27
2
VOORDAT U GAAT RIJDEN
Cockpit
VERKLIKKERLAMPJES
Bij het starten van de motor wordt een automatische controle van een aantal verklikkerlampjes uitgevoerd. Deze
verklikkerlampjes blijven kort branden. Als bij dra aiende motor een verklikkerlampje gaat branden of k nipperen in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het displa y, is dit een teken dat het desbetreffende onderdeel of systeem niet goed
werkt. Volg in dat geval altijd de desbetreffende i nstructies.
Verklikkerlampje status signaleert Wat te doen
Service blijft kort
branden.
lichte storingen. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
blijft branden in
combinatie met
een melding op
het display. ernstige storingen.
Noteer de waarschuwingsmelding en neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk.
Handrem -
Remvloeistofniveau
brandt. handrem (nog iets) aangetrokken. Zet de handr
em los; het verklikkerlampje zal uitgaan.
brandt. remvloeistofniveau te laag. Vul de door PEUGE OT voorgeschreven remvloeistof bij.
blijft branden,
terwijl het niveau
correct is. Stop onmiddellijk, zet het contact af en neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk.
+ Elektronische
remdrukregelaar brandt. storing remdrukregelaar. Stop onmiddellijk. R
aadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Te laag
koelvloeistofniveaubrandt. koelvloeistofniveau te laag.Zet de auto stil en zet het contact af. Laat de
koelvloeistof afkoelen. Zie in de rubriek 7 het ged
eelte
"Niveaus". Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
37
2
VOORDAT U GAAT RIJDEN
Starten en stoppen
STARTEN EN STOPPEN
Stand MAR: AAN.
Verschillende accessoires functioneren.
Stand AVV(Avviemento): startmotor.
De startmotor wordt in werking gezet.
Stand PARK: parkeren.
De parkeerlichten kunnen bij afgezet contact
blijven branden.
Zie in de rubriek 3 het gedeelte
"Parkeerlicht".
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje startblokkering
Gebruik als dit lampje brandt een
andere sleutel en laat de defecte sleutel
controleren door het PEUGEOT-netwerk.
Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor
Zet het contact in de stand MAR.
Wacht bij koud weer tot dit lampje
uitgaat en zet vervolgens de startmotor in
werking (stand AVV) tot de motor aanslaat.
Als de motor voldoende op temperatuur is,
gaat het lampje na minder dan 1 seconde uit
en kunt u de motor direct starten. Verklikkerlampje geopend portier
Controleer als dit lampje brandt
of de portieren, achterdeuren,
schuifdeuren en de motorkap
goed zijn gesloten!
+ 5%+ 5%
2 s2 s
38
Starten en stoppen
Hill Holder
Deze aan het ESP gekoppelde functie
vereenvoudigt het wegrijden op een helling
en wordt geactiveerd onder de volgende
omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende
motor,
- de helling moet steiler zijn dan 5 %, Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2 seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk dat de
remmen hoorbaar zijn, het teken dat de auto
in beweging komt.
39
2
VOORDAT U GAAT RIJDEN
Starten en stoppen
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding
ter bevestiging op het display (volgens
uitvoering).
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk om het
systeem te laten nakijken.
De functie HHC (Hill Holder Control) zorgt
voor extra rijcomfort. Het systeem werkt niet
als automatische parkeerrem of handrem. Gebruiksvoorschrift: stoppen
Ontzien van de motor en de versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact afzet
enkele seconden draaien om het toerental
van de turbocompressor te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het
contact.
Het inschakelen van een versnelling na het
parkeren van de auto is niet nodig.
90
Mobiele telefoon met handsfree-functie
Voer wanneer de telefoon hierom verzoekt
de op het instrumentenpaneel weergegeven
PIN-code in.
Als het opslaan is gelukt, meldt het systeem
dat er verbinding wordt gemaakt.
A l s d e n a a m v a n d e g e ï d e n t i i c e e r d e t e l e f o o n o p
het display verschijnt, is het opslaan bevestigd.
Blauw verklikkerlampje aan
"Settings" \ wacht tot het systeem
reageert \ "Pairing".
PIN-code
Opslaan/koppelen van een mobiele telefoon
Om uw mobiele telefoon aan te sluiten op
het Bluetooth®-systeem van uw auto, moet
de telefoon worden gekoppeld.
Door uw mobiele telefoon op te slaan, wordt
deze voortaan onmiddellijk door het systeem
herkend.
MOBIELE TELEFOON MET HANDSFREE-FUNCTIE
Zorg dat het contact in de stand
MAR staat en activeer het
hoofdmenu.
