hoeveelheid brandstof
weergegeven die nodig is om onder de
huidige omstandigheden 100 km af te
leggen.
OPMERKING
Houd de resettoets een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de
twee weergaven voor het huidige
brandstofverbruik.
Bij snelheden onder 10 km/h wordt “__._” weergegeven.
Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
De weergave van het gemiddeld brandstof-
verbruik kan worden ingesteld op “AV_ _._
km/L” of “AV_ _._ L/100 km”.
Als de modus voor gemiddeld brandstofver-
bruik wordt geselecteerd, knippert de weer-
gave vijf seconden lang, waarna afhankelijk
van de ingestelde eenheid “AV_ _._ km/L”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 L brandstof) of “AV_ _._ L/100
km” (gemiddelde hoeveelheid brandstof die
nodig is om 100 km af te leggen) wordt
weergegeven.
1. Omgevingstemperatuur
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
U2D2D3D0.book Page 10 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen, drukt u op
de resettoets om de modus te selecteren en
houdt u vervolgens de resettoets 1 seconde
lang ingedrukt terwijl de weergave knippert.OPMERKIN
G
Houd de resettoets 1 seconde lang in-
gedrukt om te wisselen tussen de twee
weergaven voor het gemiddelde
brandstofverbruik.
Na het terugstellen van een weergave
voor het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km heeft afgelegd.
LET OP
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.Modus omgevingstemperatuur, modus
huidig brandstofverbruik en modus ge-
middeld brandstofverbruik (alleen voor
Groot-Brittannië)
Druk op de resettoets om de weergave in
onderstaande volgorde te wisselen tussen
de modus omgevingstemperatuur “Air”, de
modus huidig brandstofverbruik “MPG”, en
de modus gemiddeld brandstofverbruik
“AV_ _._ MPG”:
Air → MPG → AV_ _._ MPG → AirModus omgevingstemperatuur
Dit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken van
de omgevingstemperatuur.OPMERKING
Daalt de omgevingstemperatuur tot
onder –9 °C, dan wordt geen lagere
temperatuur dan –9 °C weergegeven.
Stijgt de omgevingstemperatuur tot
boven 50 °C, dan wordt geen hogere
temperatuur dan 50 °C weergegeven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
1. Omgevingstemperatuur/huidig brandstofver-
bruik/gemiddeld brandstofverbruik
2. Selectietoets
3. Resettoets
1. Omgevingstemperatuur
U2D2D3D0.book Page 11 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Modus huidig brandstofverbruikDeze weergave geeft de afstand weer die
onder de huidige omstandigheden kan wor-
den afgelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de modus gemiddeld brandstofverbruik
wordt geselecteerd, knippert de weergave
vijf seconden lang, waarna “AV_ _._ MPG”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 Imp.gal brandstof) wordt weer-
gegeven.OPMERKING
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen,
drukt u op de resettoets om de modus
te selecteren en houdt u vervolgens de
resettoets 1 seconde lang ingedrukt
terwijl de weergave knippert.
Na het terugstellen van de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
LET OP
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, toont het multifunctio-
nele display een foutcode.
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
1. Weergave foutcode
2. Controlelampje startblokkering
U2D2D3D0.book Page 12 Friday, September 26, 2008 9:42 AM