i
i
34
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel dan
de auto en wacht minimaal 5 mi-
nuten. Het op 0 zetten van de on-
derhoudsindicator zal anders niet
worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Voer dit als volgt uit:
zet het contact af,
druk op de resetknop van de
dagteller en houd deze ingedrukt,
zet het contact aan; de
kilometerteller begint terug te tellen,
laat de knop los als het display
"=0" aangeeft; de sleutel verdwijnt.
De factor tijd kan worden mee-
gewogen bij de nog af te leggen
kilometers, afhankelijk van de rij-
gewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan ook gaan branden
als het interval van twee jaar is
overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5 seconden de
sleutel knipperen om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden .
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhouds-
informatie weergeven.
Druk op de knop voor nulstelling
van de dagteller.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
!
i
!
83
TOEGANG TOT DE AUTO
Met deze schakelaar worden ook de
binnenportiergrepen van de achter-
portieren geblokkeerd (zie het hoofd-
stuk "Veiligheidsvoorzieningen voor
kinderen"- § Elektrisch kinderslot").
Als het lampje een andere status heeft,
wijst dit op een storing in het elektri-
sche kinderslot. Laat het systeem con-
troleren door het PEUGEOT-netwerk.
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
trek de schakelaar omhoog tot de
ruit stopt met bewegen,
laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit vol-
ledig is gesloten,
houd de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1 seconde vast,
druk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
druk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd
deze nog ongeveer 1 seconde vast. Neem bij het verlaten van de auto,
zelfs voor een korte periode, altijd
de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van
de ruit iets tussen de ruit en de spon-
ning bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op
de desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het
correcte sluiten van de ruit verhin-
dert.
De bestuurder moet ervan verze-
kerd zijn dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van
de elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tij-
dens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Blokkeren van de
ruitbediening en de
portiergrepen achter
Druk, voor de veiligheid van uw kin-
deren, op de schakelaar 5 om de
ruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Als het lampje brandt, is de ruitbedie-
ning geblokkeerd.
Als het lampje uit is, is de ruitbediening
niet geblokkeerd.
Tijdens deze handelingen is de bevei-
liging tegen beknellen uitgeschakeld.
!
i
88
TOEGANG TOT DE AUTO
PANORAMADAK
U hebt de beschikking over een pano-
ramadak met getint glas, waardoor de
lichtinval en het zicht in het interieur
worden vergroot.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm
zorgt voor een beter thermisch en ge-
luidscomfort in het interieur. Wanneer tijdens het bedienen van
het scherm iets bekneld raakt, moet
het scherm weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffen-
de schakelaar.
Wanneer de bestuurder het scherm
bedient, moet deze ervan verze-
kerd zijn dat niets het correcte slui-
ten van het scherm verhindert.
De bestuurder moet ervan verze-
kerd zijn dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van
het zonnescherm.
Zorg ervoor dat kinderen zich tij-
dens het bedienen van het scherm
niet kunnen bezeren.
-
handmatig
Duw of trek de schakelaar A tot
het zware punt.
Het scherm stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten. -
automatisch
Duw of trek de schakelaar A tot
voorbij het zware punt.
Bedien de schakelaar één keer om het scherm volledig te openen
of sluiten.
Bedien de schakelaar nogmaals om het openen of sluiten te
stoppen.
Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm tijdens het automa-
tisch sluiten bijna volledig is gesloten en
op een obstakel stuit, stopt het scherm
en gaat het gedeeltelijk weer open.
Elektrisch zonnescherm met
eentrapsbediening
Zowel het openen als het sluiten is op
twee manieren mogelijk: Wanneer de elektrische voeding
van het zonnescherm onderbroken
is geweest, moet u de beveiliging
tegen beknellen resetten:
druk op de schakelaar tot het
scherm volledig is gesloten.
Meteen nadat het scherm tijdens
het sluiten stopt en weer opengaat:
trek aan de schakelaar tot het
scherm volledig is geopend,
druk op de schakelaar tot het
scherm volledig is gesloten.
