Veiligheidsysteem van uw auto
52
3
WAARSCHUWING
Modificaties aan onderdelen van het aanvullend veiligheidssysteem of de
bedrading, inclusief het
aanbrengen van stickers, enz. opafdekkappen of modificaties aan
de carrosseriestructuur kunnen
ertoe leiden dat het systeem niet
goed werkt, waardoor letsel kanontstaan.
Reinig de afdekkappen van de airbags alleen met een zachte,
droge doek of met een doek die
bevochtigd is met schoon water.
Oplos- en reinigingsmiddelen
kunnen het materiaal van deafdekkappen aantasten en de
werking van het systeem in
negatieve zin beïnvloeden.
(Vervolg)(Vervolg)
Er mogen geen objecten op of inde buurt van de airbags in het
stuurwiel, op hetinstrumentenpaneel of op het
dashboardpaneel boven het
dashboardkastje worden
geplaatst omdat dergelijke
voorwerpen letsel kunnen
veroorzaken als de airbags bij
een aanrijding geactiveerd
worden.
Als de airbags geactiveerd zijn, moeten ze vervangen worden
door een officiële HYUNDAI-
dealer.
Stel de onderdelen van het airbagsysteem niet bloot aan
schokken en neem de bedrading
van het airbagsysteem ook niet
los. Als u dat wel doet kunt u
letsel oplopen omdat de airbags
onverwacht geactiveerd kunnen
worden of juist niet geactiveerd
worden wanneer dat wel nodig is.
(Vervolg)(Vervolg)
Als onderdelen van hetairbagsysteem moeten worden
afgevoerd of als de auto in zijn
geheel moet worden afgevoerd,moeten bepaalde
voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot de veiligheid in
acht worden genomen. Een
officiële HYUNDAI-dealer kent
deze voorzorgsmaatregelen en
kan u de benodigde informatie
verstrekken. Het niet opvolgen
van deze voorzorgsmaatregelen
en procedures vergroot de kans
op persoonlijk letsel.
Als uw auto in te diep water terechtgekomen is, waardoor devloerbedekking doorweekt is ofer water op de bodemplaats
staat, probeer dan niet uw auto te
starten maar laat hem
transporteren naar een officiële
HYUNDAI-dealer.
353
Veiligheidsysteem van uw auto
C041300ATQ
Aanvullende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid Vervoer nooit mensen in de
bagageruimte of op een
neergeklapte rugleuning. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer.
De inzittenden moeten tijdens het
rijden niet uit hun stoel komen of
van plaats wisselen. Een inzittende
die zijn veiligheidsgordel niet draagt
kan tijdens een aanrijding of eennoodstop door de auto geslingerd
worden, tegen andere inzittenden aan,
of zelfs uit de auto geslingerd worden.
Elke veiligheidsgordel is bestemd
voor één persoon. Als er meerdere
personen van dezelfde
veiligheidsgordel gebruik maken,
kunnen ze bij een aanrijding ernstigletsel oplopen.
Maak geen gebruik van accessoires
die aan de veiligheidsgordels
bevestigd moeten worden.
Accessoires die claimen het comfort
voor de inzittenden te verbeteren of diede gordel anders geleiden, kunnen de
beschermende werking van de
veiligheidsgordel in negatieve zin
beïnvloeden en de kans op letsel bij
een aanrijding vergroten.
De inzittenden moeten geen harde
of scherpe voorwerpen plaatsen
tussen henzelf en de airbags. Het
dragen van harde of scherpe
voorwerpen rond uw middel of het in
uw mond houden van dergelijke
voorwerpen kan ernstig letsel
veroorzaken als een airbag
geactiveerd wordt.
Blijf op veilige afstand van de
afdekkappen van de airbags. Laat
iedereen rechtop zitten, met zijn rug
tegen de rugleuning van de stoel, de
veiligheidsgordel om en de voeten op
de vloer. Als inzittenden zich te dicht
bij een airbag bevinden, kunnen zeletsel oplopen als de airbags
geactiveerd worden.
Bevestig geen voorwerpen aan of in
de buurt van de afdekkappen van de
airbags. Voorwerpen die bevestigd zijn
aan of in de buurt van de afdekkappen
van de airbags vóór of de zijairbags
kunnen een juiste werking van de
airbags in negatieve zin beïnvloeden.
Modificeer de voorstoelen niet.
Modificatie van de voorstoelen kan de
werking van de sensoren van het
aanvullend veiligheidssysteem in
negatieve zin beïnvloeden.
Plaats niets onder de voorstoelen.
Het plaatsen van voorwerpen onder de
voorstoelen kan de werking van de
sensoren van het aanvullend
veiligheidssysteem of van de
bedrading in negatieve zin
beïnvloeden.
Laat nooit het heupgedeelte van uw
gordel om een kind heen lopen dat
op uw schoot zit. Het kind zou ernstig
letsel kunnen oplopen in geval van een
aanrijding. Baby's en kinderen moetenop de juiste manier in geschiktekinderzitjes of gordels op de
achterbank vervoerd worden.