Selecteer SETTINGS.
Bevestig.
Selecteer PAIRING.
Bevestig. Deze code, op basis waarvan
uw mobiele telefoon wordt
herkend, wordt willekeurig
door het systeem vastgesteld.
De code verschijnt op het
instrumentenpaneel en wordt door de
spraaksynthese van het systeem herhaald.
Deze PIN-code staat los van uw SIM-kaart en
de toegangscode van uw mobiele telefoon.
Het is niet nodig deze code na het invoeren
te onthouden of ergens te bewaren.
Wanneer u een andere telefoon in gebruik
neemt, dient u deze te koppelen met een
nieuwe door het systeem verstrekte PIN-code. Zoek de optie die weergeeft dat
uw telefoon het Bluetooth®-
systeem heeft gedetecteerd.
A l s h e t s y s t e e m i s g e ï d e n t i i c e e r d ,
verschijnt een melding op uw
telefoon (My car, ...). Als het blauwe lampje brandt,
geeft dit aan dat de telefoon goed
op het systeem is aangesloten.
Het is belangrijk om te wachten
tot de naam van de telefoon wordt
weergegeven.
Wanneer u de toets MAIN of ESC tijdens
het opslaan indrukt, loopt u het risico dat de
procedure wordt geannuleerd.
Als het opslaan mislukt, verschijnt een
foutmelding. Herhaal in dat geval de procedure.
Raadpleeg voor meer informatie over
de stand MAR van het contact het
gedeelte "Starten en stoppen" in rubriek 2.
94
Draagbare audiospeler
Het systeem kan audiobestanden in het
formaat .mp3, .wma en .wav en speellijsten
(mediabibliotheek) in het formaat .wpl, .m3u
afspelen.Selecteren van bestanden
DRAAGBARE AUDIOSPELER
Automatisch afspelen
USB-aansluiting Sluit het apparaat rechtstreeks of met
een geschikte kabel (niet bijgeleverd)
aan op de USB-aansluiting.
Als het contact in de stand MAR wordt
gezet:
- maakt het systeem verbinding met de speler en wordt automatisch een
mediabibliotheek opgestart,
- of begint het systeem automatisch met afspelen als het hierop is ingesteld.
Selecteer anders een af te spelen
bestand via MENU.
Raadpleeg voor meer informatie over
de stand MAR van het contact het
gedeelte "Starten en stoppen" in rubriek 2. Activeer het hoofdmenu.
Selecteer achtereenvolgens
SETTINGS, MEDIA PLAYER en
AUTOPLAY.
Bevestig.
Selecteer ON of OFF.
Bevestig.
Activeer het hoofdmenu.
Selecteer MEDIA PLAYER.
Bevestig.
Selecteer een van de volgende
selectiecriteria:
FOLDERS, ARTISTS, GENRES,
ALBUMS, PLAYLISTS, PLAY
ANYTHING (willekeurig afspelen van de
bestanden in de mediabibliotheek).
"Folders", "Artists", ...
Met de functie PLAY ALL kan
de volledige inhoud van een
selectiecriterium (folders, artists, ...) worden
afgespeeld.
145
9
Milieu
TECHNISCHE GEGEVENS
MILIEU
Samen met u draagt PEUGEOT zorg voor
de bescherming van het milieu.
Raadpleeg op de site www.peugeot.com
(klik desgewenst op "English"): De schone PEUGEOT HDI Dieselmotoren
met directe common rail dieselinspuiting
combineren een laag brandstofverbruik
met een minimale CO2-uitstoot. Daarnaast
dragen deze motoren bij tot een alom
gewaardeerd comfortabel rijgedrag. - laat het onderhoud volgens het
onderhoudsschema uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk waar accu's
en afgewerkte vloeistoffen ingezameld
kunnen worden,
- gebruik geen additieven in de motorolie. Deze kunnen schade toebrengen aan de
motor en de emissieregeling.
de tab "Univers Peugeot", de
rubriek "Environnement" en bezoek de
boomkwekerij van de "Opération Carbone".
de tab "Univers Peugeot", de
rubriek "Environment" en en bezoek de
boomkwekerij van "Visit the nursery of the
Fazenda". U kunt zelf ook een bijdrage leveren aan
de bescherming van het milieu door de
volgende gebruiksadviezen op te volgen:
- hanteer een anticiperende rijstijl en
vermijd onnodig snel optrekken en
plotseling afremmen, Raadpleeg de gebruiksvoorschriften
met betrekking tot starten en stoppen
in dit instructieboekje, aan het einde van
rubriek 2.