Tijdens deze handelingen werkt de
beveiliging tegen beknellen niet.
212
22
11
55
3344
88
99
10101515
11111717
18181212
1616
1414
7766
1313
01
1. Uitwerpen van de CD.
2. Selecteren van de geluidsbron: radio, Jukebox, CD, CD-wisselaar en externe apparatuur (AUX, indien geacti veerd in h e t c o n fi g u r a t i e m e n u ) . Lang indrukken: de CD naar de harde schijf kopiër en.
3. Lang indrukken van de toets SOS: noodoproep.
4. Selecteren van de weergave op het display van de functies TRIP, TEL, NAV en AUDIO.
5. Wijzigen van de schermweergave. Lang indrukken: resetten van de autoradio/telefoo n GPS RT4.
6. Aan/uit en volumeregeling.
7. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM.
8. TA-functie (verkeersinformatie) AAN/UIT. Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie (progr ammatypen radio).
9. Toegang tot het dienstenmenu " PEUGEOT ".
10. Annuleren van de bewerking. Lang indrukken: terugkeren naar de actieve functie.
1 1 . A u t o m a t i s c h z o e k e n n a a r z e n d e r s i n a fl o p e n d e / o p l o p e n d e volgorde. Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD, de vorige/volgende MP3 of het vorige/volgende nummer van de Jukebox.
12. Weergave van het algemene menu.
13. Alfanumeriek toetsenbord voor invoeren van omschrijvingen.
14. Selecteren van de vorige/volgende CD. Selecteren van de vorige/volgende MP3/Jukebox-spee llijst.
15. Audio-instellingen: balans voor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen.
16. Selecteren en bevestigen.
17. Opening voor SIM-kaart.
18. Weergave van de lijst radiozenders, de nummers van de CD of de MP3/Jukebox-speellijste n. Lang indrukken: bijwerken van de lijst radiozenders.
BASISFUNCTIES
241
1
2
3
3
3
3
2
3
3
4
4
1
3
2
3
1
2
3
3
2
2
2
1
2
2
2
1
1
MENU
4
3
2
2
3
3
6
1
Version arborescence 7.0
geluidssignaal SMS
nummer voicemail
de gesprekkenlijst wissen
* De parameters variëren afhankelijk van de auto (zie het hoofdstuk "Multifunctionele displays").
CONFIGURATIE
VIDEO
BOORDCOMPUTER
Druk meer dan 2 seconden op de toets MENU voor toegang tot het volgende schermmenu.
LIJST STEMCOMMANDO'S
Druk herhaalde malen op de toets met de muzieknoot voor toegang tot de volgende instellingen.
GELUIDSSFEER
Elke geluidsbron (radio, CD, MP3, Jukebox, CD-wisselaar) kan afzonderlijk worden ingesteld.
CONFIGURATIE DISPLAY
de kleur kiezen
lichtsterkte regelen
datum en tijd instellen
eenheden kiezen
GELUIDEN
gesproken berichten instellen
instellingen spraaksturing
volume van de instructies
volume andere berichten
een vrouwelijke/mannelijke stem kiezen
AUX-ingang activeren/deactiveren
TAALKEUZE
PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
INSCHAKELEN VIDEOFUNCTIE
PARAMETERS VIDEO
afmetingen weergave
lichtsterkte regelen
kleuren instellen
contrast instellen
LOGBOEK MELDINGEN
STATUS VAN FUNCTIES *
RESET DETECTOR TE LAGE BANDENSPANNING *
DIAGNOSE RADIOTELEFOON
DEKKING GPS
NOODENERGIEVOORZIENING
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
NAVIGATIEDEMONSTRATIE
CONFIGURATIE DIENSTEN
BASS TREBLE CORRECTIE LOUDNESS BALANS V - A BALANS L - R AUTOMATISCHE CORRECTIE VOLUME