Veiligheidsysteem van uw auto
54
3
C041400AUN
Monteren van accessoires of modificaties aan uw met een
airbag uitgeruste auto
Als u modificaties aan het chassis, de
bumper, de voorzijde, het plaatwerk opzij
of de rijhoogte aanbrengt of laat
aanbrengen, kan dat invloed hebben op
de werking van het airbagsysteem van
uw auto.
C041200ATQ
Waarschuwingslabel airbags
Het waarschuwingslabel van de airbags is bedoeld om de bestuurder en
passagiers te waarschuwen voor de
mogelijke gevaren van hetairbagsysteem.
Deze verplichte waarschuwingen
hebben met name betrekking op het
risico voor kinderen. HYUNDAI wil hierbij
ook graag wijzen op de risico's voor
volwassenen. Deze risico's zijn
beschreven op de voorafgaande
bladzijden.
WAARSCHUWING
Als de inzittenden niet in de juiste positie zitten, kunnen ze te dicht
bij een zich vullende airbag
komen, delen in het interieur vande auto raken of uit de auto
geslingerd worden.
Zit altijd zoveel mogelijk rechtop, met de rugleuning rechtop,
midden op de zitting en met uw
veiligheidsgordel om, uw benen
op een comfortabele manier
gestrekt en uw voeten op de
vloer.
OTQ037029 *
* : indien van toepassing
Kenmerken van uw auto
38
4
D150302AEN
Waarschuwingslampje
AIRBAG
(indien van toepassing)
Dit lampje zal ongeveer 6 seconden
gaan knipperen iedere keer dat het
contact in stand ON wordt gezet.
Dit lampje zal ook gaan branden als het
aanvullend veiligheidssysteem niet goed
werkt. Als het waarschuwingslampje AIR
BAG niet gaat branden of als het ook blijft
branden als er na het in stand ON zetten
van het contact 6 seconden verstreken
zijn of de motor gestart is, of als het gaat
branden tijdens het rijden, laat dan het
aanvullend veiligheidsysteem
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer. D150303AEN
Waarschuwingslampje ABS
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet en gaat na
ongeveer 3 s uit als het systeem in orde
is.
Als het waarschuwingslampje ABS blijft
branden, gaat branden tijdens het rijden
of niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, is er een storing in
het ABS aanwezig.
Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer. Het normale
remsysteem werkt in dat geval nog wel
maar het antiblokkeersysteem niet. Waarschuwingslampje EBD
Als tijdens het rijden twee
waarschuwingslampjes
gelijktijdig gaan branden,
dan zit er een probleem inhet ABS- of EBD-systeem.
In dat geval werken het
antiblokkeersysteem en het
remsysteem misschien niet normaal.
Laat de auto zo snel mogelijk controleren
door een officiële HYUNDAI-dealer
WAARSCHUWING
Als zowel het
waarschuwingslampje ABS als het
waarschuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal hetremsysteem niet normaal werken.
Er kan dus een onverwachte en
gevaarlijke situatie ontstaan bij
plotseling remmen. Vermijd in dit
geval hard rijden en plotseling
remmen. Laat uw auto zo snel
mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Onderhoud
54
7
Zekeringkast zijpaneel bestuurder
Stroomsterkte
Omschrijving zekering Beveiligd onderdeel
AUDIO-2 10A Audiosysteem, digitale klok, elektronische module, schakelaar elektrisch verstelbare buitenspiegel
C/LIGHTER 20A Aansteker, 12V-aansluiting voor
S/HTD DRI 10A Schakelaar stoelverwarming bestuurdersstoel (indien van toepassing)
DRL 10A Elektronische module (indien van toepassing)
RR FOG LP 15A Relais mistachterlicht
H/LP 10A Relais grootlicht/dimlicht
FRT WIPER 25A Relais ruitenwissers voor, motor ruitenwissers voor
BCM 10A Elektronische module
HTR 10A Aanjagerrelais voor/achter, module klimaatregeling voor/achter, relais condensorventilator, elektrochromatische binnenspiegel, thermoschakelaar, relais verwarmingselement (D4CB), EGR-magneetklep (D4BH)
B/UP LP 10A Relais achteruitrijlicht, schakelaar achteruitrijlicht, transmissiestandschakelaar
ABS 10A Module ABS/ESP, ESP-schakelaar (D4CB)
T/SIG LP 10A Schakelaar alarmknipperlichten
A/BAG 10A Airbagmodule
A/BAG IND 10A Instrumentenpaneel
CLUSTER 10A Instrumentenpaneel, elektronische module, module startblokkering (D4BH), aircorelais (D4BH), weerstand dynamo
ECU 10A Snelheidssensor, motor-ECU, luchtmassameter (D4CB), brandstofpomp (D4BH), transmissie-ECU, sensor waarschuwing brandstoffilter
START 10A Startrelais, relais alarmsysteem
MIRR HTD 10A Module klimaatregeling voor, elektrisch verstelbare en verwarmde buitenspiegel links/rechts
STOP LP 15A Remlichtschakelaar
BWS 10A Zoemer