176
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
REMVLOEISTOF fig. 12
Draai de dop los: controleer of het
remvloeistofniveau nog op het maxi-
mum niveau staat.
Het niveau mag nooit het MAX-
merkteken overschrijden.
Als vloeistof moet worden bijgevuld,
dan raden wij u aan de remvloeistof
te gebruiken die staat vermeld in de
tabel “Vloeistoffen en smeermidde-
len” (zie het hoofdstuk “Technische
gegevens”).
OPMERKING Maak de dop van het
reservoir en het omringende opper-
vlak zorgvuldig schoon.
Wees bij het openen van de dop bij-
zonder voorzichtig zodat er geen vuil
in het reservoir komt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een
trechter met een ingebouwde filterzeef
van maximaal 0,12 mm.
fig. 12L0D0213m
BELANGRIJK De remvloeistof is hy-
groscopisch (trekt water aan).
Daarom verdient het aanbeveling, als
de auto overwegend wordt gebruikt in
gebieden met een hoge luchtvochtig-
heid, de vloeistof vaker te vervangen
dan in het “Onderhoudsschema” staat
aangegeven.
Voorkom contact tussen de
zeer corrosieve vloeistof en
de lak. Als remvloeistof
wordt gemorst, moet de lak
onmiddellijk met water worden af-
gespoeld.
De remvloeistof is giftig en
zeer corrosief. Als per on-
geluk remvloeistof wordt gemorst,
moeten de betreffende delen on-
middellijk worden gewassen met
water en neutrale zeep en daarna
met veel water worden afgespoeld.
Bij inslikken dient onmiddellijk
een arts te worden geraadpleegd.
ATTENTIE
Het symbool πop het re-
servoir geeft aan dat syn-
thetische remvloeistof en geen mi-
nerale vloeistof moet worden ge-
bruikt. Het gebruik van minerale
vloeistoffen moet absoluut worden
vermeden, omdat de rubbers in het
remsysteem door deze vloeistoffen
worden beschadigd.
ATTENTIE
206
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
Aansteker (rokerskit) ..............75
ABS (systeem) .........................85
Accu
-acculading en elektrolytniveau
controleren ............................177
-starten met een hulpaccu ....137
-vervangen...........................178
Achterruitsproeier
-bediening .............................64
-vloeistofniveau ...................175
Achterruitwisser
-bediening .............................64
-sproeiermond .....................182
-wisserblad ..........................181
Achteruitrijlicht
-gloeilamp vervangen...........154
Afmetingen ...........................198
Airconditioning, automatisch met
gescheiden regeling .................52
Airconditioning, handbediend .48
Asbak (rokerskit) ....................75Auto langere tijd stallen ........124
Autoradio
-inbouwvoorbereiding ............87
Bagageruimte vergroten ..........80
Bescherming van het milieu.....94
Bougies .................................191
Brandstof
-brandstofmeter .....................21
-brandstofnoodschakelaar......72
-verbruik .............................204
Brandstofnoodschakelaar (FPS)72
Buitenverlichting
-bediening .............................62
-gloeilampen vervangen .......152
Carrosserie
-carrosserie-uitvoeringen .....190
-onderhoud ..........................182
CO2-emissie ..........................205Cruise-control .........................67
Dakrails ..................................83
Dashboard ................................8
Dashboard en bediening ............7
Dashboardkastjes boven ..........73
Derde remlicht
-gloeilamp vervangen...........154
Dimlicht
-bediening .............................62
-gloeilamp vervangen...........151
Dop van brandstoftank ...........92
Drukknoppen display ........22-25
Dualdrive (elektrische
stuurbekrachtiging).................89
EOBD (systeem)......................86
Extra accessoires .....................88
Fix&Go (snelle
bandenreparatieset) ..............138
ALFABETISCH REGISTER